● BEDIENINGSINSTRUCTIES ●
O
PLOSSEN VAN PROBLEMEN
Indien u deze punten heeft gecontroleerd maar de airconditioner nog niet
juist functioneert, gebruik de airconditioner dan niet meer en raadpleeg
uw leverancier.
Symptoom
Binnenunit
De unit kan niet worden
bediend.
Na het opnieuw inschakelen werkt
de unit ongeveer 3 minuten niet.
Er komt damp uit de luchtuit-
laat van de binnenunit.
De zwenkfunctie van de HO-
RIZONTALE SCHOEP stopt
even en start daarna weer.
Tijdens de werking verandert
de luchtstroomrichting.
De richting van de horizontale
schoep kan niet worden aange-
past met de afstandsbediening.
In de bedrijfsstand verwarmen
wordt de werking ongeveer
NL
10 minuten lang gestopt.
De unit start automatisch
wanneer de netspanning
wordt ingeschakeld, maar kan
niet met de afstandsbediening
worden bediend.
De binnenunit die niet in
werking is, wordt warm en er is
een geluid dat lijkt op stromend
water, in de unit te horen.
De binnenunit verkleurt na
verloop van tijd.
Buitenunit (Multisysteemfunctie)
Als de stand verwarmen
wordt geselecteerd, zal de
unit niet direct met verwar-
men beginnen.
De ventilator van de buitenunit
draait niet, ook al is de compressor
in werking. Als de ventilator begint
te draaien, stopt hij snel weer.
De buitenunit lekt water.
Er komt witte rook uit de
buitenunit.
Afstandsbediening
Het display van de afstands-
bediening is niet zichtbaar
of is vaag. De binnenunit
reageert niet op het signaal
van de afstandsbediening.
Koelt of verwarmt niet
De airconditioner koelt of
verwarmt niet voldoende.
NL-11
Uitleg en controlepunten
• Is de netschakelaar aangezet?
• Is de ON-timer ingesteld?
Blz. 7
• Dit gebeurt op aangeven van de microproces-
sor ter bescherming van de unit. Wacht even.
• De koele lucht uit de unit zorgt ervoor dat
vocht in de lucht binnen de ruimte snel
afkoelt en in dampvorm overgaat.
• Hierdoor gaat de zwenkfunctie van de HORI-
ZONTALE SCHOEP weer normaal werken.
• Indien tijdens verwarmen de temperatuur
van de luchtstroom te laag is of het apparaat
aan het ontdooien is, dan wordt de hori-
zontale schoep automatisch in horizontale
positie gezet.
• De buitenunit wordt ontdooid.
Dit is in 10 minuten voltooid; wacht daarom
even. (Wanneer de buitentemperatuur te laag
is en de vochtigheid te hoog, wordt ijs gevormd.)
• Deze modellen zijn uitgerust met een functie
voor automatisch opnieuw starten. Wanneer de
netspanning uitgeschakeld wordt zonder de unit
met de afstandsbediening uit te zetten en vervol-
gens de netspanning weer wordt ingeschakeld,
dan start de unit automatisch opnieuw in de
stand die met de afstandsbediening was inge-
steld toen de stroomtoevoer werd onderbroken.
Raadpleeg "Automatische herstartfunctie".
• Door een binnenunit die niet in werking is,
blijft toch een kleine hoeveelheid koelmiddel
stromen.
• Hoewel plastic geel verkleurt onder invloed
van factoren als ultraviolet licht en tempera-
tuur, heeft deze verkleuring geen effect op
de werking van het product.
• Als het verwarmen wordt gestart tijdens het
ontdooien van van de buitenunit, dan duurt
het enkele minuten (max. 10 minuten) voor-
dat er warme lucht uit de unit wordt geblazen.
• Als de buitentemperatuur tijdens het koelen
erg laag is, werkt de ventilator met tussenpo-
zen om voldoende koelwerking te verkrijgen.
• Tijdens COOL en DRY worden leidingen en
hun koppelingen afgekoeld, waardoor op
hun buitenkant condens kan ontstaan.
• Tijdens verwarmen kan condenswater op de warm-
tewisselaar ontstaan en naar beneden druppen.
• Tijdens verwarmen zorgt de ontdooifunctie ervoor dat ijs
op de buitenunit smelt en als water naar beneden drupt.
• Tijdens verwarmen ontstaat door het ont-
dooien stoom, die op witte rook lijkt.
• Zijn de batterijen leeg?
Blz. 3
• Zijn de polen (+, -) van de batterijen verwisseld?
Blz. 3
• Wordt er op toetsen van de afstandsbediening
van andere elektrische apparaten gedrukt?
• Is de juiste temperatuur ingesteld?
• Is de juiste ventilatorsnelheid ingesteld? Zet
de ventilatorsnelheid op Medium of Hoog.
• Is het fi lter schoon?
Blz. 9, 10
• Is de ventilator of de warmtewisselaar van
de binnenunit schoon?
Blz. 9, 10
• Wordt de luchtinlaat of -uitlaat van de bin-
nen- of buitenunit geblokkeerd?
• Staat er een raam of deur open?
