Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Voorbereidingen Voor Bedrading; Elektrische Bedrading; Besturingsbedrading Tussen De Units; Bedrading - Panasonic CZ-256ESMC3 Installatie-Instructie

Inhoudsopgave

Advertenties

Voorbereidingen voor Bedrading

 Elektrische bedrading
• Gebruik een toegewezen bedrading voor de elektrische voeding.
• Zorg ervoor dat de besturing is geaard.
• Verbind de bedrading van de aarding niet met een
gasleiding, bliksemafl eider, telefoon, enz.
 Soort bedrading
• Gebruik fl exibele bedrading van 2mm
• Gebruik de standaard voedingsbedrading voor Europa (zoals
H05RN-F of H07RN-F, die voldoet aan de CENELEC (HAR)
classifi catie specifi caties) of maak gebruik maken van bedrading
op basis van de IEC-standaard (60245 IEC57, 60245 IEC66).
 Totale lengte van de bedrading : 30 m of minder
 Besturingsbedrading tussen de units
 Soort bedrading
• Gebruik fl exibele afgeschermde bedrading van 0,5 tot 2 mm
• Geen polariteit
 Totale lengte van de bedrading : 1000 m of minder
 Aantal eenheden en apparaten die kunnen worden
aangesloten :
(→ P.2 „Specifi caties")
Opgelet
• Aan beide zijden de draadafscherming aarden, anders kan er
een werkingsfout vanwege ruis optreden.

Bedrading

Basis Bedradingsdiagram

N
L
Voedingsbron (100-240 V ~ 50-60 Hz)
Deze controller
Bedrading van de voeding
L
N
Buitenunit
U1 U2
+
communicatie
Adaptor
U1 U2
Binnenunit
1. Schakel de stroomonderbreker uit voordat u de bedrading aansluit
2. Hoe de drukring terminal bevestigen
 Voor elektrische bedrading
Verwerk het einde van elke bedrading
en bevestig de drukring terminal
(plaatselijk te voorzien item).
 Voor afgeschermde bedrading
Verwerk het einde van elke bedrading en bevestig de
drukring terminal (plaatselijk te voorzien item).
V erwijder de isolatie van
 
de bedrading.
B edek met de plakband.
 
Bevestig de drukring terminal.
3. Verwijder de kap
van de
vermogensschakelaar
vermogensschakelaar
Poort vermogensingang
2
(aanbevolen).
Buitenunit
U1
+
U1 U2
U2
Besturingsbedrading
Communicatie
tussen de units
Adaptor
• Geen polariteit
bedieningsbedrading
• Polariteit
aanwezig
U1 U2
U1 U2
Binnenunit
Binnenunit
1-1
1-2
Strip
Draadafschermingsgaas
Strip
Isolatie tape
Draadafschermingsgaas
Drukring
terminal
Deksel
Schroef
 Communicatie Adaptor Bedieningsbedrading
(Wanneer u een Communicatie Adaptor aansluit)
 Polariteit (+/-) aanwezig
 Aantal aansluitbare Communicatie Adaptor: maximaal 7 eenheden
 Voor het type bedrading en de totale lengte van
de bedrading, raadpleeg „Installatie-instructies"
meegeleverd met de Communicatie Adaptor.
 Externe I/O-bedrading
(Bij het aansluiten van externe apparatuur)
 Soort bedrading:
• Gebruik fl exibele bedrading van 0,5 tot 2 mm
 Draadlengte : 20 m of minder
Opgelet
.
2
• Wanneer de besturing op een locatie wordt gebruikt die
gevoelig is voor ruis, gebruik afgeschermde bedrading.
 LAN-kabel
 Type bedrading
• Categorie 5 of hoger rechte kabel
 Draadlengte: 100 m of minder
Aarding
4. Bedrading
Sluit de voedingsbedrading op het voedingsklemmenbord aan.
 Sluit respectievelijk de stroomvoedingsbedrading en de
aardbedrading aan op het stroomvoedingsaansluitingsbord
en het aardaansluitingsbord
*3: Gebruik het aardaansluitingsbord als beschermende aarding
• Draai niet te strak aan. (De schroef kan worden beschadigd.)
Sluit de controlebedrading tussen de units aan.
 Sluit het afschermingsdeel van de afschermingsbedrading
aan op Nr. 0 (FG
*4: Functionele aarding
• Draai niet te strak aan. (De schroef kan worden beschadigd.)
 Er is geen polariteit.
Sluit de Communicatie Adaptor besturingsbedrading aan.

 Zorg ervoor dat de polariteit (+/-) correct is.
Opgelet
• Lees de „Installatie instructies" bijgeleverd met de
Communicatie Adaptor.
Externe apparatuur aansluiten.

Opgelet
Drukring
• Raadpleeg „Aansluiting op externe uitrustingen" (P.5).
terminal
Bevestig de stroomvoedingsbedrading en andere

communicatiebedradingen stevig met de klem (meegeleverd).
(Oefen geen trekkracht uit op het aansluitingsverbindingsdeel.)
Sluit de LAN-kabel aan.

Zet de stroomonderbreker weer aan nadat alle
bedradingen zijn uitgevoerd.
• Voor het inschakelen, meet de spanning van het voeding
terminal bord, en controleer het voor de opgegeven spanning.
De stroom inschakelen met een andere spanning dan
die voorgeschreven, kan de stoppen doen springen. Als
Schroef
dit voorkomt, wordt er geen stroom geleverd, en moet dit
apparaat misschien worden vervangen.
4
(Bij het aansluiten op een netwerk)
Aarding
Afgeschermde bedrading
*3
(op de plaatmetalen behuizing).
) van het signaalaansluitingsbord (TB2).
*4
.
2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave