/ 5
Op een alternatieve plaats testen
/ 5.1
Wat is AST (Alternate Site Testing
(op een alternatieve plaats testen)?
Meestal nemen we het bloedmonster uit de vingertop.
Omdat er echter veel zenuwuiteinden in de vingertop zitten, kan het
behoorlijk pijnlijk zijn. Wanneer u een glucosetest uitvoert, kan het ge-
bruik van verschillende delen van het lichaam, zoals de onderarmen en
handpalmen, de pijn tijdens het testen verminderen. Deze testmethode
met verschillende delen van het lichaam wordt Alternate Site Testing
genoemd. Hoewel AST de pijn tijdens het testen kan verminderen, is
het misschien niet voor iedereen eenvoudig en moeten de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen tijdens het testen.
Bloedafname op alternatieve plaatsen (onderarm en handpalm)
Selecteer een schone, zachte en vlezige testlocatie die vrij is van
zichtbare aderen en haren en niet in de buurt van botten. Masseer de
monsterplaats zachtjes om de bloedcirculatie te helpen om de verschil-
len in resultaten tussen vingertop en bemonstering op de alternatieve
plaats te minimaliseren. Houd het prikapparaatje stevig tegen de plek
gedrukt. Wacht tot het huidoppervlak onder het prikapparaat van kleur
20
verandert. Druk vervolgens op de ontgrendelknop terwijl u druk blijft
uitoefenen. Blijf het prikapparaat tegen uw huid houden tot er voldoe-
nde (minimaal 0.4 μL) bloed is afgenomen. Til het prikapparaat voor-
zichtig van uw huid af.
/ 5.2
Dingen om te weten bij gebruik van AST
Lees het volgende voordat u test op alternatieve plekken (onderarmen
en handpalmen).
Het capillaire volbloed van de vingertoppen weerspiegelt veranderin-
gen in glucoseniveaus sneller dan op alternatieve plekken. De testre-
sultaten van de vingertoptest en alternatieve plekken kunnen verschil-
len als gevolg van factoren, zoals levensstijl en ingenomen voedsel, die
het glucoseniveau beïnvloeden.
Acceptabele situaties voor AST
Wanneer uw bloedglucoseniveaus stabiel zijn:
•
Nuchtere periode.
•
Voor een maaltijd.
•
Voordat u naar bed gaat.
Situaties die een vingertoptest vereisen
Wanneer uw bloedglucoseniveaus onstabiel zijn:
•
Gedurende twee (2) uur na een maaltijd of oefening.
•
Wanneer u ziek bent of wanneer glucosespiegels behoorlijk veel lager
lijken dan de testwaarde.
•
Wanneer hypoglycemie niet goed wordt herkend.
•
Wanneer insuline het grootste effect heeft.
•
Gedurende twee (2) uur na een injectie met insuline.
21