Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Metronoom Gebruiken; Een Klank Selecteren (Patch Change); Hoe Een Patch Is Gestructureerd - Boss GT-100 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GT-100:
Inhoudsopgave

Advertenties

MEMO
Als u een gitaar die een tremolo arm heeft stemt, kunnen
andere snaren ontstemmen als u één snaar stemt. Als dat
gebeurt, stemt u de snaren eerst bij benadering, zodat de juiste
nootnamen worden weergegeven. Vervolgens stemt u iedere
snaar herhaaldelijk, totdat alle snaren zuiver gestemd zijn.
6.
Druk pedalen [1] en [2] tegelijk in om naar het Play
scherm terug te keren .
U kunt ook naar het Play scherm terugkeren door de [EXIT] knop in
te drukken.
MEMO
U kunt het stemapparaat ook aan/uitzetten door het nummer
pedaal met hetzelfde nummer als de op dat moment
geselecteerde Patch in te drukken. Voor details, zie 'Het [EXP]
pedaal aanpassen' (p.36), 'Instellingen veranderen met het
nummerpedaal' (p.35).

De metronoom gebruiken

1.
Druk pedalen [1] en [2] tegelijk in .
De Tuner functie en Metronome functie worden aangezet. In het
rechterscherm wordt het 'METRONOME' scherm weergegeven.
2.
Gebruik knoppen [5]-[8] om de metronoominstellingen te
specificeren .
Parameter
Waarde
[5]
TEMPO
40–250
1/1–8/1,
1/2–8/2,
[6]
BEAT
1/4–8/4,
1/8–8/8
OFF, ON
[7]
OFF/ON
0–100
[8]
LEVEL
* Het metronoomgeluid wordt via de OUTPUT Jack en de PHONES
Jack uitgestuurd.
* Als het TEMPO wordt veranderd, wordt ook de MASTER BPM
veranderd. Voor details over MASTER BPM raadpleegt u de
'GT-100 Parametergids' (PDF bestand).
3.
Druk pedalen [1] en [2] tegelijk in om naar het Play
scherm terug te keren .
U kunt ook naar het Play scherm terugkeren door de [EXIT] knop in
te drukken.
Uitleg
Specificeert het tempo van de
metronoom.
Selecteert de maatsoort.
Zet de metronoom aan/uit.
Past het volume van de
metronoom aan.

Een klank selecteren (Patch Change)

Een combinatie (of set) van effecten samen met een groep
parameterinstellingen wordt een 'Patch' genoemd.

Hoe een Patch is gestructureerd

De GT-100 kan 400 verschillende Patches in het geheugen opslaan,
gerangschikt op bank en nummer, zoals hieronder wordt getoond.
Preset bank P50
User Bank
User Bank
Preset bank P01
User bank U50
User Bank
User Bank
User bank U01
User banken (U01-U50)
Nieuw gecreëerde effectinstellingen worden in de User banken
opgeslagen. Patches in deze banken worden 'User Patches'
genoemd.
Een 'U' verschijnt in het scherm wanneer een User Patch is
geselecteerd.
Bank
Preset banken (P01-P50)
De Preset banken bevatten effectinstellingen die volledig
gebruikmaken van alle mogelijkheden die de GT-100 biedt. De
Patches in deze banken worden 'Preset Patches' genoemd. Als u de
instellingen van een Preset Patch verandert, slaat u het resultaat
als een User Patch op. Preset Patches kunnen niet overschreven
worden.
Een 'P' verschijnt in het scherm wanneer een Preset Patch is
geselecteerd.
Bank
Het uitvoeren van geluiden
Number
Nummer
25

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave