18.3 Proefdraaien BS-unit
18.3.1 Over proefdraaien van de BS-unit
BS4~12A14AJV1B
VRV 5 aftakkeuze-unit
4P695527-1 – 2022.02
De BS-unit is correct gemonteerd.
De lokale bedrading is uitgevoerd volgens de in dit document beschreven instructies, het
bedradingsschema en de geldende wetgeving.
De afvoerleiding is goed geïnstalleerd en geïsoleerd, en het afvoerwater goed kan
wegstromen. Controleer op waterlekken.
Mogelijk gevolg: er kan condenswater naar beneden druppelen.
Er zijn GEEN ontbrekende fasen of omgekeerde fasen.
Het systeem is correct geaard en de aardingsklemmen zijn vastgedraaid.
De zekeringen of lokaal geïnstalleerde beveiligingen zijn overeenkomstig dit document
geïnstalleerd en zijn NIET overbrugd.
De voedingsspanning stemt overeen met de spanning op het identificatieplaatje van de
unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of beschadigde elektrische componenten in de
schakelkast.
Als er geen veiligheidsmaatregelen vereist zijn, moeten de volgende maatregelen correct
zijn toegepast:
▪ Geen veiligheidsmaatregelen aangebracht.
▪ De juiste lokale instellingen zijn uitgevoerd.
Als een extern alarm vereist is, moeten de volgende veiligheidsmaatregelen correct zijn
toegepast:
▪ Het extern alarm is aangesloten en staat onder spanning.
▪ De juiste lokale instellingen zijn uitgevoerd.
Als een geventileerde omkasting vereist is, moeten de volgende veiligheidsmaatregelen
correct zijn toegepast:
▪ Het kanaal is goed geïnstalleerd en geïsoleerd.
▪ De afvoerventilator is aangesloten en staat onder spanning.
▪ De luchtinlaat (instelklep) is niet geblokkeerd.
▪ De juiste lokale instellingen zijn uitgevoerd.
Volg ook de controlelijst van de buitenunit. Zie de bij de buitenunit geleverde
montagehandleiding en gebruiksaanwijzing.
Het proefdraaien van de BS-unit moet worden uitgevoerd op alle BS-units in het
systeem, en dit voorafgaand aan het proefdraaien van de buitenunit. Het
proefdraaien
van
de
veiligheidsmaatregelen correct zijn geïnstalleerd. Zelfs wanneer er geen
veiligheidsmaatregelen zijn vereist, moet dit proefdraaien van de BS-unit worden
uitgevoerd en het resultaat bevestigd omdat bij het proefdraaien van de buitenunit
deze bevestiging voor alle BS-units in het systeem wordt gecontroleerd.
Afhankelijk van de veiligheidsmaatregel en de configuratie van de BS-unit, moet
het proefdraaien op een specifieke BS-unit van het systeem worden uitgevoerd.
Volg de hieronder aangegeven volgorde.
Opmerking: Laat niet meer dan 1 BS-unit tegelijk proefdraaien.
▪
Geen veiligheidsmaatregel: alle BS-units zonder veiligheidsmaatregelen.
▪
Extern alarm: alle BS-units met een extern alarm.
BS-unit
moet
bevestigen
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
18
Inbedrijfstelling
|
dat
de
vereiste
105