Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

DOL 534 • DOL 539
Klimaatcomputer
Gebruikershandleiding
611823 • 2022-03-15
Software version 7.6

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Skov DOL 534

  • Pagina 1 DOL 534 • DOL 539 Klimaatcomputer Gebruikershandleiding 611823 • 2022-03-15 Software version 7.6...
  • Pagina 3 De stroomisolator wordt niet meegele- verd. Opmerking • Alle rechten behoren toe aan SKOV A/S. Geen enkel deel van deze handleiding mag op welke wijze dan ook worden gereproduceerd zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van SKOV A/S in elk afzon- derlijk geval.
  • Pagina 4: Inhoudsopgave

    DOL 534 • DOL 539 1 Richtlijnen ...............................  7 2 Productbeschrijving............................ 8 3 Bedieningsinstructies............................  9 Bediening............................  9 Dagelijks gebruik ........................ 10 TrustMe .............................  10 Activiteitenlog ..........................  11 Pagina’s ............................  13 3.5.1 Standaardpagina’s selecteren .................... 13 3.5.2 Paginatypen .......................... 13 3.5.2.1 Dagelijkse weergave........................
  • Pagina 5 DOL 534 • DOL 539 Warmteterugwinningseenheid.................... 47 FreeRange .......................... 49 4.8.1 Doorgangen .......................... 51 4.8.2 Wintertuin...........................  52 Ventilatie ...........................  53 4.9.1 Adaptieve ventilatieregeling .......................  53 4.9.2 Parkeren van ventilatoren ...................... 54 4.9.3 Ventilatie-instellingen .........................  54 4.9.4 Ventilatiestatus...........................  55 4.9.4.1 Cyclustimer bij minimumluchtinlaat....................  55 4.9.5...
  • Pagina 6 DOL 534 • DOL 539 Verbruik ............................  86 6 Alarmen .................................  87 Een alarmsignaal stoppen ......................  87 Alarmtest .......................... 88 Stroomuitvalalarm ........................ 88 Alarm-instellingen........................ 88 6.4.1 Master/client-alarmen ........................  88 6.4.2 Temperatuuralarmen .........................  88 6.4.3 RV-alarm............................  90 6.4.4 Alarm voor inlaat en uitlaat ...................... 90 6.4.5...
  • Pagina 7: Richtlijnen

    DOL 534 • DOL 539 1 Richtlijnen Deze gebruikershandleiding behandelt de dagelijkse bediening van de stalcomputer. De handleiding bevat ba- siskennis over de functies van de computer die nodig is voor optimaal gebruik ervan. Sommige functies zijn optioneel en worden alleen gebruikt in specifieke configuraties van de stal- computer.
  • Pagina 8: Productbeschrijving

    • DOL 534 klimaatcomputer • DOL 535 productiecomputer • DOL 539 klimaat- en productiecomputer (verkregen door combinatie van DOL 534 en DOL 535) DOL 534 is verkrijgbaar in de volgende klimaatsoftwarevarianten: • LPV •...
  • Pagina 9: Bedieningsinstructies

    DOL 534 • DOL 539 3 Bedieningsinstructies 3.1 Bediening De klimaat- en productiecomputer wordt bediend via het touchscreen. De weergave op het scherm wordt een pagina genoemd. U kunt omhoog/omlaag en naar links/rechts bladeren om de gehele pagina te zien.
  • Pagina 10: Dagelijks Gebruik

    DOL 534 • DOL 539 3.2 Dagelijks gebruik De computer wordt bediend via aangemaakte pagina’s die toegang bieden tot instellingen en informatie. We raden u aan om pagina’s te maken met de inhoud die u nodig heeft voor de dagelijkse bediening. De pagi- na’s bieden informatie over en de status van de werking.
  • Pagina 11: Activiteitenlog

