4
Oplossen van problemen
Wanneer de lift niet functioneert, moet u het volgende controleren:
a
Controleer eerst of de voedingsspanning aanwezig is. Controleer ook dat de noodstop op het
paneel en onderaan de schacht niet werd geactiveerd, dat de onderhoudsstuiting niet werd
geplaatst en dat alle deuren zijn gesloten.
b
Open het servicepaneel op het platform en controleer of de leds op de master node een
incorrecte werking weergeven, zie Afbeelding 17 items 8 en 9 en ook Afbeelding 18.
OPGELET!
Controleer of het veiligheidscircuit intact is; wanneer dat niet het geval is, functioneren de leds
niet correct (het contact moet worden gelust wanneer de afdekking is verwijderd).
c
Wanneer led M en led 6 branden, dan is het veiligheidscircuit onderbroken, zie Afbeelding 17
items 8 en 9.
d
Wanneer één van de leds knippert, dan wordt daarmee een fout aangegeven; zie hoofdstuk 4.2
om de oorzaak van de fout vast te stellen.
4.1
Weergave tijdens normale werking
Tijdens normale werking, en ook in geval van een fout, geven leds M en 1 - 6, Afbeelding 17 items 8
en 9 meer informatie over wat er precies gaande is in het besturingssysteem.
Wanneer de elektrische stroom van de lift
alle nodes (deurnodes, smart card nodes, weergave verdieping en audiomelding) gecontroleerd.
Wanneer één van de nodes niet reageert, start de lift niet en de leds geven een foutcode weer.
Wanneer een node echter defect raakt tijdens normale werking kan de lift gewoon verder worden
gebruikt. De leds geven dan aan dat er een fout is in het besturingssysteem.
●
● ● ●
M
1
Afbeelding 18 Geeft een drie-verdiepingenlift
weer die normaal functioneert, met gesloten
en vergrendelde deuren. Led M en één led
voor elke verdieping branden.
Afbeelding 18 en Afbeelding 19 geven de lift weer in normale positie: de DIP-switch op de master
node is ingesteld voor normaal gebruik van de lift, zie hoofdstuk 5.
Raadpleeg het schakelschema van de lift voor meer informatie.
1)
Wanneer de master node zich in normale positie bevindt, geven de leds de meest recente fout weer
gedurende +/- 2 seconden bij het inschakelen van de voeding.
○ ○ ○
2
3
4
5
1)
wordt ingeschakeld, wordt het besturingssysteem met
● ○ ○ ○ ○ ○ ●
6
M
1
Afbeelding 19 Geeft aan dat het
veiligheidscircuit is geopend; bijv. omdat
een veiligheidsschakelaar werd geactiveerd.
27
2
3
4
5
6