5.3
Instellen van de deurnodes
5.3.1 Identiteit
Om elke deurnode (verdieping) een eigen identiteit te geven, zijn de DIP-switches 1 (1), 2 (2) en 3
(3) ingesteld op verschillende posities volgens de verschillende mogelijkheden die hieronder zijn
weergegeven. Dit geldt voor alle types deuren.
Opgelet!
Om de nieuwe instellingen te bevestigen moet de stroomtoevoer naar de lift worden uitgeschakeld.
Verdieping 0
UIT
AAN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Afbeelding 46 Identiteit van deurnodes
5.3.2
Wanneer een deur is uitgerust met een automatische deuropener, dan moet switch 5 (5) in AAN-
stand staan, zie Afbeelding 47.
Afbeelding 47 Instellingen voor automatische deuropener
Verdieping 1
Verdieping 2
Deuropener
5
Verdieping 3
Verdieping 4
Fig. 5000_7000_Op_05.wmf
39
Verdieping 5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Fig. 5000_7000_Op_04.wmf