80
De Ray218E/Ray55E kan de volgende typen DSC-oproepen doen:
DSC-
oproeptype
DISTRESS
INDIVIDUAL
GROUP
ALL SHIPS
POSITION
REQUEST
RECEIVED
CALLS
Opmerking:
op binnenwateren, worden de DSC-functies gedeactiveerd wanneer ATIS actief is. Zie
"ATIS-functie" op pagina 72.
Omschrijving
Verzendt uw MMSI-nummer en type noodsituatie met de positie- en
tijdinformatie vanuit de NMEA-gegevens. Deze digitale informatie
laat andere schepen, die uitgerust zijn met de geschikte DSC-
apparatuur, weten waar u bent en dat u in een noodsituatie verkeert.
Distress Calls worden gemaakt met de toets DISTRESS.
Doet een ROUTINE DSC-oproep aan een specifiek station dat
geïdentificeerd wordt door zijn MMSI-nummer.
Verzendt boodschappen die alleen ontvangen worden door radio's
die een gezamenlijk MMSI-groepsnummer delen. Maximaal 5 MMSI-
groepsnummers kunnen worden opgeslagen en opgeroepen.
Zendt een boodschap aan alle schepen binnen bereik dat u belangrijke
informatie hebt, maar dat de situatie niet ernstig genoeg is voor een
Distress Call. Er zijn twee typen oproepen aan alle schepen: SAFETY
voor advies- en waarschuwingsdoeleinden en URGENCY als er geen
direct levensgevaar is.
Met deze optie kunt u GPS-positie-informatie opvragen van elk
vaartuig waarvan een MMSI-nummer bekend is. U kunt het
doelvaartuig specificeren door het te selecteren in uw MMSI-
telefoonboek of door het MMSI-nummer handmatig in te voeren. U
kunt tevens gevraagd worden uw positie naar iemand anders te
zenden.
Drie afzonderlijke logs geven een overzicht van alle DSC-oproeptypen
per nummer en tijd van de oproep. Entries worden als volgt
gescheiden: Distress Log, Call Log voor alle andere typen DSC-
oproepen en Position Log.
OPMERKING: U kunt direct vanuit een log een oproep doen aan het
station dat op dat moment getoond wordt. U kunt het getoonde
station tevens aan het DSC-telefoonboek toevoegen.
Om te voldoen aan de regels van het Verdrag van Bazel voor radiotelefonie
Ray218E en Ray55E VHF-marifoons