    DOL 534 • DOL 539 • wat de volgende aanpassingsstap zal zijn. De informatie is beschikbaar op pagina’s met kaarten met het pictogram in de rechterhoek. Druk op de kaart om te zien hoe de computer werkt. Druk op het pictogram in de linkerhoek om het venster te sluiten.
  • Pagina 12 DOL 534 • DOL 539 Daarnaast wordt aangegeven of een waarde/instelling is gewijzigd en wanneer. Druk op het pictogram van de activiteitenlog om deze te openen. Druk op de regel van een activiteit om de details te bekijken, zoals wanneer een alarm is geactiveerd en wanneer het alarm is bevestigd.
  • Pagina 13: Pagina's

    DOL 534 • DOL 539 3.5 Pagina’s Een pagina is een door de gebruiker gedefinieerde weergave van geselecteerde waarden, grafieken en instel- lingen. Pagina’s bieden dus snelle toegang tot aflezing en bediening. We raden u aan een aantal pagina’s te maken met precies de functies en waarden die in de individuele stal worden gebruikt volgens de behoeften van de dagelijkse gebruiker.
  • Pagina 14 DOL 534 • DOL 539 Klik op om de binnentemperatuur aan te passen naar de gewenste temperatuur in de stal. Bijstellen: +/- 0,5 Volgende bijstelling mogelijk over twee uur. Luchtvochtigheid De computer geeft de actuele luchtvochtigheid weer. Klik op om de luchtvochtigheid aan te passen naar de gewenste luchtvochtigheid in de stal.
  • Pagina 15: Stalweergave

    DOL 534 • DOL 539 3.5.2.2 Stalweergave Deze weergave biedt een grafisch overzicht van de stal met geselecteerde waarden en instellingen. Selecteer eerst de hoek van de stalillustratie. De illustratie wordt weergegeven in de kleine afbeelding rechts. Selecteer vervolgens om de stal, de schoorstenen en de silo’s te verber- gen of weer te geven.
  • Pagina 16: Programmaoverzicht

    DOL 534 • DOL 539 3.5.2.3 Programmaoverzicht Deze pagina maakt het mogelijk om verschillende soorten programma’s op dezelfde pagina te zien. De grafi- sche weergave maakt het eenvoudig om een overzicht te krijgen van hoe de programma’s zijn opgezet ten op- zichte van elkaar.
  • Pagina 17: Ventilatie-Weergave

    DOL 534 • DOL 539 3.5.2.4 Ventilatie-weergave Door de verschillende grafische weergaven van de status van het ventilatiesysteem kunt u zien welke omstan- digheden van invloed zijn op de manier waarop de stal wordt geventileerd. Het is niet mogelijk om gebruikersconfiguraties van deze weergaven te maken.
  • Pagina 18: Pagina's Maken

    DOL 534 • DOL 539 3.5.3 Pagina’s maken We raden u aan een aantal pagina’s te maken met precies de functies en waarden die in de individuele stal worden gebruikt volgens de behoeften van de dagelijkse gebruiker. De pagina’s werken als snelkoppelingen naar de sleutelwaarden en instellingen en bieden u daarom snelle toe- gang tot het lezen van waarden en het wijzigen van de instellingen.
  • Pagina 19 DOL 534 • DOL 539 Druk op een van de gereedschappen om de koppen of de inhoud van de kaarten te bewerken of om de kaarten te verplaatsen of verwijderen. Bewerken Verplaatsen Verwijderen Wanneer een gereedschap wordt geselecteerd, veranderen de pictogrammen op de kaarten om het gereedschap te weerspiegelen.
  • Pagina 20: Vereenvoudigen Van Instellingen In Stallen Met 2 Zones

    DOL 534 • DOL 539 U kunt tot twee sleutelwaarden toevoegen aan een statusweer- gave. U kunt bijvoorbeeld de volgende samenvoegen: Temperatuur Temperatuurinstelpunt Luchtvochtigheid Luchtvochtigheidsinstelpunt Ventilatie Minimumventilatie/dier Verwarming Warmteoffset Voerverbruik Voer toevoegen Mits de functies worden ondersteund door de computer.
  • Pagina 21: Pagina's Bewerken

    DOL 534 • DOL 539 3.5.4 Pagina’s bewerken Alle pagina’s kunnen worden bewerkt door op het tandwiel rechtsonder te drukken. Selecteer een topkaart voor de pagina. Selecteer de pagina-inhoud (kaarten). Open het menu , zie ook Pagina’s maken [} 18]. Pagina’s beheren 3.6 Instellingen...
  • Pagina 22 DOL 534 • DOL 539 Functies activeren/deactiveren Functies kunnen worden geactiveerd en gedeactiveerd met de schakelknop. Omhoog/omlaag bladeren Als de pagina of het menu hogher is dan het scherm, kunt u omhoog/omlaag bladeren. De mogelijkheid om te bladeren wordt aangegeven door de pij- len op het scherm.
  • Pagina 23: Zoeken In Menu's

    DOL 534 • DOL 539 3.7 Zoeken in menu’s Zoeken naar de afzondelrijke functies van de computer is eenvoudig. Open de pagina door op te drukken. Instellingen Gebruik het zoekveld links om te zoeken in menu’s. Voer minimaal 3 tekens in om te zoeken.
  • Pagina 24: Wachtwoord

    DOL 534 • DOL 539 3.9 Wachtwoord Deze paragraaf is alleen relevant voor stallen waarvoor de wachtwoordfunctie is geactiveerd. De computer kan tegen onbevoegde bediening worden beschermd met behulp van wachtwoorden. Deze functie kan worden geactiveerd in het menu | Beheer | Wachtwoord gebruiken Om toegang te krijgen voor het wijzigen van een instelling, moet u een wachtwoord invoeren dat overeenkomt met het gebruikersniveau waarop de betreffende functie zich bevindt (Dagelijks, Geavanceerd en Service).
  • Pagina 25 DOL 534 • DOL 539 Beperking van de toegang tot de stalcomputer We raden u aan de standaard wachtwoorden te wijzigen en vervolgens het wachtwoord regel- matig te wijzigen. Gebruikershandleiding...
  • Pagina 26: Klimaat

    4 Klimaat 4.1 Automatische klimaatregeling Een klimaatcomputer van SKOV regelt en bewaakt automatisch een groot aantal factoren die belangrijk zijn voor het klimaat in de stal, zoals luchtverversing en temperatuur. De computer kan de vereiste temperatuur en luchtvochtigheid in de stal zeer precies regelen en handhaven.
  • Pagina 27: Temperatuur

    DOL 534 • DOL 539 4.2 Temperatuur De klimaatcomputer past de binnentemperatuur aan op basis van het Temperatuurinstelpunt Wanneer de binnentemperatuur te hoog is, verhoogt de computer het ventilatieniveau om meer verse lucht toe te voeren. Wanneer de temperatuur te laag is, verlaagt de computer het ventilatieniveau om de warmte in de stal te houden;...
  • Pagina 28: Instellingen

    DOL 534 • DOL 539 4.2.1.1 Instellingen Klimaat | Temperatuur | Instelpunten Bovenste temperatuurinstelpunt waarbij de ventilatie wordt geactiveerd. Temperatuurinstelpunt Streeftemperatuur + cor- Weergave van een gecorrigeerde temperatuurwaarde voor Temperatuur. rectie Streeftemperatuur plus toevoeging is het uitgangspunt voor de berekening van de ventilatiebehoefte in de stal door de computer.
  • Pagina 29: Verwarming

