4.3
Oplossen van problemen in het besturingssysteem
1.
De elektromagneet trekt de vergrendeling niet terug
a
Controleer het verdiepingscontact; het is van groot belang dat beide delen van het contact zijn
ingesteld volgens Afbeelding 30. Controleer dat ze tegenover elkaar zijn uitgelijnd, wat van
groot belang is voor de werking van de lift.
Een foutief afgesteld verdiepingscontact kan ertoe leiden dat het slot niet naar behoren opent.
Afbeelding 30 Instellen van het verdiepingscontact
Item Beschrijving
1
Contactafstand in hoogte en
zijdelingse posities moet correct zijn
Tabel 16
b
Opnieuw programmeren om te garanderen dat alle parameters correct zijn ingesteld.
c
Wanneer een verdieping werd aangepast, vervangen of op enige andere manier van positie werd
gewijzigd, moet steeds een nieuwe programmering worden uitgevoerd.
2.
Wanneer het probleem met de elektromagneet nog steeds aanwezig is
a
Probeer te horen of het relais (oranje kleur) op de deurnode functioneert. U moet het relais
horen klikken telkens het platform stopt bij een verdieping. Wanneer er geen fout wordt
vastgesteld in het relais, dan moet u de spanning meten op de deurnode tussen klemmen 13 en
14. Deze spanning moet tussen 30 – 35 V liggen wanneer het platform zich bij een verdieping
bevindt en wanneer de elektromagneet niet naar achter is bewogen.
Wanneer de spanning correct is, dan kan de elektromagneet op jumperklemmen 13 en 14 op de
deurnode worden gecontroleerd. Wanneer de elektromagneet nu terug beweegt, dan is deze niet
defect. De fout ligt in het relais en de deurnode moet worden vervangen.
b
Wanneer er geen spanning aanwezig is tussen klemmen 13 en 14 op de deurnode, dan moet de
spanning worden gemeten aan de elektromagneet, op de ingangskabel waar de zwarte draad is
aangesloten op de elektromagneet en klem 13 op de deurnode. Wanneer de spanning correct is,
dan betekent dit dat een spoel in de elektromagneet defect is of dat een kabel tussen klem 14 en
de elektromagneet is beschadigd.
1
29
Fig. 5000_7000_Op_23.wmf