Hoofdstuk4: Menu-instellingen
Pieptoon van toetsen
Deze instelling wordt gebruikt voor het volume van de piep die klinkt als een toets
ingedrukt wordt. Selecteer LOUD, QUIET of OFF.
SYSTM CONFI G
09
BACKLIGH T
CONTRAST
I
N
KEY BEE P
T
B
A
SIGNAL BA R
SHIP/SHI
P
BEARING MOD E
SELEC T
Signaalbalk
Gebruik deze instelling om te bepalen of de balk met de signaalsterkte links van
het kanaalnummer wordt weergegeven. Selecteer ON of OFF.
SYSTM CONFI G
10
BACKLIGH T
CONTRAST
I
N
KEY BEE P
T
B
A
SIGNAL BA R
SHIP/SHI
P
BEARING MOD E
SELEC T
Bearing mode
Deze instelling wordt gebruikt om te bepalen hoe peilingsgegevens worden
getoond wanneer COG/SOG wordt getoond (zie pagina 68). Selecteer MAGNETIC
of TRUE. Als u MAGNETIC selecteert, verschijnt een "M". Als TRUE geselecteerd
wordt, verschijnt een "T".
SYS CONFI G
67
BACKLIGH T
CONTRAST
I
N
KEY BEE P
T
B
A
SIGNAL BA R
SHIP/SHI
P
BEARING MOD E
SELEC T
KEY BEE P
09
LOUD
QUIE T
I
N
OFF
T
A
[ BACK ]
SHIP/SHI
P
SELEC T
SIGNAL BA R
10
ON
OFF
I
N
[ BACK ]
T
A
SHIP/SHI
P
SELEC T
BEARING MOD E
67
TRUE
I
MAGNETI C
N
[ BACK ]
T
A
SHIP/SHI
P
SELEC T
KEY BEE P
09
LOUD
QUIE T
I
N
OFF
T
A
[ BACK ]
SHIP/SHI
P
SELEC T
TW 16+09+W0 1
10
50 46.1718
N
I
001 17.7189
W
N
T
A
AM11:45LO
C
SHIP/SHI
P
CH06
CH08
CH09
67
TW 16+09+W0 1
I
50 46.1718
N
N
T
001 17.7189
W
A
SHIP/SHI
P
356 M 12.6K
S
CH69
CH72
CH73
75