Het maaidekhefsysteem afstellen
WAARSCHUWING
Alvorens het maaidek te controleren moet u de PTO en
de motor uitschakelen, de sleutel uit het contactslot
verwijderen en wachten tot alle draaiende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen.
Zie Figuur 11. Pas de hoogte van de maaimachinelift
door de kettingen van de maaimachinelift aan te passen
aan. Voor het verhoogde gebruik van de liftaanpassing de
derde kettingsverbinding. Voor verhoogd
aanpassingsgebruik onder de grond de vierde
kettingsverbinding.
Figuur 11. Afstellen van het maaidekhefsysteem
(onderaanzicht aan de rechterkant van de trekker)
A. Arm van het maaidekhefsysteem
De maaihoogte regelen
De maaihoogte wordt ingesteld via de hoogteregelhendel (A,
Figuur 12). Druk op de knop voor het vrijgeven van de
hendel. Plaats de hendel naar achteren om het maaidek
hoger te plaatsen; plaats de hendel naar voren om het
maaidek lager te plaatsen.
Figuur 12. De hoogte van het maaidek regelen
A. Regelhendel
A
A
Problemen oplossen en regelingen
Het maaidek waterpas plaatsen
Als het maairesultaat ongelijk is, moet u het maaidek
misschien waterpas plaatsen. Een ongelijk maairesultaat
kan ook het gevolg zijn van ongelijke of verkeerde
bandenspanning. Controleer of de bandenspanning correct
is zoals beschreven in het deel "De bandenspanning
controleren".
Neem contact op met uw geautoriseerde dealer
voor hulp.
De Batterij Opladen
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat zich geen open vuur en vonken in de
buurt van de batterij bevinden, de uit de batterij
ontsnappende gassen zijn uiterst ontplofbaar. Zorg voor
een goede ventilatie tijdens het laden van de batterij.
Een uitgeputte batterij, of een die te zwak is om de motor te
starten, kan het gevolg zijn van een storing in het laadsysteem
of een ander elektrisch onderdeel. Als u twijfelt aan de oorzaak
van het probleem, neem dan contact op met uw verdeler. Als u
de batterij moet vervangen, volg dan de stappen in "De batterij
en batterijkabels schoonmaken" in "Periodiek onderhoud".
Om de batterij te laden, volgt u de aanwijzingen van de fabrikant
van de batterijlader alsmede alle waarschuwingen in het
gedeelten over de veiligheidsrichtlijnen in dit boek. Laad de
batterij tot deze volledig geladen is (tot de soortelijke massa van
de elektrolyt 1,250 of hoger is en de elektrolyttemperatuur ten
minste 15,5 C is). Laad niet op met meer dan 10 A.
25