Pagina 1
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV 5 aftakkeuze-unit BS4A14AJV1B BS6A14AJV1B BS8A14AJV1B BS10A14AJV1B BS12A14AJV1B...
WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud, reparaties en gebruikte materialen moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en daarnaast ook met de geldende wetgeving en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd. In Europa en gebieden waar de IEC-normen gelden, is EN/IEC 60335-2-40 de toepasselijke norm.
Pagina 3
Over dit document GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Duidt op een situatie die elektrocutie kan veroorzaken. GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN Duidt op een situatie die brandwonden kan veroorzaken als gevolg van extreem hoge of lage temperaturen. GEVAAR: RISICO OP ONTPLOFFING Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken. WAARSCHUWING Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
Pagina 4
Over dit document Symbool Uitleg Geeft een tabeltitel of een verwijzing ernaar aan. Voorbeeld: " 1–3 Tabeltitel" betekent "Tabel 3 in hoofdstuk 1". BS4~12A14AJV1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV 5 aftakkeuze-unit 4P695527-1 – 2022.02...
Daikin gemaakt of goedgekeurd werden. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin- documentatie). WAARSCHUWING Scheur plastic verpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kan spelen.
Algemene veiligheidsmaatregelen VOORZICHTIG ▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen bovenop de unit. ▪ Klim, zit of sta NIET op de unit. Indien u TWIJFELS heeft over de installatie of de bediening van de unit, neem contact op met uw verdeler. Conform de geldende wetgeving kan een logboek bij het product vereist worden;...
Pagina 7
Algemene veiligheidsmaatregelen GEVAAR: RISICO OP ONTPLOFFING Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit: ▪ Gebruik NIET de automatische afpompfunctie van de unit die al het koelmiddel uit het systeem naar de buitenunit kan sturen. Mogelijk gevolg: Zelfontbranding en explosie van de compressor door lucht die in de draaiende compressor terechtkomt.
Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ Zie het typeplaatje op de unit wanneer deze gevuld moet worden. Daarop staan het type koelmiddel en de vereiste hoeveelheid. ▪ De unit werd in de fabriek met koelmiddel gevuld en sommige systemen moeten, afhankelijk van de maat en lengte van de leidingen, bijkomend met koelmiddel worden gevuld.
Pagina 9
Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING ▪ Gebruik ALLEEN koperdraden. ▪ Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende wetgeving. ▪ Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het product meegeleverd bedradingsschema worden uitgevoerd. ▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer of ze NIET met leidingen of scherpe randen in contact (kunnen) komen.
Pagina 10
Algemene veiligheidsmaatregelen Leg de stroomkabels op minstens 1 meter afstand van televisietoestellen en radio's om storingen te voorkomen. Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand van 1 meter soms NIET. OPMERKING ALLEEN van toepassing als de elektrische voeding driefasig is en de compressor een AAN/UIT-startmethode heeft.
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur 3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur Leef altijd de volgende veiligheidsinstructies en voorschriften na. Installatie van de unit (zie "14 Installatie van de unit" [ 58]) GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het servicedeksel verwijderd is. WAARSCHUWING Als de veiligheidsmaatregelen een geventileerde omkasting vereisen, let dan op de volgende punten:...
Pagina 12
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur VOORZICHTIG Als het metalen kanaal door een metalen lat, draadgaas of een metalen plaat van de houten structuur gaat, moeten het kanaal en de muur elektrisch worden geïsoleerd. Installatie van de koelmiddelleidingen (zie "15 Installatie van de leidingen" [ 77]) GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN...
Pagina 13
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur "16 Elektrische installatie" [ 84]) Elektrische installatie (zie GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Alle op de unit aangesloten stroombronnen moeten zijn losgekoppeld voordat u werkzaamheden uitvoert aan de unit. WAARSCHUWING Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn vertegenwoordiger, zijn servicevertegenwoordiger of gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen om een gevaarlijke situatie te voorkomen.
Pagina 14
Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur WAARSCHUWING toestel MOET worden geïnstalleerd conform nationale bedradingsvoorschriften. VOORZICHTIG Duw of leg GEEN overtollige kabellengte in de unit. VOORZICHTIG Zorg ervoor dat de kabels NIET geklemd geraken tussen het servicedeksel en de schakelkast. "18 Inbedrijfstelling" [ 104]) In bedrijf stellen (Zie VOORZICHTIG Laat het systeem NIET proefdraaien terwijl aan de binnenunits wordt gewerkt.
R32-units" [ 42]. WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten voldoen aan de instructies van Daikin en de geldende wetgeving en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd. VOORZICHTIG Gebruik GEEN potentiële ontstekingsbronnen bij het zoeken naar of detecteren van koelmiddellekken.
Voor de gebruiker BS4~12A14AJV1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV 5 aftakkeuze-unit 4P695527-1 – 2022.02...
Pagina 17
Veiligheidsinstructies voor de gebruiker 4 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker Leef altijd de volgende veiligheidsinstructies en voorschriften na. In dit hoofdstuk Algemeen ....................................Instructies voor veilig gebruik ..............................4.1 Algemeen WAARSCHUWING Indien u twijfels heeft over de bediening van de unit, neem contact op met uw dealer.
Pagina 18
Veiligheidsinstructies voor de gebruiker koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOET door een erkende installateur conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld. Door ervoor te zorgen dat dit product op de juiste manier wordt weggeworpen, draagt u bij tot het voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen voor milieu en menselijke gezondheid.
