Vaste telefoonverbinding inschakelen als uitgaande reservelijn
U kunt op uw toestel de verbinding via het vaste telefoonnetwerk inschakelen als reserveverbin-
ding. Als dan een poging om te bellen via VoIP (IP-verbinding of Gigaset.net) mislukt, wordt
automatisch - zonder ruggespraak - geprobeerd het gesprek via het vaste net tot stand te
brengen.
. . . in het onderdeel Alternatieve lijn de optie Automatisch terugvallen op vaste lijn inscha-
kelen
In de volgende situaties wordt een reserveverbinding gebruikt:
•
de IP-lijnen zijn bezet (er kan via max. twee IP-lijnen tegelijkertijd worden getelefoneerd).
•
de SIP-server van de VoIP-lijn kan niet bereikt worden
•
de geselecteerde VoIP-lijn is nog niet of niet juist geconfigureerd (bijvoorbeeld ongeldig
wachtwoord)
•
het toestel heeft geen verbinding met het internet, bijvoorbeeld omdat de router is uitge-
schakeld of geen verbinding met het internet heeft
SMS-berichten die via een VoIP-lijn moeten worden verzonden, worden niet via de reservever-
binding verstuurd.
Optie uitschakelen als er geen vaste telefoonlijn aangesloten is (instelling bij leve-
ring).
Er wordt anders automatisch overgeschakeld op de vaste telefoonlijn als er tijdelijk
geen IP-verbinding tot stand kan worden gebracht, bijv. omdat het toestel sneller
opstart dan de router. Hierdoor zou het toestel niet meer werken.
Spraakkwaliteit van VoIP-lijnen
Functies voor het verbeteren van de spraakkwaliteit van VoIP-lijnen (IP of Gigaset.net) vindt u op
webpagina:
Instellingen
Telefonie
De spraakkwaliteit van de VoIP-verbindingen wordt met name bepaald door de spraakcodec
die voor de gegevenstransmissie wordt gebruikt en de bandbreedte van uw DSL-aansluiting die
ter beschikking staat.
Met de spraakcodec worden de spraakgegevens gedigitaliseerd (gecodeerd / gedecodeerd) en
gecomprimeerd. Een "betere" codec (betere spraakkwaliteit) betekent dat er meer gegevens
worden overgedragen, d.w.z. er is een DSL-aansluiting nodig met een grotere bandbreedte. U
kunt de spraakkwaliteit verbeteren door de spraakcodecs te selecteren die uw toestel dient te
gebruiken (rekening houdend met de bandbreedte van uw DSL-aansluiting). Bovendien kunt u
de volgorde definiëren waarin de codecs bij het tot stand brengen van een VoIP-verbinding
moeten worden aangeboden. In uw toestel zijn de standaardinstellingen voor de gebruikte
codecs opgeslagen: een optimale instelling voor lage bandbreedtes en een optimale instelling
voor hoge bandbreedtes. De volgende spraakcodecs worden ondersteund:
Geluid
Webconfigurator
101