Touw sperveer controleren
De touw sperveer 4 (fig. 58) moet met voorspanning tegen de
neus
5
van
de
touwgeleidingsplaat
noodzakelijk kan sperveer 4 in z'n bevestiging verdraaid
worden zodat er veerspanning ontstaat.
Touw geleidingsplaat vervangen
Na het vervangen van touwgeleidingsplaat 6 (fig. 59) de
controlemaat H controleren.
De afstand tussen neus 5 en knoper 7 moet tussen 1,5 en 2,5
mm liggen.
Indien noodzakelijk, touwgeleidingsplaat d.m.v. vulringen
aanpassen.
Blad sper veervan de binder as afstellen
In rustpositie van de naalden moet bladveer 8 tegen de
onderste inkeping van nok 9 met ca 1 mm afstand vergrendeld
zijn. (fig. 60)
Indien noodzakelijk, bout 10 losdraaien en bladveer 8 met 1
mm speling op de kopse kant in de onderste inkeping
schuiven. In deze positie bout 10 weer vastdraaien.
Touwrem afstellen
Vleugelmoeren 11 aan de touwrem (fig. 61) zo afstellen dat de
veerlengte K 26 mm bedraagt.
WELGER AP 530 • AP·630·• AP 730 • AP·830
aanliggen.
Indien
fig. 58
fig. 59
fig. 60
fig. 61
33