Inhoudsopgave
Advertenties
2 Kies de relevante slang met een TC50-flensbus als ontluchting.
3 Controleer dat alle flensbus- en klemwerkgebieden schoon en droog zijn, en vrij van
4 Inspecteer de positie van de pakking en zorg dat de pakking-ID is gecentreerd op
5 Installeer de klem rondom de flensbussen, zodat de opening tussen de twee klem-
6 Maak de vleugelmoer met de hand vast totdat de klem volledig op de flensbussen
7 Sluit het T-stuk op de gewenste inlaat van de kolom aan met behulp van de bijbeho-
Breekplaat op de ÄKTApilot
Bij installatie van een breekplaat op een ÄKTApilot-systeem wordt gebruik van een
breekplaathanger aanbevolen om de TC-connectors op de ventielblokken V6 en V7 te
ontlasten. Vier van de zes schroeven op het gewone ventielblok worden gebruikt voor
montage van de hanger. De standaard TC-connectors worden vervangen door een
langere versie.
AxiChrom 140- en 200-kolommen Bedieningsinstructies 28-9431-23 AG
LET OP
Plaats geen breekplaatontluchting in de richting van een gebied
waarmee personeel in gevaar wordt gebracht.
insnijdingen, deuken, groeven en slijtage.
de koepel van de plaat. Plaats de breekplaat dan in de flensbussen waarbij de
stroompijl op de breekplaat in dezelfde richting wijst als de gewenste ontluchtings-
stroom na het breken.
AANWIJZING
Hanteer breekplaten altijd met extreme zorgvuldigheid.
helften is gecentreerd op het breekplaatlabel.
vastzit en de breekplaat goed in positie is bevestigd. De moer zal ongehinderd
draaien tot hij strak tegen de klem zit. Draai nog 1 tot 1,25 slag verder.
rende slang.
LET OP
Controleer de richting van de breekplaat. Controleer of de
stroompijlen op het label van de plaat in dezelfde richting wijzen
als de gewenste ontluchtingsstroom na het breken.
4 Aan de slag
4.7 Overdruksituatie
55
Advertenties
Inhoudsopgave
