5
Instellen van de nodes
Opgelet Tijdens deze werken is het nodig om de lift te laten functioneren met gedemonteerd
serviceluik. Er bestaat een risico op ernstige kneuzingen aan de machineruimte, omdat de lift kan
worden gebruikt terwijl het serviceluik van het platform is gedemonteerd. De monteur moet op de
hoogte zijn van dit risico en extreem voorzichtig zijn terwijl hij aan het platform werkt. De banden
moeten worden verwijderd nadat de werken zijn beëindigd.
5.1
Master node
5.1.1
1. De verdiepingscontacten moeten worden geïnstalleerd en ingesteld op alle verdiepingen voor
het programmeren.
2. Verplaats de lift naar de benedenverdieping.
3. Plaats DIP-switch 7 Afbeelding 34 in de positie voor programmeren (AAN).
4. Schakel de stroom in de elektriciteitskast gedurende 5 seconden uit en schakel deze daarna
terug in. Enkel led M zou nu mogen branden.
5. Leg het aantal verdiepingen vast door eerst de knop voor de benedenverdieping in te drukken
(led 1 brandt).
6. Druk nu op de knop voor de bovenverdieping. De leds voor alle aanwezige verdiepingen
zouden nu moeten branden en na 2 seconden worden uitgeschakeld.
7. Led M begint nu te knipperen.
8. Programmeer de posities van de verdiepingen door de lift naar de bovenverdieping te
verplaatsen, en daarna naar de benedenverdieping. De lift stopt automatisch op de boven- en
benedenverdieping.
9. Led M en Led 1, 2 enz. zouden nu moeten branden, in overeenstemming met het aantal
verdiepingen.
10. Plaats DIP-schakelaar 7 in normale positie (UIT).
11. Schakel de stroom in de elektriciteitskast gedurende 5 seconden uit en schakel deze daarna
terug in. Het systeem leest de nieuwe parameters en de lift functioneert nu in normale modus.
Programmeren van de master node
33