4.4.11.2 Regeling via temperatuur
Wanneer een circulatieventilator werkt in relatie tot de temperatuur in de stal, stel dan in volgens welke sensor
de computer moet regelen en de temperatuur waarbij de circulatieventilator wordt geactiveerd.
Installatie met relais (AAN/UIT)
Een relaisgestuurde circulatieventilator kan worden geregeld op basis van een gemeten temperatuur in de stal
(1 temperatuur) of op basis van een verschil tussen twee plaatsen in de stal (verschiltemperatuur). Indien actief,
zal de ventilator beurtelings draaien en stoppen gedurende korte perioden.
Bediening | Klimaatapparatuur
Modus
Starten bij ventilatie /
Stoppen bij ventilatie
Regeling
Selectie temperatuursen-
sor
AAN-tijd
UIT-tijd
Opheffingsregeling acti-
veren
Status opheffingsrelais
1 temperatuursensor
Offset starttemperatuur
Stoptemperatuur natuur-
lijk
Stoptemperatuur zij/tun-
nel
Verschiltemperatuur
Gebruikershandleiding
|
Circulatieventilator
Selecteer of de circulatieventilator moet worden geregeld volgens temperatuur of
volgens een 24-uurs klok.
Instellen van het actieve ventilatiegebied waarin de circulatieventilator actief is.
Wanneer de ventialtiebehoefte boven en onder dit niveau is, is de circulatieventi-
lator niet actief.
Niet gebruikt in veestallen met alleen natuurlijke ventialtie.
Selecteer regeling van de circulatieventilator.
Eén temperatuur: De regelin vindt plaats volgens een offset op de binnentempera-
tuur.
Verschiltemperatuur: De regeling vindt plaats op basis van het temperatuurver-
schil tussen de geselecteerde sensoren.
Selectie van te gebruiken temperatuursensoren voor regeling van de circulatie-
ventilator.
Instellen van de actieve periode voor de circulatieventilator.
Instellen van de periode gedurende welke de circulatieventilator niet loopt wan-
neer de functie actief is.
Selectie of de gebruiker de circulatieventilator handmatig moet kunnen stoppen en
starten.
Handmatige activering of deactivering van de circulatieventilator, bijvoorbeeld om
de luchtbeweging kort te verhogen.
Denk eraan de functie weer te deactiveren.
Instellen van een offset voor Temperatuurinstelpunt. De circulatieventilator wordt
geactiveerd wanneer de binnentemperatuur hoger is dan
+ Offset starttemperatuur
Bij hoge temperaturen kan een circulatieventilator worden gebruikt om te koelen
door middel van luchtsnelheid.
Instellen van de temperatuur waarop de circulatieventilator stopt.
In veestellen die ook zij-/tunnelventilatie hebben.
Weergave van de temperatuur waarop de circulatieventilator stopt bij zij- en tun-
nelventilatie.
.
BlueControl pluimvee
Temperatuurinstelpunt
71