12
|
Inbedrijfstelling
12.5.2 Proefdraaien
Uitgebreide handleiding voor de installateur
66
INFORMATIE
▪
Het aantal weergegeven leds hangt af van het aantal kamers.
▪
De functie bedradingscontrole werkt NIET bij een buitentemperatuur van ≤5°C.
▪
Wanneer de bedradingscontrole is voltooid, blijven de leds branden tot de
gewone werking begint.
▪
Volg de procedures voor diagnose van het product. Voor meer informatie over de
storingsdiagnose van het product, zie de servicehandleiding.
Status van leds:
▪
Alle leds knipperen: automatische correctie is NIET mogelijk.
▪
Leds knipperen afwisselend: automatische correctie is voltooid.
▪
Eén of meerdere leds blijven branden: abnormale stop (volg de
diagnoseprocedures op de achterkant van de rechter zijplaat en raadpleeg de
servicehandleiding).
Vereiste: De gegevens van de voeding MOETEN binnen het opgegeven bereik
vallen.
Vereiste: Proefdraaien is mogelijk in de stand koelen of verwarmen.
Vereiste: Proefdraaien moet worden uitgevoerd volgens de instructies in de
gebruiksaanwijzing van de binnenunit om te controleren of alle functies en
onderdelen goed werken.
1 In de koelstand, selecteer de laagst programmeerbare temperatuur. In de
verwarmingsstand, selecteer de hoogst programmeerbare temperatuur.
2 Meet de temperatuur aan de inlaat en uitlaat van de binnenunit nadat de unit
een 20-tal minuten draait. Het verschil moet groter dan 8°C (koelen) of 20°C
(verwarmen) zijn.
3 Controleer eerst de werking van elke unit afzonderlijk, en vervolgens ook de
gelijktijdige werking van alle binnenunits. Controleer zowel verwarmen als
koelen.
4 Stel de temperatuur op een normaal niveau in wanneer het proefdraaien
beëindigd is. In de koelstand: 26~28°C, in de verwarmingsstand: 20~24°C.
INFORMATIE
▪
Indien nodig kan proefdraaien worden gedeactiveerd.
▪
Nadat de unit is uitgeschakeld, kan ze pas na 3 minuten weer worden gestart.
▪
Wanneer het proefdraaien in de verwarmingsstand meteen na het activeren van
de veiligheidsonderbreker wordt begonnen, wordt in sommige gevallen ongeveer
15 minuten geen lucht uitgeblazen om de unit te beschermen.
▪
Gebruik alleen de airconditioner bij het proefdraaien. Gebruik de Hybride voor
Multi of de warmtapwatergenerator NIET bij het proefdraaien.
▪
Tijdens het koelen kan er zich ijs vormen op de gasafsluiter of op andere
onderdelen. Dit is normaal.
INFORMATIE
▪
De unit verbruikt ook nog stroom wanneer ze uitgeschakeld is.
▪
Wanneer de stroom wordt hersteld na een stroompanne, werkt de unit verder in
de eerder geselecteerde stand.
2MXM68+3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1D – 2021.03