Na activering worden alle displaysegmenten weergegeven. Daarnaast gaat de displayver-
lichting kort aan en klinkt er een kort geluidssignaal. Enkele seconden later verschijnt de
aanduiding voor de batterijconditie.
Na de activeringscyclus dient u een aantal controles uit te voeren om er zeker van te zijn
dat:
de juiste modus is geactiveerd (MIXED GAS/GAUGE) en alle displaysegmenten worden
•
weergegeven
•
de batterijcapaciteit toereikend is
de hoogte en persoonlijke correctiefactoren correct zijn
•
waarden in de gewenste eenheden (metrisch/Engels) worden weergegeven
•
de juiste temperatuur en diepte (0,0 meter) worden aangegeven
•
het geluidssignaal van de alarmfunctie werkt
•
Wanneer u de optionele draadloze flesdrukzender gebruikt, dient u na te gaan of:
de zender goed is bevestigd en de kraan op de fles is opengedraaid
•
de zender en de duikcomputer op de juiste wijze zijn gepaard en gebruikmaken van
•
een geschikte code
de flesdrukzender werkt (indicator van de draadloze zender knippert en de flesdruk
•
wordt weergegeven) en er geen waarschuwing voor lege batterij wordt weergegeven
u voldoende gasmengsel voor de geplande duik hebt. Controleer ook de aangegeven
•
flesdruk met behulp van een losse manometer.
Als de modus MIXED GAS is geactiveerd, dient u bovendien te controleren of:
de maximale partiële zuurstofdruk voor elk mengsel correct is ingesteld
•
Voor meer informatie over de modus MIXED GAS zie Paragraaf 6.2, "Duiken in de modus
MIXED GAS ".
De duikcomputer is nu klaar voor gebruik.
5.10.3. Aanduiding batterijspanning
Een lage temperatuur of interne oxidatie kunnen de batterijspanning negatief beïnvloeden.
In een koude omgeving of als de duikcomputer langere tijd niet is gebruikt, kan de waar-
schuwing voor te lage batterijspanning worden weergegeven, zelfs als de batterij niet leeg
is. Activeer in dat geval opnieuw de modus DIVE om de batterijspanning te controleren.
Als de batterij inderdaad leeg is of dreigt te raken, zal het symbool voor te lage batterij-
spanning in de display zichtbaar blijven.
Als het symbool voor te lage batterijspanning te zien is in de modus Surface of als de
displayaanduidingen niet meer of slechts vaag te zien zijn, is de batterij waarschijnlijk leeg
of bijna leeg en dient deze te worden vervangen.
24