Standaard opstarten
Voorbereiding
Starten
E 2009 Nordson Corporation
Zie afbeelding B 4‐2.
Controleer de niveaus van de
S
voorraad coatingmateriaal (5)
S
vloeistof in oplosmiddelkamer (zie afbeelding B 4‐1)
S
eenheid voor luchtsmering (4)
Controleer of
S
de zuigbuis en zeef (6) zijn ondergedompeld in het coatingmateriaal, of
dat het druktoevoersysteem functioneert
S
de vloeistof‐ en luchtkoppelingen stevig vastzitten
S
het luchtfilter (2) is afgetapt
S
er perslucht aanwezig is om de pomp te laten lopen
S
of de afvoerbuis (12), indien gebruikt, in een geaarde afvalbak (13) is
gelegd
S
de pomp, het voorraadvat met coatingmateriaal en de afvalbak zijn
geaard
1. Gebruik de volgende formule om te berekenen welke persluchtdruk
vereist is om de gewenste uitgangsdruk te krijgen:
uitgangsdruk
pompverhouding = benodigde persluchtdruk
Bijvoorbeeld, als u een uitgangsdruk wenst van 1200 psi. Bereken de
benodigde persluchtdruk dan als volgt:
15:1 pomp: 1200 psi
15 = 80 psi benodigde persluchtdruk.
30:1 pomp: 1200 psi
30 = 40 psi benodigde persluchtdruk.
OPMERKING: De vloeistofdruk bij het spuitpistool/de spuitpistolen is
afhankelijk van vele factoren, o.a. van de viscositeit en temperatuur van het
materiaal, het aantal filters en verwarmingen, de inwendige diameter en de
lengte van de slang. Plaats een vloeistofmanometer op het spuitpistool/de
spuitpistolen om de werkelijke vloeistofdruk te bepalen.
2. Start de pomp door de persluchtafsluiter (1) te openen en stel de
drukregelaar (3) in op de persluchtdruk die de gewenste uitgangsdruk zal
produceren.
Bediening en onderhoud
P/N 7179360L04
B 4‐5