3. Trek de connector van de batterijkabel los van de systeemkaart.
4. Verwijder de zes schroeven (M2x3) waarmee de batterij aan het frame is bevestigd.
5. Til de batterij uit het systeem.
De batterij plaatsen
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de locatie van de batterij aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
Stappen
1. Lijn de batterij uit en plaats deze in de computer.
2. Plaats de zes schroeven (M2x3) terug waarmee de batterij aan het frame wordt bevestigd.
3. Sluit de batterijkabel aan op de systeemkaart.
4. Plaats de enkele schroef (M1.6x3.4) terug waarmee de connector van de batterijkabel aan de systeemkaart wordt bevestigd.
5. Bevestig de FPC van de Hall-sensor-dochterkaart en de docking-connector-FPC aan de batterij.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
59