Pagina 19
Veiligheidsinstructies voor de gebruiker WAARSCHUWING Controleer vóór het gebruik van de unit of zij correct werd geïnstalleerd door een installateur. WAARSCHUWING Blokkeer de opening van de luchtinlaat (instelklep) NIET. WAARSCHUWING De unit is uitgerust met een veiligheidssysteem voor koelmiddellekdetectie. Om efficiënt te zijn, MOET de unit na de installatie, op korte onderhoudsperiodes na, altijd van stroom voorzien zijn.
Pagina 20
Veiligheidsinstructies voor de gebruiker VOORZICHTIG Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de luchtinlaat (instelklep). VOORZICHTIG Schakel de voeding volledig uit voordat u de klemmen aanraakt. Over het koelmiddel (zie "7.3 Over het koelmiddel" [ 24]) WAARSCHUWING: MATIG ONTVLAMBAAR MATERIAAL Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar. WAARSCHUWING ▪...
Pagina 21
WAARSCHUWING De installatie, service, onderhoud, reparaties en gebruikte materialen moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en daarnaast ook met de geldende wetgeving en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd. In Europa en gebieden waar de IEC-normen gelden, is EN/IEC 60335-2-40 de toepasselijke norm.
Over het systeem 5 Over het systeem WAARSCHUWING ▪ Wijzig, demonteer, verwijder, herinstalleer of repareer de unit NIET zelf aangezien een verkeerde demontage of installatie een elektrische schok of brand kan veroorzaken. Neem contact op met uw dealer. ▪ Zorg dat er geen open vlammen zijn in het geval van een koelmiddellek. Het koelmiddel zelf is helemaal veilig, niet-giftig en matig ontvlambaar, maar er zal wel een giftig gas vrijkomen wanneer het koelmiddel per ongeluk lekt in een kamer met lucht van een ventilatorkachel, gasfornuis, enz.
Voor het gebruik 6 Voor het gebruik VOORZICHTIG "4 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker" [ 17] voor alle gerelateerde veiligheidsinstructies. OPMERKING Voer NOOIT zelf een inspectie van of servicewerkzaamheden aan de unit uit. Vraag hier een erkend servicetechnicus voor. OPMERKING Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik IN om de carterverwarming van stroom te voorzien en de compressor te beschermen.
Onderhoud en service 7 Onderhoud en service In dit hoofdstuk Voorzorgsmaatregelen voor onderhoud en service ......................Periodieke controle van de geventileerde omkasting ......................Over het koelmiddel ................................7.3.1 Over de koelmiddelleksensor ..........................7.1 Voorzorgsmaatregelen voor onderhoud en service VOORZICHTIG "4 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker" ...
Onderhoud en service Waarde globaal opwarmingspotentieel (GWP): 675 Afhankelijk van de geldende wetgeving kunnen periodieke inspecties voor koelmiddellekken vereist zijn. Neem contact op met uw installateur voor meer informatie. OPMERKING De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO equivalent.
Pagina 26
Onderhoud en service INFORMATIE Om het alarm van de gebruikersinterface te stoppen, zie de uitgebreide handleiding van de gebruikersinterface. BS4~12A14AJV1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV 5 aftakkeuze-unit 4P695527-1 – 2022.02...
Opsporen en verhelpen van storingen 8 Opsporen en verhelpen van storingen Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan onderstaande maatregelen en neem contact op met uw dealer. WAARSCHUWING In het geval van een koelmiddellek moet het systeem van stroom voorzien zijn om het probleem op te lossen.
Opsporen en verhelpen van storingen 8.1 Symptomen die geen storingen van het systeem zijn De volgende symptomen zijn GEEN storingen van het systeem: 8.1.1 Symptoom: geluid ▪ Een zoevend geluid is hoorbaar onmiddellijk na het inschakelen van de voeding. De elektronische expansieklep in de BS-unit begint te werken en produceert het geluid.
Pagina 29
Verplaatsen 9 Verplaatsen Neem contact op met uw dealer om de volledige unit te verwijderen en opnieuw te installeren. Het verplaatsen van units vereist een zekere technische kennis. BS4~12A14AJV1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV 5 aftakkeuze-unit 4P695527-1 –...
Pagina 30
Als afval verwijderen 10 Als afval verwijderen Deze unit werkt met fluorkoolwaterstof (HFK). Neem contact op met uw dealer wanneer u deze unit verwijdert. Het is bij wet verplicht om het koelmiddel te verzamelen, transporteren en verwijderen volgens de voorschriften voor "verzamelen en vernietigen van HFK's".
Over de doos 11 Over de doos Denk aan de volgende punten: ▪ De unit MOET bij de levering gecontroleerd worden op beschadiging en volledigheid. Elke vorm van beschadiging of ontbrekende onderdelen MOET onmiddellijk aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur worden gemeld.
Pagina 33
Over de doos ▪ Hef de unit op bij de uitsparingen in het karton. Voor BS10~12A-units, wordt aangeraden om met meer dan 2 mensen te heffen. ▪ Beweeg langzaam bij het verplaatsen van de unit. ▪ Hef de unit na het uitpakken op aan de ophangbeugels. Oefen geen druk uit op andere delen, en zeker niet op de koelmiddelleiding en afvoerleiding.
Over de doos 11.2 De unit uitpakken Voor BS4A 1 Snijd de riemen door en verwijder ze. 2 Verwijder de delen van de doos zoals afgebeeld. BS4~12A14AJV1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV 5 aftakkeuze-unit 4P695527-1 – 2022.02...
Pagina 35
Over de doos Voor BS6~12A 3 Snijd de binnenste riemen door en verwijder ze. BS4~12A14AJV1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV 5 aftakkeuze-unit 4P695527-1 – 2022.02...
Pagina 36
Over de doos 4 Verwijder de pallet. 5 Snijd de buitenste riemen door en verwijder ze. 6 Verwijder de delen van de doos zoals afgebeeld. BS4~12A14AJV1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV 5 aftakkeuze-unit 4P695527-1 – 2022.02...
Pagina 37
Over de doos BS4~12A14AJV1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV 5 aftakkeuze-unit 4P695527-1 – 2022.02...
Over de doos 11.3 Accessoires verwijderen 3/1x 4/2x 8/11x 3/1x 4/2x a Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing b Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid c Afvoerslang d Metalen klem e Afdichtingsmateriaal (groot) f Afdichtingsmateriaal (klein) g Afdichtingsmateriaal (dun vel) h Insulatiebuis voor stopperleiding Ø9,5 mm (3× voor BS4A, 1× voor BS6~12A) i Insulatiebuis voor stopperleiding Ø15,9 mm (4×...
Over de unit en opties 12 Over de unit en opties In dit hoofdstuk 12.1 Identificatie ..................................... 12.1.1 Identificatielabel: BS-unit............................12.2 Over het werkingsbereik ................................ 12.3 Systeemlay-out ..................................12.4 Combinaties van units en opties ............................12.4.1 Mogelijke opties voor de BS-unit........................... 12.1 Identificatie OPMERKING Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd of onderhouden worden, let op de...
Over de unit en opties a Buitenunit met warmteterugwinning b Aftakkeuze-unit (BS) c VRV binnenunit met directe expansie (DX) d Afstandsbediening in normale stand e Afstandsbediening in stand alleen alarm f Afstandsbediening in supervisor-stand (verplicht in sommige situaties) g iTM (optie) h Optie-printplaat (optie) Koelmiddelleiding Bedrading transmissie en gebruikersinterface...
Pagina 41
Over de unit en opties BS4~12A BS10~12A BS6~12A BS4~12A X15A X3/4M X3/4/5M a Voeding voor de BS-unit b Transmissiebedrading c Kabelbinder d Voeding van de opwaartse afvoerkit e Relaiskabelbundel van de opwaartse afvoerkit f Relaisconnector van de opwaartse afvoerkit g Ferrietkern BS4~12A14AJV1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV 5 aftakkeuze-unit...
Speciale vereisten voor R32-units 13 Speciale vereisten voor R32-units In dit hoofdstuk 13.1 Vereisten voor de installatieruimte............................13.2 Vereisten systeemlay-out............................... 13.3 Vereiste veiligheidsmaatregelen bepalen..........................13.4 Veiligheidsmaatregelen ................................13.4.1 Geen veiligheidsmaatregel............................. 13.4.2 Extern alarm ................................13.4.3 Geventileerde omkasting............................13.5 Combinaties van configuraties met geventileerde omkasting ....................13.6 Combinaties van veiligheidsmaatregelen ..........................
Speciale vereisten voor R32-units Installatie van de BS-unit Afhankelijk van de kameroppervlakte waarin de BS-unit is geïnstalleerd en de totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem, zijn andere veiligheidsmaatregelen vereist. "13.3 Vereiste veiligheidsmaatregelen bepalen" [ 43]. Zie de bij de buitenunit geleverde montagehandleiding en gebruiksaanwijzing voor de totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem.
Pagina 44
Speciale vereisten voor R32-units ≥ 20 mm ≥ 20 mm nvmin ≥ 50% A nvmin ≤ 100 mm Minimale oppervlakte natuurlijke ventilatie nvmin Voor de onderste opening: Het is geen opening naar buiten De opening kan niet worden afgesloten De opening moet ≥0,012 m² zijn (A nvmin De oppervlakte van openingen hoger dan 300 mm van de vloer telt niet mee bij de berekening van A...
Pagina 45
Speciale vereisten voor R32-units All other floors Lowest underground floor No safety measure No safety measure External alarm Ventilated enclosure Ventilated enclosure m [kg] m [kg] [m²] [m²] Lowest under- Lowest under- m [kg] All other floors m [kg] All other floors ground floor ground floor No safety measure...
Speciale vereisten voor R32-units (c) No safety measure (=Geen veiligheidsmaatregel) (d) External alarm (=Extern alarm) (e) Ventilated enclosure (=Geventileerde omkasting) Controleer welke veiligheidsmaatregel is vereist aan de hand van de totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem en de oppervlakte van de kamer waarin de BS-unit is geïnstalleerd.
Speciale vereisten voor R32-units "No safety measure" (Geen veiligheidsmaatregelen) 118 m² "External alarm" (Extern alarm) 59 m² ▪ Dit betekent dat de volgende veiligheidsmaatregelen vereist zijn: BS-unit Kameroppervlakte Vereiste veiligheidsmaatregel A=125 m²≥118 m² Geen veiligheidsmaatregelen A=70 m²≥59 m² Extern alarm A=15 m²<59 m² Geventileerde omkasting No safety measure External alarm Ventilated enclosure m [kg]...
Speciale vereisten voor R32-units 13.4.2 Extern alarm Gebruik de veiligheidsmaatregel met een extern alarm NIET in de volgende gevallen: ▪ BS-unit geïnstalleerd op de laagste ondergrondse verdieping van een gebouw. ▪ BS-unit geïnstalleerd in een ruimte waarin zich mensen bevinden die beperkt zijn in hun verplaatsingen.
Speciale vereisten voor R32-units 13.4.3 Geventileerde omkasting Een geventileerde omkasting is vereist als veiligheidsmaatregel als de andere veiligheidsmaatregelen (zie "13.4.1 Geen veiligheidsmaatregel" [ 47] en "13.4.2 Extern alarm" [ 48]) niet toegestaan zijn. Voor de veiligheidsmaatregel met een geventileerde omkasting, moeten kanaalwerk afvoerventilator worden...
Pagina 50
Speciale vereisten voor R32-units Onderhoud Een periodieke inspectie van de unit is vereist, waarbij het proefdraaien wordt herhaald (zie "18.3 Proefdraaien BS- unit" [ 105]). Onderhoud het afvoerkanaal om te voorkomen dat er zich stof en vuil in gaat ophopen en de luchtafvoer wordt belemmerd (zie "7.2 Periodieke controle van de geventileerde omkasting" [...
Pagina 51
Speciale vereisten voor R32-units Gebruik het luchtdebiet en de som van de drukvallen om een geschikte ventilator te kiezen. Voorbeeld a BS-unit b~h Kanaalwerk (kanaal, bocht, verkleinstuk, vergrootstuk, terugslagklep, muurrooster, enz.) i Afvoerventilator In dit voorbeeld gebruiken we een BS12A-unit. Gebruik de curve van de interne druk binnen de BS-unit (P ) in functie van het luchtdebiet (AFR ).
Pagina 52
Speciale vereisten voor R32-units Noteer de drukval van elke component in een overzichtstabel. Tel de drukverliezen bij elkaar op. Aanduiding Type AFR [m³/h] Lengte [m] ∆P [Pa/m] ∆P [Pa] BS-unit 47,5 Kanaal " Bocht " Kanaal " Bocht " Kanaal "...
Speciale vereisten voor R32-units BS-unit # b Kanaalwerk c Afvoerventilator Het volstaat om de afvoerventilator op slechts 1 BS-unit van de cluster (=BS-units van hetzelfde kanaalwerk en afvoerventilator) aan te sluiten (zie "16.5 Externe outputs aansluiten" [ 93]). Als er in een cluster BS-units zijn die tot verschillende buitenunitsystemen behoren, moet het ventilatorcircuit op 1 BS-unit (in de cluster) van elk buitenunitsysteem worden aangesloten.
Speciale vereisten voor R32-units Geef elke cluster in het systeem een uniek clusternummer. Alle BS-units in dezelfde cluster MOETEN hetzelfde clusternummer hebben. Opmerking: Sommige lokale instellingen moeten op alle hoofdprintplaten (A1P, A2P en A3P) van dezelfde BS-unit worden uitgevoerd. Zie "17.1 Lokale instellingen uitvoeren" [ 95] voor meer informatie.
Speciale vereisten voor R32-units Proefdraaien BS-unit Voordat de BS-unit in gebruik wordt genomen, moet u proefdraaien met een simulatie van een koelmiddellek. Zie "18.3 Proefdraaien BS-unit" [ 105] voor meer informatie. Lokale instellingen Meerdere BS-units in serie – 1 afvoerventilator Code Beschrijving Waarde [2-0] Aanduiding cluster...
Installatie van de unit 14 Installatie van de unit WAARSCHUWING De installatie MOET voldoen aan de vereisten die gelden voor deze R32-apparatuur. "13 Speciale vereisten voor R32-units" [ 42] voor meer informatie. In dit hoofdstuk 14.1 Installatieplaats voorbereiden..............................14.1.1 Vereisten voor de installatieplaats van de unit ..................... 14.2 Mogelijke configuraties ................................
Pagina 59
Installatie van de unit OPMERKING Als het toestel op minder dan 30 m van een residentiële locatie wordt geïnstalleerd, MOET de professionele installateur een evaluatie maken van de EMC-situatie voor over te gaan tot de installatie. OPMERKING Voor de installatie en het onderhoud moet een beroep worden gedaan op een professional met relevante EMC-ervaring om eventuele specifieke EMC-beperkende maatregelen die in de gebruiksaanwijzing zijn omschreven, te installeren.
Pagina 60
Installatie van de unit ▪ Plaatsen met nevels van mineraalolie, oliespray of dampen in de lucht. Plastic onderdelen kunnen worden aangetast en van het toestel vallen of waterlekken veroorzaken. ▪ In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen. ▪ In voertuigen of schepen. Het is NIET aangewezen de unit op de volgende plaatsen te installeren, omdat deze plaatsen de levensduur van de unit kunnen verkorten: ▪...
Pagina 61
Installatie van de unit ▪ Afvoerleidingen combineren. Afvoerleidingen kunnen worden gecombineerd. Gebruik afvoerleidingen en T-stukken met de juiste diameter voor de werkingscapaciteit van de units. a T-stuk ▪ Afstand. Let op de volgende vereisten: d ≥ 500 c ≥ 485 c ≥...
Installatie van de unit [mm] A Afmeting plafondopening: 800 mm (BS4A) 1200 mm (BS6~8A) 1600 mm (BS10~12A) 14.2 Mogelijke configuraties Koelmiddelleiding A Koelmiddelleiding aangesloten alleen op linkerzijde B Koelmiddelleiding aangesloten alleen op rechterzijde C Koelmiddelleiding aangesloten op beide zijden (doorstromen) 1 Van buitenunit of van BS-unit 2 Van buitenunit of van/naar BS-unit a Stopperleidingen (accessoire) b Lokale leidingen (lokale levering)
Installatie van de unit Kanaal A’ B’ A Standaard stroom. Alleen kanaal aan de luchtuitlaatzijde. (Standaard configuratie) A' Standaard stroom. Kanaal aan beide zijden. B Omgekeerde stroom. Alleen kanaal aan de luchtuitlaatzijde. B' Omgekeerde stroom. Kanaal aan beide zijden. C Geen afvoerventilatie geïnstalleerd 1 Naar afvoerventilator of een andere BS-unit 2 Van een andere BS-unit a Kanaal (lokaal te voorzien)
Installatie van de unit 14.3 De unit openen en sluiten 14.3.1 De unit openen 3× GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het servicedeksel verwijderd is. 14.3.2 De unit sluiten 3× ≤ 3.2 N·m 14.4 Montage van de unit 14.4.1 De unit monteren INFORMATIE Optionele apparatuur.
