8 Bediening
8.19 I-V-karakteristiek genereren
Tijdens de meting kan de omvormer de teruglevering kortstondig onderbreken of met gereduceerd
vermogen terugleveren. De duur van een meting bedraagt ongeveer 20 seconden per MPP-tracker.
Om misbruik van de functie en daarmee opbrengstverliezen te voorkomen, kan de meting
maximaal 10 keer per dag worden uitgevoerd. Als meer dan 10 metingen per dag moeten
worden uitgevoerd, moet de omvormer opnieuw worden gestart.
Een meetcurve bestaat uit meer dan 200 meetpunten. De weergave loopt van 0 V tot de maximale
MPP-spanning van de omvormer. De stroom wordt begrensd door de maximale ingangsstroom van
de omvormer.
De gegevens worden tot de volgende meting op de gebruikersinterface opgeslagen.
Werkwijze:
1. Meld u aan op de gebruikersinterface van de omvormer.
2. Kies in het menu Diagnose.
3. Kies [Start nieuwe meting].
4. Kies [PDF-export] of [CSV-export] om de weergegeven gegevens te exporteren.
8.20 Nominale aardlekstroom van de aardlekbeveiliging
instellen
Wanneer een aardlekbeveiliging met een nominale aardlekstroom van 30 mA wordt toegepast,
moet u de nominale aardlekstroom op 30 mA instellen. Daardoor reduceert de omvormer de
bedrijfsafhankelijke afleidstromen en voorkomt het foutief activeren van de aardlekbeveiliging
(meer informatie zie technische informatie "Capacitieve afvoerstromen" onder www.SMA-
Solar.com).
Het principe voor het wijzigen van bedrijfsparameters wordt in een ander hoofdstuk beschreven
(zie hoofdstuk 8.12, pagina 70).
Werkwijze:
• Selecteer de parameter RCD aanpassing en zet deze op 30 mA.
8.21 Configuratie opslaan in bestand
U kunt de actuele configuratie van de omvormer opslaan in een bestand. Dit bestand kunt u als
back-up van deze omvormer gebruiken en het bestand vervolgens weer naar deze of naar andere
omvormers van hetzelfde type of dezelfde apparaatfamilie importeren om de omvormers te
configureren. Daarbij worden uitsluitend de apparaatparameters opgeslagen, niet de
wachtwoorden.
Werkwijze:
1. De gebruikersinterface oproepen (zie hoofdstuk 8.1, pagina 55).
2. Bij gebruikersinterface aanmelden (zie hoofdstuk 8.2, pagina 60).
3. Selecteer het menu Apparaatconfiguratie.
76
STP3-6-3AV-40-BE-nl-19
SMA Solar Technology AG
Bedieningshandleiding