De juiste temperatuur
Temperatuuraanduiding
Als het apparaat normaal in gebruik is,
geeft de temperatuuraanduiding in het
display de gemiddelde, werkelijke
temperatuur van de koelzone en de
temperatuur van de warmste plek in
de diepvrieszone aan, die op dat mo-
ment in het apparaat heersen.
Als de temperatuur in de diepvrieszone
niet in het bereik ligt dat in de tempera-
tuuraanduiding kan worden aangege-
ven, gaan er in het display alleen
streepjes knipperen.
Het kan zeker een paar uur duren voor-
dat de gewenste temperatuur wordt be-
reikt en als stabiel wordt aangegeven.
Dit hangt onder andere van de omge-
vingstemperatuur en de instelling af.
28
Temperatuur in de koel-/diep-
vrieszone instellen
De temperaturen in de koel- en diep-
vrieszone kunt u onafhankelijk van el-
kaar instellen.
Kies de koel- of diepvrieszone.
Stel met de sensortoetsen onder het
display de temperatuur in.
Het drukken op de sensortoets heeft
het volgende effect.
– Temperatuur gaat omlaag.
– Temperatuur gaat omhoog.
De temperatuurwaarde die u instelt,
knippert in de temperatuuraanduiding.