LET OP!
• Gebruik het apparaat nooit met een beschadigd snoer of stekker.
Klem het snoer nooit af en voorkom contact met scherpe kanten.
• De ruimte waarin dit apparaat wordt gebruikt nooit volledig
luchtdicht afsluiten (ook niet bij gebruik van twee luchtslangen). Dit
voorkomt onderdruk in deze ruimte. Onderdruk kan de veilige
werking van geisers, afzuigkappen, ovens e.d. ontregelen.
• Het niet volgen van de aanwijzingen kan leiden tot het vervallen van
de garantie op het apparaat.
• Til het toestel altijd met twee personen.
B
DE INSTALLATIE
LET OP!
• Vóór de ingebruikname van uw airconditioner moet deze minimaal 2
uur rechtop hebben gestaan.
• Zorg ervoor dat de luchtuitlaat aan de voorzijde van de unit
geopend is wanneer het apparaat in gebruik is. Wanneer deze dicht
is en het apparaat is in werking kan dit schade aan het apparaat tot
gevolg hebben. Het correct gebruiken van de airconditioner is de
verantwoordelijkheid van de gebruiker.
De airconditioner is verplaatsbaar en kan gemakkelijk ergens anders worden
geplaatst. Let daarbij op het volgende:
1
Het apparaat niet in badkamer, douche of een andere vochtige omgeving
gebruiken.
2
Zorg dat het apparaat rechtop en op een vlakke ondergrond staat.
3
Voor een goede luchtcirculatie tenminste 50 cm. rondom het apparaat vrij
houden.
4
Plaats de meegeleverde filters in de filterhouder (zie hoofdstuk D).
5
Open de luchtuitlaat
Steek beide uiteinden van de luchtslang µ in de slangverbindingsstukken
6
en draai ze rechtsom aan de slang(en) vast. Aan één uiteinde het
slangverloopstuk
7
Het slangverbindingsstuk
¿ steken. Het slangverloopstuk
met de meegeleverde schuimdelen. Deze eventueel op maat snijden.
aan de bovenzijde van de airconditioner.
bevestigen.
aan de achterzijde van de unit op de luchtuitlaat
naar buiten leiden en raamkier afdichten
altijd
1
41