De Distortion Parameters
Distortion is een prima manier om een geluid drastisch te wijzigen — alhoewel subtiele distortion instellin-
gen verbazingwekkende delicate variaties teweeg kunnen brengen.
Type
• Distortion Type
• Instellingen: THRU, DISTORTION, OVERDRIVE, 3-BAND
EQ
Hiermee selecteert u het distortion type, of "THRU"
als u geen distortion effect nodig hebt. Zie het aparte
engelstalige "List Book" voor een korte uitleg van de
verschillende distortion types.
Type-Specific Distortion Parameters
• Zie het aparte engelstalige "List Book"
De verschillende distortion types, te selecteren met
de "Type" parameter, hierboven, bevatten verschil-
lende parameters die het daadwerkelijke distortion
geluid bepalen. Zie het aparte engelstalige "List Book"
voor meer informatie over de individuele parameters
van de verschillende distortion types.
AT DstCtrl
• Aftertouch Distortion Control (besturing)
• Instellingen: -64 ... +63
Door het distortion effect te laten besturen door
aftertouch, kunt u via aftertouch pressure van het toet-
senbord de geselecteerde effect parameters van de
distortion in realtime aansturen. De parameter die kan
worden bestuurd is per distortion effect type vast
ingeprogrammeerd (zie het aparte engelstalige "List
Book"). De "AT DstCtrl" parameter bepaalt in welke
94
Effecten & het Editten van Effecten
mate de effect parameter wordt beïnvloedt door aftertouch
pressure. Als bijvoorbeeld het OVERDRIVE effect is
geselecteerd, bestuurt aftertouch de "Drive" parameter.
In dit geval zorgen hogere positieve "AT DstCtrl" waar-
den er voor dat als de aftertouch pressure toeneemt de
drive waarde toeneemt, terwijl hogere negatieve waar-
den er voor zorgen dat als de aftertouch pressure toe-
neemt de drive waarde afneemt. Als deze parameter op
"+00" staat heeft aftertouch geen effect.
AC1DstCtrl
• Assignable Controller 1 Distortion Control
• Instellingen: -64 ... +63
Als u met de Assignable (vrij toewijsbare) Controller
het variation effect aanstuurt kunt u de geselecteerde
distortion effect parameters realtime aansturen (zie pag.
54). De parameter die kan worden bestuurd is per
distortion effect type ingeprogrammeerd (zie het aparte
engelstalige "List Book"). De "AC1DstCtrl" parameter
bepaalt in welke mate de effect parameter wordt beïn-
vloedt door de controller. Als bijvoorbeeld het OVER-
DRIVE effect is geselecteerd, bestuurd de controller de
"Drive" parameter. In dit geval zorgen hogere positieve
"AC1DstCtrl" waarden er voor dat als de controller waar-
den toenemen de drive waarde toeneemt, terwijl hogere
negatieve waarden er voor zorgen dat als de controller
waarden toenemen de drive waarde afneemt. Als deze
parameter op "+00" staat heeft de Assignable (vrij toewijs-
bare) controller 1 geen effect.
Dist Part
• Distortion Part
• Instellingen: off, on
Zet de distortion effect stage "aan" of "uit".