Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bernina Artista 185 Handleiding pagina 131

Inhoudsopgave

Advertenties

46
Dwarstransportmotieven
Dwarstransportmotieven – outline-designs
Steekkeuze:
Naald:
Garen:
Transporteur:
Naaivoet:
dwarstransportmotieven/monogrammen
soort en dikte afhankelijk van het materiaal
borduurgaren (katoen of siergaren)
omhoog (naaipositie)
dwarstransportvoet nr. 40C
Dwarstransportmotieven
· grote motieven, waarbij vooral de contouren worden
genaaid
· monogrammen
· dwarstransportmotieven worden op het beeldscherm met
het dwarstransportsymbool (= kruis met vier pijlen)
weergegeven
Stoftransport
· de transporteur schuift het naaiwerk voor - en achteruit,
zoals gewoonlijk
· bovendien verschuift de transporteur het materiaal bij
deze motieven ook zijwaarts
Draadspanning
· de draadspanning wordt met de keuze van de steek
automatisch ingesteld
Afmetingen
· de afmetingen van dwarstransportmotieven kunnen niet wor den
veranderd
· monogramletters kunnen in 3 verschillende groottes worden genaaid
(30/20/15 mm)
Steeklengte en steekbreedte
· steeklengte en steekbreedte van de dwarstransportmotieven kunnen niet
worden veranderd
Balans
· afhankelijk van de stof, het verstevigingsmateriaal en de kwaliteit van
het garen kunnen de steken en motieven van de originele vorm afwijken
· met behulp van de "balans" kan de steek aan het materiaal wor d en
aangepast
· voor meer informatie zie blz. 50
Dwarstransportmotieven en funkties
· de dwarstransportmotieven kunnen met alle funkties, die op het
beeldscherm verschijnen (bijv. "spiegelbeeld") worden gekombineerd
Proeflapje
· een proeflapje met het gewenste garen, de originele stof en het gekozen
verstevigingsmateriaal is altijd aan te bevelen!
Mallen (foliën) als praktische hulp
· m.b.v. mallen kunnen de motieven gemakkelijk op de stof wor d en
geplaatst
· alle dwarstransportmotieven zijn in de originele gr ootte op de mallen
afgebeeld (uitzondering: monogramletters middel en klein)
· een cirkel geeft het motiefbegin aan
· een kruisje geeft het motiefeinde aan
· motiefbegin en motiefeinde zijn van een gaatje voorzien, hier d oor
kunnen deze punten exakt op de stof wor d en gemarkeerd
· de naairichting wordt met een naaivoetsymbool en dunne hulplijnen
aangegeven
· de naaivoet moet tijdens het naaien altijd parallel t.o.v . de hulplijnen
lopen
· de mallen bevinden zich op de laatste bladzijde van deze
gebruiksaanwijzing
Geen mal voor monogramletters middel/klein
· de monogramletters middel en klein beginnen en eindigen altijd op de
basislijn; een mal is derhalve overbodig
· het naaiverloop komt overeen met de schrijfwijze
030866.51.05_0401_a185_NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave