• u een of meer sensorvelden door voorwer-
pen hebt bedekt (een pan, doeken, enz.)
langer dan 10 seconden. Het geluid blijft
klinken totdat u het voorwerp hebt weg-
genomen.
• de kookplaat raakt oververhit (bijv. wan-
neer een pan droogkookt). Voordat u de
kookplaat opnieuw gebruikt moet de
kookzone zijn afgekoeld.
Automatische uitschakeltijden
Temperatuurin-
stelling
Wordt uitge-
schakeld na
Temperatuurinstelling
Raak de bedieningsstrip daar aan waar de
gewenste kookstand zich bevindt. De kook-
standindicatie gaat branden.
De automatische opwarmfunctie
De automatische opwarmfunctie stelt gedu-
rende enige tijd de hoogste temperatuur in
en verlaagt deze daarna tot het vereiste ni-
veau.
Raak
aan. Het indicatielampje knippert.
Stel de temperatuur in (1-8). Het controle-
lampje van de temperatuurinstelling gaat
aan. Het controlelampje boven
den en gaat na enige tijd weer uit.
De duur van de automatische opwarmfunctie
past zich aan verschillende temperatuurin-
stellingen aan.
1-2
6 uur
5 uur
gaat bran-
• u gebruikt ongeschikt kookgerei.
branden en na 2 minuten schakelt de
kookzone automatisch uit.
• u hebt een kookzone niet uitgeschakeld of
hebt de kookstand niet gewijzigd. Na eni-
ge tijd gaat
plaat uitgeschakeld. Zie tabel.
3-4
4 uur
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
1
2
De powerfunctie in- en uitschakelen
De powerfunctie zorgt voor extra vermogen
naar de inductiekookzones. De powerfunctie
wordt maximaal 10 minuten geactiveerd.
Daarna schakelt de inductiekookzone auto-
matisch terug naar de hoogste kookstand
(9). Raak
, aan om in te schakelen. Het
controlelampje boven gaat branden. Raak
een kookstand aan (1-9) om uit te schakelen.
electrolux 7
branden en wordt de kook-
5
6-9
1,5 uur
3
4
5
6
7
gaat
8
9