Zaken om op te letten als u foto's maakt
Druk de sluiterknop tot halverwege in.
Druk de sluiterknop zachtjes in om het scherpstellen en het opladen van de batterij
voor de flitser te bevestigen.
Druk de sluiterknop volledig in om de foto te maken.
De beschikbare opnametijd kan verschillen afhankelijk van de
opnameomstandigheden en camerainstellingen.
Als ofwel de modus Flitser uit ofwel Langzaam synchro is gekozen bij slechte
belichtingsomstandigheden, is het mogelijk dat de waarschuwingsindicator voor
het trillen van de camera (
) op het LCD-scherm verschijnt. Gebruik in dat geval
een statief, ondersteun de camera op een stabiele ondergrond, of schakel over
naar de modus flitsopname.
Tegen het licht in fotograferen: Neem a.u.b. geen foto's recht in de zon. Als u dit wel
doet kan de foto zwart zijn. Als u een opname wilt maken tegen de zon in, gebruikt
u de instelling [TEGENLICHT] in de scènemodus (zie pagina 19), aanvullende
flitser (zie pagina 28), spot-lichtmeting (zie pagina 30), of belichtingscorrectie (zie
pagina 32).
Vermijd het belemmeren van de lens of de flitser als u een opname maakt.
Stel de opname samen door het LCD-scherm te gebruiken.
In sommige van de volgende omstandigheden kan het automatische
scherpstellingssysteem wellicht niet zo functioneren als u verwacht.
- Als u een onderwerp fotografeert dat weinig contrast heeft.
- Als het onderwerp zeer reflecterend of glimmend is.
- Als het onderwerp zich op hoge snelheid voortbeweegt.
- Als er sterk reflecterend lich is, of als de achtergrond heel helder is.
- Als het onderwerp uitsluitend horizontale lijnen heeft of het onderwerp heel
smal is (zoals een stok of vlaggemast).
- Als de omgeving donker is.
[21]