Bijlage A. Problemen oplossen
De onderstaande richtlijnen bevatten tips voor het omgaan met problemen die u bij
het gebruik van de projector zou kunnen ondervinden. Als u uw probleem
daarmee niet kunt oplossen, neem dan voor assistentie contact op met uw
leverancier.
Algemene problemen en oplossingen
Controleer de onderstaande punten voordat u verdergaat met probleemspecifieke
oplossingen.
v Sluit een ander apparaat aan op het stopcontact om na te gaan of daar wel
v Controleer of de projector is aangeschakeld.
v Controleer of alle kabels goed zijn aangesloten.
v Controleer of het aangesloten apparaat is aangeschakeld.
v Controleer of een aangesloten PC niet in de spaarstand Onderbreken staat.
v Controleer of de aangesloten notebookcomputer is geconfigureerd voor gebruik
Tips voor probleembepaling
Voer de stappen in elk van de probleemspecifieke onderwerpen in de voorgestelde
volgorde uit. Op die manier kunt u het probleem vaak sneller oplossen.
Probeer het probleem te lokaliseren om te vermijden dat u niet-defecte onderdelen
gaat vervangen. Als u bijvoorbeeld de batterijen vervangt en het probleem blijft
zich voordoen, plaats de originele batterijen dan terug en ga door met de volgende
stap.
Houd bij welke stappen u uitvoert wanneer u een probleem op probeert te lossen:
Deze informatie kan van belang zijn wanneer u telefonisch technische
ondersteuning vraagt, of om door te geven aan een servicemedewerker.
Informatie voor probleemoplossing
De onderstaande tabel bevat informatie over de oplossing van problemen met de
projector. In sommige gevallen worden meerdere mogelijke oplossingen verstrekt.
Probeer de oplossingen in de vermelde volgorde. Wanneer het probleem is
opgelost, kunt u de andere oplossingen overslaan.
© Lenovo 2005. Portions © IBM Corp. 2004.
spanning op staat.
van een extern beeldscherm. Dit doet u meestal met behulp van een van de
Fn-toetscombinaties op de notebook.
Tabel A-1. Probleemoplossing
Probleem
Er verschijnt geen afbeelding op
het scherm.
Oplossing
v Controleer of de computer en de projector zijn
aangeschakeld.
v Controleer de instellingen op uw notebook of
desktop-PC.
v Schakel alle apparaten uit en vervolgens in de juiste
volgorde weer aan.
A-1