Pagina 65
Installatie van de unit a Afstand tussen ophangbouten (lengte): 513 mm b Afstand tussen ophangbouten (breedte): 630 mm (BS4A) 1030 mm (BS6~8A) 1430 mm (BS10~12A) 2 Installeer een moer, 2 ringen en een dubbele moer op elke ophangbout. Laat voldoende plaats vrij om de unit te bewegen tussen de moer en de dubbele moer.
Installatie van de unit OPMERKING Als de unit onder een grotere hoek wordt geïnstalleerd dan toegestaan, kan er water uit de unit druppelen. a Niveau b Plastic buis met water ≤ 1° ≤ 1° a Afvoeraansluiting b Schakelkast 14.4.2 Afvoerleiding aansluiten OPMERKING Een slechte aansluiting van de afvoerslang kan lekken veroorzaken en schade berokkenen aan de installatieruimte en de omgeving.
Pagina 67
Installatie van de unit c Metalen klem (accessoire) 4 Controleer of het water goed wordt afgevoerd. ▪ Open de inspectie-opening door het deksel van de inspectie-opening te verwijderen. 2× ≤ 3.2 N·m ▪ Giet water door de inspectie-opening. ▪ Controleer of het water goed door de afvoerslang stroomt en controleer op waterlekken.
Installatie van de unit 14.4.3 Afvoerleiding installeren 1 Installeer de afvoerleiding met ophangbeugels zoals afgebeeld. 1~1.5 m a Ophangbeugel Toegelaten Niet toegestaan 2 De leiding moet afhellen (minstens 1/100) om te voorkomen dat er lucht in blijft zitten. Als u de afvoer niet met niet voldoende verval kunt aanleggen, gebruik dan de opwaartse afvoerkit (K-KDU303KVE).
Installatie van de unit ▪ Installeer de optiekit EKBSDCK op de instelklep. Zie "12.4.1 Mogelijke opties voor de BS-unit" [ 40]. ▪ Plaats een kanaal van 160 mm over de optiekit. ▪ Bevestig het kanaal met minimaal 3 schroeven aan de optiekit. ▪ Volg de instructies van de fabrikant van het kanaal voor andere aansluitingen.
Installatie van de unit 1 Verwijder de kanaalaansluiting. Gooi de schroeven niet weg. 4× 2 Installeer de kanaalafsluitplaat (accessoire) met deze 4 schroeven. 4× ≤ 3.2 N·m 14.5.3 Luchtinlaat en -uitlaat omwisselen Schakelkast laten zakken 1 Open de BS-unit. Zie "14.3.1 De unit openen" [ 64].
Installatie van de unit 2× 4× SW13 Instelklep verwijderen 1 Verwijder de uiterst linkse draadbevestigingsplaat. Deze blokkeert de draad van de instelklep. ▪ Draai de schroeven een beetje los zonder ze te verwijderen. ▪ Verschuif de plaat en hef ze op. 2×...
Installatie van de unit c Aardingsdraad instelklep ▪ Koppel de draad van de instelklep los van de tussenstekker. ▪ Draai de schroef van de aardingsdraad van de instelklep los en verwijder ze; maak de aardingsdraad van de instelklep los. ▪ Bewaar de schroef op een veilige plaats. ▪...
Installatie van de unit 4× Kanaalaansluiting installeren 1 Plaats de kanaalaansluiting op de andere kant van de unit. 2 Bevestig de kanaalaansluiting met 4 schroeven. 4× ≤ 3.2 N•m Instelklep installeren 1 Installeer de instelklep op de andere kant van de unit. ▪...
Pagina 74
Installatie van de unit 4× ≤ 3.2 N•m a Draad instelklep b Schroef c Instelklep 2 Sluit de draden van de instelklep aan. 1× ≤ 1.7 N•m a Connector b Schroef aardingsdraad c Aardingsdraad instelklep ▪ Sluit de draad van de instelklep aan op de tussenstekker. ▪...
Pagina 75
Installatie van de unit ▪ Plaats de draden zo ver mogelijk naar beneden in de opening waarop de draadbevestigingsplaat zal worden geïnstalleerd. ▪ Plaats de draadbevestigingsplaat over de schroeven en schuif ze op haar plaats. Zorg ervoor dat de achterkant goed uitgelijnd is met de isolatie van de schakelkast, om deze luchtdicht te maken.
Installatie van de unit Schakelkast opnieuw installeren 1 Hef de schakelkast op, schuif ze naar achter en laat ze een beetje zakken. 2 Breng de 4 schroeven aan en draai ze vast. De M8-bouten moeten niet opnieuw worden vastgedraaid. 4× ≤...
Installatie van de leidingen 15 Installatie van de leidingen VOORZICHTIG "3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur" [ 11] om te controleren of deze installatie aan alle veiligheidsvoorschriften voldoet. In dit hoofdstuk 15.1 Installatiebeperkingen ................................15.2 Koelmiddelleiding voorbereiden ............................15.2.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen......................... 15.2.2 Materiaal koelmiddelleidingen ..........................
Installatie van de leidingen Beschrijving Model BS4A BS6A BS8A BS10A BS12A Maximum aantal aansluitbare binnenunits per BS-unit (a) Maximum aantal aansluitbare binnenunits per BS-unitaftakking (b) Maximale capaciteitsindex van aansluitbare binnenunits per BS-unit Maximale capaciteitsindex van aansluitbare binnenunits per aftakking (b) Maximale capaciteitsindex van aansluitbare binnenunits per aftakking als 2 aftakkingen zijn...