• Het kan gebeuren dat de ingestelde temperatuur
pas na enige tijd of helemaal niet wordt bereikt,
afhankelijk van de afmetingen van de ruimte, de
omgevingstemperatuur en dergelijke.
Symptoom
Koelt of verwarmt niet
De ruimte wordt niet vol-
doende gekoeld.
De ruimte wordt niet vol-
doende verwarmd.
In de bedrijfsstand verwarmen
wordt de lucht niet snel uitgeblazen.
Luchtstroom
De lucht uit de binnenunit
ruikt vreemd.
Geluid
Een krakend geluid is te
horen.
Een borrelend geluid is te
horen.
Wanneer DRY/COOL wordt
gestopt, is een borrelend ge-
luid in de binnenunit te horen.
Blz. 5
De binnenunit maakt mecha-
nische geluiden.
Het stromen van water is te
horen.
Soms is een sissend geluid
te horen.
Het geluid van een motor en
een kolkend geluid zijn in de
binnenunit te horen.
Timer
De weektimer werkt niet
volgens de instellingen.
De unit start/stopt zonder aanleiding. • Is de weektimer ingesteld?
Vuil
Het plafond en de muur rond
de binnenunit worden vuil.
Blz. 5
Zet in de volgende gevallen de airconditioner uit en raadpleeg uw leverancier.
• Wanneer water uit de binnenunit lekt of druppelt.
• Wanneer de bovenste bedieningsindicator knippert.
• Wanneer de netschakelaar vaak uit gaat.
• De signalen van de afstandsbediening worden mogelijk niet goed ontvangen
in een ruimte waar TL-verlichting (bijv. van het invertertype) wordt gebruikt.
• De werking van de airconditioner stoort de radio- en tv-ontvangst. Voor het
betreffende apparaat kan een antenneversterker nodig zijn.
• Wanneer er een abnormaal geluid te horen is.
• Wanneer een koelmiddellekkage wordt geconstateerd.
Uitleg en controlepunten
• Als u in een ruimte een ventilator of gasfornuis
gebruikt, wordt het koelsysteem zwaarder
belast. Hierdoor kan het koelend vermogen
mogelijk onvoldoende zijn.
• Als de buitentemperatuur erg hoog is, kan het
koelend vermogen mogelijk niet voldoende zijn.
• Als de buitentemperatuur erg laag is, kan de ver-
warmingscapaciteit mogelijk niet voldoende zijn.
• Wacht even totdat de airconditioner gereed
is om warme lucht uit te blazen.
• Is het fi lter schoon?
Blz. 9, 10
• Is de ventilator of de warmtewisselaar van de
binnenunit schoon?
Blz. 9, 10
• De airconditioner kan geuren opnemen van
muren, vloerkleden, meubilair, kleding e.d.
en deze samen met de lucht uitblazen.
• Dit geluid ontstaat door uitzetten/inkrimpen
van de inlaatrooster, enz. dat wordt veroor-
zaakt door temperatuurveranderingen.
• Dit geluid hoort u wanneer bij het inschakelen van
afzuiging of ventilator buitenlucht wordt aangezo-
gen via de afvoerslang, waardoor water dat zich
in de afvoerslang bevindt naar buiten spuit.
U hoort dit geluid ook wanneer buitenlucht in de
afvoerslang wordt geblazen door sterke wind.
• Dit geluid hoort u als afgevoerd water terug-
loopt in de afvoerleiding in het plafond.
• Dit geluid ontstaat wanneer de ventilator of
de compressor wordt in- of uitgeschakeld.
• Dit geluid ontstaat wanneer er koelmiddel of ge-
condenseerd water in de airconditioner stroomt.
• Dit geluid ontstaat wanneer de stroming van het
koelmiddel door de airconditioner verandert.
• Dit geluid hoort u als condenswater dat tijdens
de COOL/DRY-stand is ontstaan, uit de bin-
nenunit wordt afgevoerd.
• Het is mogelijk dat u geluiden hoort in bin-
nenunits die niet worden gebruikt; dit is het
geluid van water dat wordt afgevoerd. (Dit
geluid stopt automatisch. Wacht even.)
• Is de ON/OFF-timer ingesteld?
Blz. 7
• Breng de instellingsgegevens van de weektimer
nogmaals over naar de binnenunit. Wanneer de
gegevens goed zijn ontvangen, zendt de binnenunit
een lange pieptoon uit. Als de gegevens niet worden
ontvangen, hoort u 3 korte pieptonen. Zorg dat de
gegevens goed worden ontvangen.
Blz. 8
• In geval van een stroomonderbreking
waarbij de netspanning wordt uitgescha-
keld, geeft de klok van de binnenunit niet
meer de juiste tijd aan. De weektimer zou
hierdoor mogelijk niet goed kunnen werken.
Zorg dat de afstandsbediening zich op
een plaats bevindt waar de binnenunit het
signaal kan ontvangen.
Blz. 4
Blz. 8
• Maak het gebied direct rond de airconditioner
regelmatig schoon.
• U kunt vervuiling tegengaan door de lucht-
stroom naar het plafond te verlagen door de
verticale luchtstroomrichting aan te passen.