7 Vóór gebruik
INSTRUCTIE
Vermijd verbindingsfouten!
Om verbindingsproblemen tussen de apparaten te voorko-
men, moeten bij de ingebruikname de volgende punten in
acht worden genomen.
1.
Plaats het basisstation (ontvanger) en de sensor (zen-
der) zo dicht mogelijk bij elkaar.
2.
Sluit de voedingseenheid aan op het basisstation en
wacht tot de binnentemperatuur wordt weergegeven.
3.
Zorg voor de voeding van de sensor.
4.
Instellen/bedienen van het basisstation en de sensor
binnen het effectieve zendbereik.
5.
Zorg ervoor dat het basisstation en de radiosensor op
hetzelfde kanaal zijn ingesteld.
Verwijder bij het vervangen van de batterijen altijd de batte-
rijen in zowel het basisstation als de sensor en plaats deze
in de juiste volgorde terug. Zo kan de radioverbinding weer
tot stand komen. Als een van de twee apparaten via een ne-
taansluiting wordt bediend, moet bij het vervangen van de
batterijen ook de netaansluiting voor dit apparaat even wor-
den losgekoppeld. Als bijvoorbeeld alleen de batterijen in
de sensor worden vervangen, kan het signaal niet of niet
meer correct worden ontvangen.
Opmerking: Het reële bereik is afhankelijk van de bouwma-
terialen van de gebouwen en van de positie van het basis-
station en de buitensensor. Externe invloeden (verschillende
radiozenders en andere storingsbronnen) kunnen het mo-
gelijke bereik sterk beperken. In dergelijke gevallen raden
wij aan om andere locaties te vinden voor zowel de basis-
eenheid als de buitensensor. Soms is het voldoende om de
sensor slechts enkele centimeters te verplaatsen!
9 / 20