Installatie van de leidingen Buitendiameter (Ø) Hardingsgraad Dikte (t)FN Ø 6,4 mm (1/4") Gegloeid (O) ≥0,80 mm 9,5 mm (3/8") 12,7 mm (1/2") 15,9 mm (5/8") Gegloeid (O) ≥0,99 mm 19,1 mm (3/4") Halfhard (1/2H) ≥0,80 mm 22,2 mm (7/8") 28,6 mm (1 1/8") Halfhard (1/2H) ≥0,99 mm 15.2.3 Isolatie van de koelmiddelleidingen ▪...
Installatie van de leidingen WAARSCHUWING Gebogen verdeler- of aftakkingsleidingen kunnen een koelmiddellek veroorzaken. Mogelijk gevolg: verstikking en brand. ▪ Buig de verdeler- en aftakkingsleidingen die uit de unit steken nooit. Zij moeten altijd recht blijven. ▪ Ondersteun de verdeler- en aftakkingsleidingen ALTIJD op 1 m vanaf de unit. Vereiste: Monteer de binnen-, buiten- en BS-units.
Installatie van de leidingen OPMERKING Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van lokale leidingen. Breng soldeersel aan zoals aangegeven in de afbeelding. ≤Ø25.4 >Ø25.4 ▪ Doorblazen met stikstof bij het hardsolderen voorkomt belangrijke afzettingen van een geoxideerde filmlaag op de binnenkant van de leiding. Deze filmlaag heeft een nadelige invloed op de kleppen en compressoren in het koelsysteem en voorkomt een goede werking.
Installatie van de leidingen Unittype Mogelijke combinaties BS4A BS6A BS8A BS10A BS12A Opmerking: Verander bij gebruik van de verbindingskit de instellingen van de DIP- schakelaars. Zie "16.4 DIP-schakelaars instellen" [ 91]. 15.4 Koelmiddelleidingen isoleren Stopperleidingen isoleren Bij gebruik van stopperleidingen: installeer isolatiebuizen voor stopperleidingen (accessoire).
Pagina 83
Installatie van de leidingen 1 Breng een isolatiebuis (a) aan over de leiding en tegen de isolatiebuis (c) op de BS-unit. 2 Sluit de naad af met tape (b). Verdeler- en aftakkingsleidingen isoleren (extra isolatie) Afhankelijk omgevingscondities (zie "15.2.3 Isolatie koelmiddelleidingen" ...
Elektrische installatie 16 Elektrische installatie VOORZICHTIG "3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur" [ 11] om te controleren of deze installatie aan alle veiligheidsvoorschriften voldoet. In dit hoofdstuk 16.1 Over het aansluiten van de elektrische bedrading ........................ 16.1.1 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de elektrische bedrading ............. 16.1.2 Specificaties van standaard bedradingscomponenten ..................
Elektrische installatie WAARSCHUWING Gebruik een alpolige schakelaar met een contactscheiding van minstens 3 mm om het contact volledig te verbreken onder overspanningscategorie III. WAARSCHUWING Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn vertegenwoordiger, zijn servicevertegenwoordiger of gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen om een gevaarlijke situatie te voorkomen.
Elektrische installatie Onderdeel Unit BS4A BS6A BS8A BS10A BS12A Voedingskabel MCA Spanning 220-240 V Fase Frequentie 50 Hz Aanbevolen lokale zekering 6 A Reststroomapparaat Moeten voldoen aan de geldende wetgeving. MCA=Minimum circuitampère. Opgegeven waarden zijn maximumwaarden. Transmissiebedrading Houd de transmissiebedrading buiten de unit samen met de lokale leidingen. Zie "16.3 Elektrische bedrading voltooien" [ 91] voor meer informatie.
Elektrische installatie 16.1.3 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading Houd rekening met de volgende zaken: ▪ Indien gevlochten geleiders worden gebruikt, plaats een rond oog op het uiteinde van de draad. Glijd het rond oog over de draad tot aan het bekleed gedeelte en maak het oog vast met een geschikt werktuig.
Elektrische installatie 16.2 Elektrische bedrading aansluiten OPMERKING ▪ Volg het bedradingsschema (bij de unit geleverd, op de binnenkant van het servicedeksel). ▪ Voor instructies over de aansluiting van de optionele apparatuur, zie de bij optionele apparatuur geleverde montagehandleiding. ▪ Zorg ervoor dat de elektrische bedrading goed zit zodat het servicedeksel nadien weer goed kan worden aangebracht.
Elektrische installatie Voorbeeld INDOOR INDOOR INDOOR INDOOR OUT- UNIT UNIT UNIT UNIT DOOR UNIT IN/D OUT/D UNIT F1 F2 F1 F2 F1 F2 F1 F2 F1 F2 F1 F2 F1 F2 F1 F2 F1 F2 F1 F2 F1 F2 F1 F2 INDOOR INDOOR INDOOR...
Pagina 90
Elektrische installatie BS4~12A BS10~12A BS6~12A BS4~12A BS4A : X3M BS6-8A : X3M BS6-8A : X4M BS10-12A : X4M BS10-12A : X5M a Voedingskabel (lokaal te voorzien) b Transmissiekabel (lokaal te voorzien) c Kabelbinder (accessoire) Richtlijnen ▪ Zorg ervoor dat de lengte van de aardingsdraad tussen het bevestigingspunt en de klem langer is dan de lengte van de voedingsdraden tussen het bevestigingspunt en de klem.
