Probleem
Na het inschakelen van
de kookplaat wordt
kort weergegeven in de
timerdisplay. De kook-
zones worden niet heet.
Een kookzone wordt
automatisch uitgescha-
keld.
De inhoud van een pan
begint niet of nauwe-
lijks te koken, terwijl de
kookstartautomaat in-
geschakeld is.
De inhoud van de pan
kan niet of bijna niet
aan de kook worden ge-
bracht.
De verwarming van een
kookzone schakelt
steeds in en weer uit.
Er knipperen een of
meer restwarmte-indi-
caties.
Oorzaak en oplossing
De kookplaat bevindt zich in de demo-modus.
Druk tegelijk op de sensortoetsen 0 en 2 totdat op
de timerdisplay en afwisselend knipperen.
De gebruiksduur is overschreden.
U kunt de kookzone gewoon weer in gebruik ne-
men (zie het hoofdstuk "Veiligheidsfunctie", onder
"Veiligheidsuitschakeling").
Er worden grote hoeveelheden voedingsmiddelen ver-
warmd.
Kook met de hoogste vermogensstand en stel
daarna handmatig een lagere vermogensstand in.
De pan geleidt de warmte niet goed.
Gebruik andere pannen die de warmte wel goed
geleiden.
De pan geleidt de warmte niet goed.
Gebruik andere pannen die de warmte wel goed
geleiden.
De pan is te groot in verhouding tot de kookzone.
Gebruik een kleinere pan.
Het tweede verwarmingscircuit van de Vario-kookzo-
ne of braadzone is niet bijgeschakeld.
Schakel het tweede verwarmingscircuit bij.
Dit 'pulserend schakelen' van de verwarming is nor-
maal. Het pulserend schakelen wordt geregeld door
de elektronische regeling van het verwarmingsvermo-
gen (zie het hoofdstuk "Werking van de kookzones").
Als de verwarming bij de hoogste vermogensstand
pulserend schakelt, dan is de oververhittingsbeveili-
ging geactiveerd (zie het hoofdstuk "Veiligheidsfunc-
tie", onder "Oververhittingsbeveiliging").
Er is een stroomstoring geweest tijdens bedrijf of ter-
wijl er nog sprake was van restwarmte.
Nuttige tips
45