6.3.4 De buitenunit installeren
6.3.5 Afvoer voorzien
2MXM68+3(A)MXM+3(A)MXF+4MXM+5MXM
R32 Split-reeks
4P600463-1D – 2021.03
▪
Controleer of het condenswater goed kan worden afgevoerd.
▪
Plaats de unit op een sokkel om een goede afvoer te hebben, zodat ijs zich niet
kan ophopen.
▪
Voorzie een waterafvoerkanaal rond de fundering om overtollig water rond de
unit af te voeren.
▪
Vermijd dat het afgevoerd water over het voetpad vloeit zodat het voetpad NIET
glad wordt bij vriestemperaturen.
▪
Indien u de unit op een frame installeert, plaats dan een waterdichte plaat op
maximum 150 mm van de onderkant van de unit om te verhinderen dat water in
de unit kan binnendringen en afgevoerd water zou druppelen (zie de volgende
afbeelding).
OPMERKING
Gebruik in koude streken GEEN afvoeraansluiting, afvoerslang en afvoerdeksels
(groot, deksel) met de buitenunit. Neem de gepaste maatregelen zodat het
afgevoerde condensaat NIET kan bevriezen.
OPMERKING
Als de afvoeropeningen van de buitenunit afgedekt zijn door een installatiebasis of
de vloer, plaatst u extra voeten van ≤30 mm hoog onder de voeten van de
buitenunit.
▪
Gebruik een afvoeraansluiting voor de afvoer.
a
a Afvoeropening
6
Installatie van de unit
|
4× M8/M10
Uitgebreide handleiding voor de installateur
31