Het uitvoeren van geluiden
Het apparaat aan en uitzetten
Het apparaat aanzetten
* Nadat alles netjes is aangesloten (p.22), volgt u de procedure
hieronder om de stroom aan te zetten. Als u apparatuur in
de verkeerde volgorde aanzet, kunnen storingen of defecte
apparatuur optreden.
* Voordat u het apparaat aan of uitzet, moet het volume altijd
helemaal laaggedraaid zijn. Zelfs als het volume helemaal laag
is ingesteld, kan er nog geluid te horen zijn als het apparaat aan
of uitgezet wordt. Dit is echter normaal, en duidt niet op een
storing.
* Dit apparaat is uitgerust met een beveiligingscircuit. Daarom
duurt het even (enkele seconden), nadat het apparaat is
aangezet, voordat het normaal werkt.
1.
Druk op de [POWER] schakelaar van de GT-100 om de
stroom aan te zetten .
2.
Zet de aangesloten gitaarversterker aan .
Het apparaat uitzetten
1.
Voordat u de stroom uitzet, bevestigt u het volgende .
• Is het volume van de aangesloten apparatuur laaggedraaid?
• Heeft u Patches waarvan de instellingen zijn veranderd
opgeslagen? 'Een Patch opslaan (PATCH WRITE)' (p.30).
2.
Zet de gitaarversterker en andere aangesloten apparatuur
uit .
3.
Houd de [POWER] schakelaar van de GT-100 enkele
seconden ingedrukt om de stroom uit te zetten .
Het uitgangsniveau aanpassen
1.
Pas het uitgangsniveau van de GT-100 met de [OUTPUT
LEVEL] knop aan .
Het uitgangsapparaat specificeren
(Output Select)
U dient het apparaat (versterker) dat op de OUTPUT Jacks is
aangesloten te specificeren. De GT-100 maakt een interne
aanpassing, zodat de uitvoer optimaal klinkt op het systeem dat u
gebruikt.
24
Referentie
Voor details over de manier waarop deze instelling wordt
gemaakt kijkt u bij 'Het type versterker dat u heeft aangesloten
specificeren' (p.9).
De gitaar stemmen (TUNER)
1.
Druk pedalen [1] en [2] tegelijk in .
De Tuner functie en Metronome functie worden aangezet. In het
linkerscherm wordt het 'TUNER' scherm getoond.
2.
Draai aan knop [1] om de referentietoonhoogte te
specificeren .
3.
Draai aan knop [4] om te specificeren hoe het gitaargeluid
uitgestuurd wordt als u het stemapparaat gebruikt .
Parameter
Waarde
435 Hz–445 Hz
[1]
PITCH
MUTE
BYPASS
[4]
OUTPUT
THRU
4.
Speel een open noot op de snaar die u wilt stemmen,
en stem de snaar totdat de gewenste nootnaam in het
scherm wordt getoond .
5.
Terwijl u naar het scherm kijkt, stemt u de snaar totdat
alleen de middelste indicator is verlicht .
Herhaal stappen 4-5 om alle snaren te stemmen.
Uitleg
Specificeert de referentietoon-
hoogte.
Geluid wordt niet uitgestuurd
tijdens het stemmen.
Tijdens het stemmen wordt
het geluid van de gitaar
die op de GT-100 wordt
ingevoerd zonder verandering
uitgestuurd. Alle effecten
zijn uit.
Hiermee kunt u stemmen
zonder dat het huidige
effectgeluid is te horen.
OFF
THRU
MUTE
ON
BYPASS
EXP
TUNER
TUNER
pedal
OUTPUT