De camerafuncties gebruiken
Een foto nemen
1. Open het cameraklepje om de camera aan te zetten.
2. Draai het apparaat 90° naar links (tegen de klok in).
3. Richt de lens op het onderwerp en pas het beeld naar wens
aan.
4. Druk op [Camera] om de foto te maken.
Een foto bekijken
1. Druk in de standby-stand op [Menu]
Afbeeldingen.
2. Blader naar een afbeelding en druk op de bevestigingstoets.
Een video-opname maken
1. Open het cameraklepje om de camera aan te zetten.
2. Draai het apparaat naar links (tegen de klok in).
3. Druk op <Opties> en selecteer Camcorder.
4. Richt de lens op het onderwerp en pas het beeld naar wens
aan.
5. Druk op [Camera] om de opname te starten.
6. Druk op < > of op [Camera] om de opname te stoppen.
→
→
Media
Galerij
→
19