B 4‐6
Bediening en onderhoud
Starten
(vervolg)
Standaard stopzetten
P/N 7179360L04
3. Ontlucht het systeem:
S
Doodlopend systeem: trigger de spuitpistolen en let op sputteren
terwijl er lucht naar buiten komt. Stop als het spuitbeeld continu en
gelijkmatig is.
S
Circulatiesysteem: Sluit de circulatiekraan (10) en open de
aftapkraan (11). Let op de vloeistofstroom uit de afvoerbuis. Zijn er
geen luchtbellen meer te zien, sluit dan de aftapkraan en open
langzaam de circulatiekraan tot de pomp draait met het gewenste
aantal slagen per minuut. Open de spuitapparatuur om deze te
ontluchten.
OPMERKING: Hoe verder de circulatiekraan wordt geopend, hoe meer
kans er is op "bezwijken" van het spuitbeeld of "knipperen" bij het
spuitapparaat als de pomp van richting verandert of schakelt. Open de
circulatiekraan net ver genoeg om de benodigde vloeistoftemperatuur en
‐doorstroming in het circulatiecircuit in stand te houden.
4. Controleer of de eenheid voor luchtsmering één druppel levert per elke
17-25 slagen. Pas zo nodig de opbrengstwaarde aan.
5. Schakel de vloeistofverwarmers (9) (indien gebruikt) in en controleer de
thermometer op de uitgang van de verwarmer. Laat coatingmateriaal
door de verwarmer circuleren tot deze op de gewenste temperatuur is
alvorens er werkstukken mee te spuiten.
OPMERKING: Oververhit coatingmateriaal kan cavitatie in de pomp
veroorzaken als de oplosmiddelen in het coatingmateriaal eruit koken
tijdens het vacuüm dat ontstaat bij de zuigslag. Als dit gebeurt, stel dan
de thermostaat van de verwarmer lager in. Zie hoofdstuk B5, Problemen
en oplossingen voor meer informatie.
Zie afbeelding B 4‐2.
1. Worden er vloeistofverwarmers (9) gebruikt, schakel deze dan uit en laat
het coatingmateriaal nog 10 tot 15 minuten door het systeem circuleren
voordat u de pomp uitzet. Dit voorkomt het uitharden van
coatingmateriaal in de verwarmers.
2. Stop de pomp door de persluchtafsluiter (1) dicht te zetten of door de
drukregelaar (3) op nul te zetten.
3. Maak de vloeistofsectie drukvrij door de spuitapparatuur te triggeren of
de aftapkraan (11) te openen.
OPMERKING: Normaliter kan het systeem tot de volgende dag gevuld
blijven met coatingmateriaal. Laat het materiaal enkele minuten door het
systeem circuleren alvorens de volgende dag met de productie te beginnen.
Laat het systeem niet aan de lucht blootstaan, het coatingmateriaal zal dan
mogelijk uitharden en het systeem kan verstopt raken. Als het systeem
meerdere dagen wordt stilgezet, spoel dit dan door en houd gevuld met
schoonmaakvloeistof.
4. Voer de dagelijkse onderhoudswerkzaamheden uit zoals is beschreven
onder Onderhoud in dit hoofdstuk.
E 2009 Nordson Corporation