Macro (
)
Beschikbare scherpstellingsmethode, naar opnamemodus
( : Aankiesbaar,
: Oneinidig scherpstellingsbereik )
Automatische macro
[26]
Macro
Normaal
INFORMATIE
Wees als de macro-modus is gekozen bijzonder voorzichtig om te voorkomen
dat de camera trilt.
Als u een opname maakt binnen 30cm (groothoek-zoom) of 50cm (telelens-
zoom) in de macro-modus, kiest u de modus FLITSER UIT.
Scherpstellingsvergrendeling
Om scherp te stellen op een onderwerp dat zich niet in het midden van de foto
bevindt, gebruikt u de scherpstellingsvergrendeling.
De scherpstellingsvergrendeling gebruiken
1. Zorg ervoor dat het onderwerp zich in het midden van het scherpstellingskader
bevindt.
2. Druk de sluiterknop tot halverwege in. Als het groene automatische
scherpstellingskader oplicht, betekent dit dat de camera scherpgesteld is op
het onderwerp. Wees voorzichtig dat u de sluiterknop niet geheel indrukt, om te
voorkomen dat u een ongewenste foto maakt.
3. Met de sluiterknop nog altijd tot halverwege ingedrukt, beweegt u de camera
om uw foto opnieuw naar wens samen te stellen, en vervolgens drukt u de
sluiterknop volledig in om de foto te maken. Als u uw vinger van de sluiterknop
afhaalt, wordt de scherpstellingsvergrendeling beëindigd.
1. De opname die met
2. Druk de sluiter-
AUTO wordt vastgelegd.
knop halverwege in en
stel scherp op het onderwerp.
3. Stel de opname
opnieuw
samen en druk de
sluiterknop volledig in.