Inhoudsopgave
Advertenties
defect is, zal de weerstand ongeveer 120 ohm zijn.
c
Wanneer de weerstand ongeveer 120 ohm is, controleer dan de doorgang van het CAN-
buscircuit in de witte en bruine draden van de afgeschermde kabel. Voor het meten moet u de
connector naar de schachtkabel verwijderen. Wanneer u dat niet doet, is de gemeten waarde niet
correct.
d
Wanneer de draden niet defect zijn, vervang dan de deurnode.
6.
Geen signalen van de impulsteller
a
Dit betekent dat de impulsteller geen signaal doorgeeft aan de master node.
b
De foutmelding wordt weergegeven wanneer er een startcommando wordt gegeven door het
indrukken van een verdiepingsknop op het besturingspaneel, maar de master node ontvangt
binnen 2 seconden geen signaal van de impulsteller.
c
Wanneer deze foutmelding wordt weergegeven, moet de elektrische voeding worden uit- en
opnieuw ingeschakeld om de besturing te resetten.
d
De reden hiervoor kan zijn dat de relais op de master node of een schakelaar in de schakelkast
niet functioneren, dat de motor defect is, enz. Slechts in uiterst zeldzame gevallen is er iets mis
met de impulsteller. De meest voorkomende oorzaak is een slecht contact of een defect relais.
e
Begin met de master node in installatiemodus te plaatsen en activeer de lift. Wanneer deze
correct functioneert, is er niets mis met de relais, schakelaars of kabels.
f
Wanneer de lift in installatiemodus niet functioneert, controleer dan de relais op de master node
(luister of het relais schakelt en meet, 24 V AC). Volg de kabel tussen de connectoren om zeker
te zijn dat deze niet is beschadigd, zie het schakelschema.
Controleer ook de kabels en connectoren tussen de impulsteller en de master node.
7.
Fout in EPROM op de master node
a
Dit betekent dat het geheugen, waarin alle parameters (impulsen) voor alle verdiepingen zijn
opgeslagen, defect is.
b
Zet de master node in set-up modus en probeer opnieuw te programmeren. Wanneer dat niet
mogelijk is, moet u de master node vervangen.
8.
Fasefout
a
Dit kan voorkomen wanneer de inkomende fasen na installatie werden verplaatst.
4.3.1
Alle deurfronten zijn uitgerust met een kortsluitplaat en met een weggewerkt deurcircuit. Zowel de
kortsluitplat als de contacten van het deurcircuit onderbreken het veiligheidscircuit. Wanneer een
circuit geopend is op één van de deuren, functioneert de lift niet. Op de aluminium fronten gaat de
kortsluitplaat, zie Afbeelding 57 item 4, in de richting van het deurcontact wanneer de deur dicht is,
zodat het veiligheidscircuit wordt gesloten. De schakelaar op het scharnier mag niet zijn geactiveerd
wanneer de deur dicht is, zie Afbeelding 33. Dit betekent dat het veiligheidscircuit is gesloten.
Wanneer de deur wordt geopend, wordt de schakelaar op het scharnier geactiveerd waardoor het
veiligheidscircuit wordt geopend, zie Afbeelding 32. Controleer dat het weggewerkte deurcircuit
functioneert door het deurcontact kort te sluiten. Test de lift met de deur ongeveer 7° geopend; de lift
mag niet starten. Wanneer de lift wel start, moet de scharnieras worden bijgeregeld zodat het
veiligheidscircuit vroeger wordt onderbroken. U kunt de scharnieras bijregelen door de stelschroef,
zie Afbeelding 33 item 2, los te draaien en aan de as te draaien. Zorg ervoor dat u de blokkeerschroef
vastzet.
Controleren en bijregelen van het weggewerkte deurcircuit
31
Advertenties
Inhoudsopgave
