belangrijke informatie over het gebruik
Stel de camcorder niet bloot aan schokken:
•
-
Deze camcorder is een precisieapparaat.
Zorg ervoor dat het niet tegen een hard
voorwerp botst en laat het niet vallen.
-
Gebruik de camcorder niet op een statief
op een ondergrond die aan schokken is
blootgesteld is of sterk trilt.
•
Pas op voor zand en stof!
-
Fijn zand of stof in de camcorder of de
netvoedingsadapter kan storingen of
defecten veroorzaken.
•
Pas op voor water en olie!
-
Water of olie in de camcorder of de
netvoedingsadapter kan storingen of
defecten veroorzaken.
Warm worden van de behuizing van het
•
apparaat:
-
De behuizing van de camcorder kan
wat warm worden terwijl u het apparaat
gebruikt, maar dat is normaal.
•
Let op bij ongewone
omgevingstemperaturen:
-
Wanneer u de camcorder gebruikt op een
locatie de temperatuur hoger is dan 40°C
of lager dan 0°C, kan dit resulteren in een
abnormale opname/weergave.
-
Laat de camcorder niet te lang op het
strand liggen of in een afgesloten voertuig
waarin het heel warm is: de camcorder
functioneert dan mogelijk niet goed.
Niet in rechtstreeks naar de zon richten
•
wanneer u een opname maakt:
-
Direct zonlicht in de lens kan storingen of
brand veroorzaken.
-
Stel het LCD-scherm van de camcorder
niet bloot aan direct zonlicht: de camcorder
functioneert dan mogelijk niet goed.
•
Gebruik de camcorder niet in de buurt van
een tv of radio:
-
Dit kan een storingen veroorzaken op het TV-
scherm of in de radio-uitzending.
Gebruik de camcorder niet op een plaats
•
met sterke radiogolven of magnetische
vi
invloeden:
-
Als u de camcorder gebruikt op een plaats met
sterke radiogolven of magnetische invloeden,
zoals een zendmast of elektrische apparatuur,
kan dit ruis veroorzaken in de video- en gelu-
idsopnamen. Tijdens het afspelen van normaal
opgenomen video- en geluidsopnamen kan
deze ruis ook aanwezig zijn. In het ergste geval
functioneert de camcorder hierdoor niet meer
correct.
•
Stel de camcorder niet bloot aan roet of
stoom:
-
Dikke roet of stoom kunnen de behuizing
van de camcorder beschadigen en storingen
veroorzaken.
•
Gebruik de camcorder niet in de buurt van
bijtende gassen:
-
Als de camcorder wordt gebruikt op een
locatie met veel uitlaatgassen van benzine-
of dieselmotoren, of bijtend gas zoals
waterstofsulfide, kunnen de externe of interne
aansluitingen gaan roesten, waardoor het
apparaat niet meer normaal kan worden
gebruikt. Ook kunnen de aansluitpunten van de
batterij gaan roesten, waardoor de camcorder
geen stroom meer krijgt.
•
Gebruik de camcorder niet in de buurt van
een ultrasone luchtbevochtiger:
-
Calcium en andere in water opgeloste
chemicaliën kunnen in de lucht worden verspreid
en witte deeltjes kunnen aan de optische kop
van de camcorder hechten, waardoor het
apparaat mogelijk niet meer correct functioneert.
•
Reinig de camcorder niet met benzine of
thinner:
-
De coating van de behuizing kan hierdoor af-
bladderen en ook kan de behuizing zelf worden
aangetast.
-
Volg de instructies wanneer u een chemische
schoonmaakdoek gebruikt.
•
Houd de geheugenkaart buiten bereik van
kinderen, zodat deze de kaart niet kunnen
inslikken.
•
Het apparaat wordt van het lichtnet
losgekoppeld door de stekker uit het
stopcontact te halen. Het stopcontact
moet daarom goed bereikbaar zijn.