    DOL 534 • DOL 539 Achter Zone voor strooisel drogen Voor Broedzone 4.2.2 Verwarming 4.2.2.1 Adaptieve verwarmingsregeling Af fabriek is de regeling ingesteld op adaptieve regeling. Dit betekent dat de stalcomputer de regeling voortdu- rend aanpast aan de actuele omstandigheden. De gebruiker hoeft dus minder handmatig instellingen te wijzigen Bij gebruik van adaptieve regeling is het mogelijk om de reactiesnelheid bij verandering van de omstandigheden af te stellen.
  • Pagina 30 DOL 534 • DOL 539 Warmte offset In stallen met verwarmingssystemen regelt de stalcomputer de binnentemperatuur volgens de ingestelde temperatuur, Tempe- , en volgens een temperatuuronderlimiet, ratuur Absoluut in- stelpunt verwarming Klimaat | Temperatuur | Instelpunten Stel het aantal graden in dat de binnentemperatuur onder de vereiste temperatuur Warmte offset moet komen voordat de stalcomputer de warmtetoevoer activeert.
  • Pagina 31: Min. Verwarming

    DOL 534 • DOL 539 4.2.2.2.1 Min. verwarming Minimale verwarming is een functie die de stalcomputer acti- veert bij koud weer. Minimale verwarming kan bijvoorbeeld ijs- vorming in de luchtinlaat minimaliseren. Als de buitentempera- tuur is ingesteld op Buitentemperatuur beneden , voegt de stal- computer continu de minimale verwarming toe.
  • Pagina 32: Vloerverwarming

    DOL 534 • DOL 539 Omdat de verwarming is geconcentreerd in de lokale zones, kan de binnentemperatuur buiten de zones laag worden gehouden om het verwarmingsverbruik te beperken. Klimaat | Temperatuur | Instelpunten Stand-aloneverwarmin- Instellen van de laagst toegestane temperatuur bij de betreffende verwarming.
  • Pagina 33: Extra Ventilatie

    DOL 534 • DOL 539 Vloertemperatuur Weergave van de actuele buitentemperatuur. (alleen met sensor) Temperatuur vloerretour Weergave van de retourwatertemperatuur. Vloertemperatuur instellen. Instelpunt vloertempera- tuur (alleen met sensor) Instellen van het percentage waarop het vloerverwarmingssysteem zal werken. Instelpunt vloerverwar- ming...
  • Pagina 34: Temperatuur Toevoegingen

    DOL 534 • DOL 539 Ventilatie Comforttemp. Extra ventilatie Start vent Temperatuur Temperatuurinstelpunt Figuur 7: Extra ventilatie wordt geactiveerd wanneer de binnentemperatuur boven het Temperatuurinstelpunt + Comforttem- peratuur is en ventilatie al maximaal is. De klimaatcomputer verhoogt de extra ventilatie geleidelijk in stappen.
  • Pagina 35: Geavanceerd Comfort

    DOL 534 • DOL 539 Bij rondeproductie activeert de stalcomputer de functie Comforttemperatuur wanneer de ventilatiebehoefte gro- ter is dan de ventilatiesnelheid waarop de is ingesteld (in het menu Comfortventilatie Technisch | Service | Re- gelparameters | Comfort | Comfortventilatie Bij rondeproductie kan de comforttemperatuur als een curve over twee dagnummers worden ingesteld.
  • Pagina 36 DOL 534 • DOL 539 Temperatuur Buitentemperatuur Buitentemperatuurlimiet Toevoeging van comforttemperatuur Comfort wordt verwijderd Comfortreductiefactor Dagen Figuur 10: Comfort hittegolf Tijdens een hittegolf verwijdert u de toevoeging van de comforttemperatuur aan de ingestelde temperatuur. Wanneer een hittegolf eindigt, bewaakt de klimaatcomputer de buitentemperatuur gedurende 24 uur voordat de comforttemperatuur geleidelijk weer wordt ingevoerd.
  • Pagina 37: Dag- En Nachtafstelling