Elektrische installatie 16.3 Elektrische bedrading voltooien Omwikkel de transmissiebedrading na de installatie, samen met de lokale koelmiddelleidingen met behulp van afwerkingstape, zoals hierna afgebeeld. a Vloeistofleiding b Gasleiding c Hogedruk-/lagedrukgasleiding d Afwerkingstape e Transmissiebedrading (F1/F2) f Isolatie 16.4 DIP-schakelaars instellen De DIP-schakelaars zitten op de printplaat A1P, A2P (BS6~12A) en A3P (BS10-12A).
Pagina 92
Elektrische installatie Instelling voor poorten van aftakkingsleidingen waarop GEEN binnenunit is aangesloten DS1 (A1P) DS1 (A2P) DS1 (A3P) Doel poort aftakkingsleiding ON=NIET aangesloten / OFF=aangesloten (fabrieksinstelling) DS1 (A1P) Voorbeeld Wanneer u een binnenunit aansluit op poorten aftakkingsleiding A en B, maar NIET wanneer u een binnenunit aansluit op poorten aftakkingsleiding C en D.
Elektrische installatie 16.5 Externe outputs aansluiten FAN-output (afvoerventilator) De FAN-output is een contact op de klem X6M dat sluit wanneer een lek is gedetecteerd of in het geval van een storing of het loskomen van de R32-sensor in de BS-unit. De FAN-output moet worden gebruikt wanneer een geventileerde omkasting is vereist (zie "13.3 Vereiste veiligheidsmaatregelen...
Elektrische installatie OPMERKING De SVS-output is een potentiaalvrij contact met een beperkt vermogen van 220~240 V AC – 0,5 A. Gebruik het SVS-contact NIET rechtstreeks in het alarmcircuit, maar gebruik het SVS- contact in combinatie met een voeding als voeding voor een relais dat het circuit van externe alarm aanstuurt.
Configuratie 17 Configuratie GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE INFORMATIE Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit hoofdstuk achtereenvolgens leest en dat het systeem gepast wordt geconfigureerd. 17.1 Lokale instellingen uitvoeren 17.1.1 Over lokale instellingen Voor de configuratie van de BS-unit MOET u een input voorzien naar de hoofdprintplaten van de BS-unit (afhankelijk van de unit, A1P, A2P en A3P).
Configuratie BS2 BS3 BS1 MODE: voor het veranderen van de instelstand BS2 SET: voor lokale instelling BS3 RETURN: voor lokale instelling DS1, DS2 DIP-schakelaars a DIP-schakelaars b Drukknoppen c 7-segmentendisplays Drukknoppen Gebruik de drukknoppen om de lokale instellingen in te stellen. Stel de drukknoppen in met een geïsoleerd stokje (zoals bijvoorbeeld een ingeklikte balpen) om te voorkomen dat u onderdelen onder stroom zou aanraken.
Pagina 97
Configuratie Schakel de voeding van de BS-unit, buitenunit en alle binnenunits in. Wanneer de communicatie tussen de BS-units, binnenunits en buitenunit(s) tot stand is gebracht en normaal is, ziet het 7-segmentendisplay er als volgt uit (standaardsituatie bij verzending in de fabriek). Stap Scherm Klaar voor gebruik: blanco display zoals afgebeeld.
Pagina 98
Configuratie Afsluiten en terugkeren naar de Druk op BS1. beginstand Voorbeeld Inhoud van parameter [1‑2] controleren (softwareversie controleren). [Stand-Instelling]=Waarde in dit geval gedefinieerd als: Stand=1; Instelling=2; Waarde=waarde die willen te weten komen/controleren: 1 Controleer of de aanduiding op het 7-segmentendisplay die van de standaardsituatie is (normale werking).
Configuratie Voorbeeld Inhoud van parameter [2‑7] controleren (functie geventileerde omkasting activeren of deactiveren). [Stand-Instelling]=Waarde in dit geval gedefinieerd als: Stand=2; Instelling=7; Waarde=waarde die willen te weten komen/veranderen. 1 Controleer of de aanduiding op het 7-segmentendisplay die van de standaardsituatie is (normale werking). 2 Druk meer dan vijf seconden op BS1.
Pagina 100
Configuratie [2-0] Definitie Cluster geactiveerd [2-1] Instelling voor het nummer van de cluster waarvan de BS-unit deel uitmaakt. Als het systeem meerdere clusters bevat, moeten alle BS-units die tot dezelfde cluster behoren hetzelfde clusternummer hebben als de waarde voor deze instelling.
Pagina 101
Configuratie "13.3 Vereiste veiligheidsmaatregelen bepalen" [ 43]. In het geval van "0" wordt de output van de R32-sensor in de BS-unit genegeerd, en reageert het systeem niet in het geval van een koelmiddellek in de BS-unit. Deze instelling moet alleen op de uiterst linkse hoofdprintplaat (A1P) van de BS- unit worden geconfigureerd.
Pagina 102
Configuratie ▪ Het adres 00 mag niet worden gebruikt. De supervisor-afstandsbediening geeft geen fouten weer van BS-units met adres 00. Deze instelling moet alleen op de uiterst linkse hoofdprintplaat (A1P) van de BS- unit worden geconfigureerd. [2-8] Beschrijving 00~FF (adres in Adres voor supervisor-afstandsbediening hexadecimaal formaat) Voorbeeld...
