Terug naar beginpagina
Spraakcontrole
ñ
S
praakcontrole
Het navigatiesysteem is uitgerust met een
geavanceerde spraakherkenningsfunctie
, zodat u het systeem met uw stem kunt
bedienen. De ondersteunde talen zijn
Amerikaans Engels, Brits Engels, Frans, Duits,
Nederlands, Italiaans en Spaans. Raadpleeg
<Tabel met spraakopdrachten> (apart volume)
voor informatie over spraakopdrachten.
OPMERKING
• ASR op het taalinstellingscherm moet zijn ingesteld
op "Ingeschakeld". Zie Taalinstellingen
(P.110).
Spraakcontrole
1
Druk op de Push-To-Talk-schakelaar
om de functie voor spraakcontrole te
activeren.
De toetsen die in een groen vierkantje
zijn geplaatst, ondersteunen
spraakcontrole.
2
Spreek de opdracht uit. (Bijv: Zeg
"TUNER" .)
106
Het scherm is veranderd in het
tunerregelscherm.
U hoort nogmaals een pieptoon.
3
Herhaal dezelfde procedure als in
stap 2.
Raadpleeg <Tabel met
spraakopdrachten> (apart volume) voor
informatie over spraakopdrachten.
4
Druk op de Push-To-Talk-schakelaar
om de functie voor spraakcontrole te
beëindigen.
Ñ
Spraakopdrachten weergeven
De lijst met beschikbare spraakopdrachten
weergeven.
1
Druk op de Push-To-Talk-schakelaar
en houd deze ingedrukt.
De lijst met beschikbare
spraakopdrachten wordt weergegeven.
Spreek een opdracht uit.
OPMERKING
• Druk op de Push-To-Talk-schakelaar of raak het
scherm aan om de weergave van de lijst met
opdrachten te beëindigen.
ñ
C
amerabediening
Wanneer een CMOS-310/CMOS-300
(optionele accessoire) is aangesloten, kan de
camera vanaf dit navigatiesysteeml worden
bediend.
Camerabediening
U kunt de camerahoek van het
camerasysteem en de weergave van de
richtlijn aanpassen.
1
Druk de knop <NAV> 1 seconde in.
Het scherm voor de cameraweergave
wordt getoond.
2
Pas de verschillende onderwerpen als
volgt aan.
1
2
3
1
Richtlijn
Bij elke aanraking wordt het richtlijnscherm in-
of uitgeschakeld.
2
KIJKHOEK
Bij elke aanraking verandert de camerahoek in
de volgende volgorde:
Supergroothoekbeeld/Groothoekbeeld/
Bovenaanzicht/PinP-weergave/Hoekweergave
3
Het scherm voor de cameraweergave wissen.
Terug naar beginpagina
Camerabediening
De weergavecamera wisselen
Schakelen tussen de frontzichtcamera en de
achteruitrijcamera.
1
Druk de knop <NAV> 1 seconde in.
Het scherm voor de cameraweergave
wordt getoond.
2
Raak het geïllustreerde gebied aan in
het scherm voor de cameraweergave.
Schakelt telkens tussen
de frontzichtcamera en de
achteruitrijcamera wanneer u het
geïllustreerde gebied aanraakt.
107