BASISPROCEDURES
Wanneer de gashendel daarente-
gen wordt gelost, daalt het motor-
toerental.
De motor uitzetten en
het voertuig parkeren
WAARSCHUWING
Vermijd parkeren op een steile
helling. Het voertuig kan wegrol-
len.
WAARSCHUWING
Om te vermijden dat het voer-
tuig wegrolt, gebruikt u de
PARKEER-stand altijd wanneer
het voertuig gestopt is of gepar-
keerd staat.
WAARSCHUWING
Vermijd parkeren op plaatsen
waar de hete onderdelen brand
kunnen veroorzaken.
Zet de schakelhendel altijd in de
parkeerstand als u gestopt bent of
geparkeerd staat. Dit is vooral be-
langrijk wanneer u op een helling
parkeert. Op erg steile hellingen of
als het voertuig geladen is, moeten
de wielen worden geblokkeerd met
stenen of bakstenen.
Kies het vlakste terrein om het
voertuig te parkeren.
Laat het gaspedaal los en gebruik
de remmen om het voertuig volle-
dig te stoppen.
Zet de schakelhendel in de PAR-
KEER-stand.
112
Gebruik de noodstopschakelaar om
het voertuig te stoppen.
Verwijder de D.E.S.S.-sleutel uit
het D.E.S.S.-contact.
Als u op een steile helling moet
parkeren of als het voertuig gela-
den is, moet u de wielen blokkeren
met stenen of bakstenen.