Pagina 103
Configuratie Voorbeeld A1P Hoofdprintplaat 1 A2P Hoofdprintplaat 2 A3P Hoofdprintplaat 3 a Buitenunit b BS8A-unit c BS4A-unit d BS12A-unit e Adreswaarde voor afhandelen storingen toegewezen aan hoofdprintplaat Transmissiebedrading In onderstaande tabel vindt u een voorbeeld van toegewezen adreswaarden: BS unit Hoofdprintplaat Adreswaarde (e) BS12A...
OPMERKING Algemene checklist inbedrijfstelling. Naast de instructies voor inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, is er een algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). De algemene checklist voor de inbedrijfstelling vormt een aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden gebruikt als richtlijn en als basis voor de rapporteringssjabloon tijdens inbedrijfstelling en bij overhandiging aan de gebruiker.
Inbedrijfstelling De BS-unit is correct gemonteerd. De lokale bedrading is uitgevoerd volgens de in dit document beschreven instructies, het bedradingsschema en de geldende wetgeving. De afvoerleiding is goed geïnstalleerd en geïsoleerd, en het afvoerwater goed kan wegstromen. Controleer op waterlekken. Mogelijk gevolg: er kan condenswater naar beneden druppelen.
Inbedrijfstelling ▪ Geventileerde omkasting – configuratie met 1 BS-unit op 1 afvoerventilator: alle BS-units met een geventileerde omkasting – één-op-één-configuratie. ▪ Geventileerde omkasting – configuratie met meerdere BS-units op 1 afvoerventilator, parallelle configuratie: alle BS-units met een geventileerde omkasting – parallelle configuratie. ▪...
Inbedrijfstelling Model Minimum luchtdebiet [m³/u] BS4A BS6~8A BS10~12A Voorbeeld Een BS12A-unit met een luchtdebiet bij het proefdraaien van 115 m³/u. De drukvalcurve geeft aan dat dit resulteert in een interne druk die 42,9 Pa onder de omgevingsdruk ligt. Beide voorwaarden zijn vervuld: ▪...
Inbedrijfstelling ▪ Voorwaarde: Sluit de gaten goed zodra de meting voltooid is. a BS-unit b Luchtuitlaatkanaal c Luchtstroomrichting d Thermische anemometer 18.3.4 Proefdraaien van de BS-unit "17.1.8 Stand 2: lokale instellingen" [ 99] voor meer informatie over de gebruikte instellingen. Volg de in "18.3.1 Over proefdraaien van de BS-unit" [...
Inbedrijfstelling Mogelijke oorzaken Oplossing Instelklep geblokkeerd Verwijder voorwerpen die blokkeren. Symptoom: De afvoerventilator wordt niet ingeschakeld Mogelijke oorzaken Oplossing Onjuiste lokale instellingen Controleer of alle lokale instellingen juist zijn gemaakt. In een parallelle of seriële configuratie moeten de lokale instellingen van alle BS-units in een cluster juist worden ingesteld.
Pagina 110
Inbedrijfstelling INFORMATIE ▪ Voer het proefdraaien uit zoals beschreven in de handleiding van de buitenunit. ▪ Het proefdraaien is alleen voltooid als er geen storingscode op de gebruikersinterface of het 7-segmentendisplay van de buitenunit staat. ▪ Zie de servicehandleiding voor de volledige lijst met foutcodes en een gedetailleerde uitleg voor het opsporen en oplossen van elke storing.
Overhandiging aan de gebruiker 19 Overhandiging aan de gebruiker Als het proefdraaien voltooid is en de unit goed en op de juiste manier werkt, zorg ervoor dat de gebruiker de volgende zaken goed begrijpt: ▪ Controleer of de gebruiker de papieren documentatie heeft en vraag hem/haar deze bij te houden om deze later te kunnen raadplegen.
Opsporen en verhelpen van storingen 20 Opsporen en verhelpen van storingen VOORZICHTIG "3 Specifieke veiligheidsinstructies voor de installateur" [ 11] om te controleren of het opsporen en verhelpen van storingen voldoet aan alle veiligheidsvoorschriften. 20.1 Problemen op basis van foutcodes oplossen Als er een probleem is met de BS-unit, wordt op de gebruikersinterface van de op de BS-unit aangesloten binnenunit(s) een foutcode weergegeven.
Als afval verwijderen 21 Als afval verwijderen OPMERKING Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld.
Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin Business Portal (authenticatie vereist). 22.1 Bedradingsschema Het bedradingsschema is bij de unit geleverd, op de binnenkant van het servicedeksel.
Pagina 117
Technische gegevens Legende bedradingsschema specifieke BS-unit Symbool Betekenis Elektronische expansieklep (aanzuiging) Elektronische expansieklep (hogedruk/ lagedruk) EVSC Elektronisch expansieventiel (onderkoeling) EVSG Elektronische expansieklep (gasafsluiter) EVSL Elektronische expansieklep (vloeistofafsluiter) X15A Connector (signaal probleem opwaartse afvoerkit) Opmerkingen Dit bedradingsschema geldt alleen voor de BS-unit. Symbolen: : klemmenstrook : connector...
Pagina 118
Technische gegevens Model DS1, DS2 fabrieksinstellingen A1P, A2P BS12A Voor de instelmethode van de DIP-schakelaars (DS1~2) en drukknoppen (BS1~3), zie de montagehandleiding. BS4~12A14AJV1B Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker VRV 5 aftakkeuze-unit 4P695527-1 – 2022.02...
Bij het product geleverde labels, handleidingen, informatiebladen en apparatuur die moet worden geïnstalleerd volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Optionele apparatuur Door Daikin geproduceerde of goedgekeurde apparaatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie. Lokaal te voorzien NIET door Daikin geproduceerde apparatuur die kan worden gecombineerd met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie.
Pagina 120
4P695527-1 2022.02 Verantwortung für Energie und Umwelt...