Functies en
bedieningsinstrumenten
12V
Functie Van De Bedieningsinstrumenten
In wat volgt, wordt de functie van elk bedieningsinstrument kort toegelicht. Om te kunnen starten, stoppen, rijden en
maaien moet u telkens een bepaalde combinatie van deze bedieningsinstrumenten in een verschillende volgorde
kunnen gebruiken. Meer uitleg daarover vindt u in het deel "Met de trekker werken".
Gashendel/regeling smoorklep
(Ongehuwd beuren model)
Met de gashendel wordt de motorsnelheid (toerental) geregeld.
Duw de gashendel naar voren om de motorsnelheid te
verhogen en laat de gashendel los om de motorsnelheid te
verlagen. Werk altijd met volgas. Beweeg de hendel naar voren
(voorbij het arreteerorgaan) om de smoorklep te sluiten. Sluit de
smoorklep tijdens een koude start. Open de smoorklep zodra de
motor aanslaat. Bij een warme motor is het gebruik van de
smoorklep niet nodig.
Figuur 1. Bedieningsinstrumenten van trekker en maaier
OPMERKING : voor de duidelijkheid is het stuurwiel verwijderd.
Regelen van de gashendel
Met de gashendel wordt de motorsnelheid (toerental)
geregeld. Duw de gashendel naar voren om de
motorsnelheid te verhogen en laat de gashendel los om de
motorsnelheid te verlagen. Werk altijd met volgas.
12