7.4.4.2 Frans ventiel
Het wordt aanbevolen een
fietspomp te gebruiken met
drukmeter. De
gebruikshandleiding van de
fietspomp moet in acht worden
genomen.
Verwijder de ventieldop.
Draai de kartelmoer ca. vier
slagen los.
Sluit voorzichtig de
fietspomp aan zodat de
ventielinzet niet wordt
verbogen.
Pomp de band op en let daarbij op de vuldruk.
De vuldruk is conform de gegevens
gecorrigeerd.
Maak de fietspomp los.
Draai de kartelmoer met de vingertoppen vast.
Draai de ventieldop stevig vast.
Draai de velgmoer met de vingertoppen licht
tegen de velg aan.
7.4.4.3 Autoventiel
Het wordt aanbevolen een
fietspomp te gebruiken met
drukmeter. De
gebruikshandleiding van de
fietspomp moet in acht worden
genomen.
Verwijder de ventieldop.
1
Sluit de fietspomp aan.
Pomp de band op en let
daarbij op de vuldruk.
De vuldruk is conform de gegevens
gecorrigeerd.
Maak de fietspomp los.
Draai de ventieldop stevig vast.
Draai de velgmoer met de vingertoppen licht
tegen de velg aan.
MY20B05-16_1.0_18.07.2019
7.4.5
Remsysteem
VOORZICHTIG
!
Vallen door falen van de rem
Versleten remschijven en remvoeringen en
onvoldoende hydraulische olie in de remleiding
verminderen de remwerking. Een val met letsel
kan het gevolg zijn.
Controleer periodiek de remschijven, de
remvoeringen en het hydraulische
remsysteem en laat deze zo nodig vervangen.
De frequentie waarmee onderhoud aan de rem
moet worden uitgevoerd wordt bepaald door zowel
de frequentie van het gebruik als de
weersomstandigheden tijdens het gebruik. Wanneer
de pedelec onder extreme omstandigheden wordt
gebruikt, zoals bv. regen, modder of lange
afstanden, moet het onderhoud vaker worden
uitgevoerd.
7.4.6
Remvoeringen op slijtage
controleren
Controleer de remvoeringen na 1000 keer vol
remmen.
Controleer dat de remvoeringen nergens
dunner zijn dan 1,8 mm resp. dat remvoering
en dragerplaat samen nergens dunner zijn dan
2,5 mm.
Trek aan de remhendel en houd deze vast.
Controleer daarbij dat de slijtagekaliber van de
transportbeveiliging tussen de dragerplaten
van de remvoeringen past.
De remvoeringen hebben de slijtagegrens niet
bereikt. Anders moet een dealer de
remvoeringen vervangen.
7.4.7
Drukpunt controleren
Trek meerdere keren aan de remhendel en
houd deze vast.
Wanneer het drukpunt niet duidelijk voelbaar is
en verandert, moet een dealer de rem
ontluchten.
Reinigen en onderhouden
86