    DOL 534 • DOL 539 4.2.4.3 Dag- en nachtafstelling Dag- en nachtafstelling is bedoeld om elke 24 uur gedurende een bepaalde periode de binnentemperatuur te wijzigen, om het normale gedrag van de dieren te ondersteunen. Een lagere binnentemperatuur zorgt ervoor dat de dieren een normaal dag-nachtritme ervaren.
  • Pagina 38 DOL 534 • DOL 539 Actuele verandering van de temperatuur ten opzichte van de Streeftemperatuur. Feitelijke dag-en nachtaf- stelling Gebruikershandleiding...
  • Pagina 39: Luchtvochtigheid

    DOL 534 • DOL 539 4.3 Luchtvochtigheid Deze paragraaf is alleen van toepassing op stallen met een luchtvochtigheidssensor. De luchtvochtigheid in de stal is belangrijk voor het binnenklimaat en voor het welzijn van de dieren. Wat de luchtvochtigheid betreft moet de regeling zorgen voor een geschikt niveau - niet te hoog en niet te laag.
  • Pagina 40: Bevochtiging

    DOL 534 • DOL 539 Klimaat | Luchtvochtigheid Weergave van het actuele luchtvochtigheidsniveau. Actuele luchtvochtigheid Weergave van hoeveel er geventileerd wordt vanwege luchtvochtigheid. Vochtventilatie Actueel luchtvochtigheidsniveau buiten. Luchtvochtigheid buiten Luchtvochtigheidsinstel- Instellen van de bovenlimiet voor de luchtvochtigheid. punt Als u de luchtvochtigheid moet aanpassen, is het aan te bevelen die 3% te veran- deren en dan 3-4 dagen te wachten.
  • Pagina 41: Vochtregelingsprincipe

    DOL 534 • DOL 539 Klimaat | Luchtvochtigheid Weergave van de actuele bevochtigingsbehoefte. Bevochtigingsbehoefte Instellen van de onderlimiet voor de luchtvochtigheid. Instelpunt bevochtiging Kan worden ingesteld tot maximaal 5% onder Luchtvochtigheidsinstelpunt Instellen van het dagnummer waarop de stalcomputer de bevochtiging deacti- Laatste dag bevochtiging veert.
  • Pagina 42: Vochtventilatie

    DOL 534 • DOL 539 De stalcomputer heeft 3 primaire regelmodussen voor de luchtvochtigheid, welke elk een eigen gebied beslaan. Temperatuurverlaging Vochtventilatie Vochtigheid verwarming Dieren Strooiselkwaliteit Luchtkwaliteit (CO 4.3.2.1 Vochtventilatie Deze functie is niet actief bij tunnelventilatie. Consequenties Werking Hoger verwarmingsverbruik Verhoogt ventilatie.
  • Pagina 43: Vochtigheid-Warmte

    DOL 534 • DOL 539 Temperatuurverlaging met warmtetoevoer Wanneer de stalcomputer is ingesteld om de luchtvochtigheid te regelen volgens het temperatuurverlagingsprin- cipe, zal de computer een te hoge luchtvochtigheid aanpassen door de binnentemperatuur met enkele graden te verlagen (reductie). Bij een lagere temperatuurinstelling verhoogt de stalcomputer dus de ventilatie en daarmee de luchtverversing.
  • Pagina 44: Intelligente Luchtvochtigheidsregeling - Bij Hoge Temperatuur En Luchtvochtigheid Buiten

    DOL 534 • DOL 539 4.3.3 Intelligente luchtvochtigheidsregeling - bij hoge temperatuur en luchtvochtigheid buiten Als alternatief voor de standaardconfiguratie van de computer kan de luchtvochtigheidsregeling worden gewij- zigd, zodat een hoge luchtvochtigheid in de stal wordt verminderd door de binnentemperatuur te verhogen. De intelligente luchtvochtigheidsregeling regelt zowel de binnen- en buitentemperatuur als de luchtvochtigheid bin- nen en buiten en optimaliseert zo de luchtvochtigheidsregeling volgens de actuele klimaatomstandigheden.
  • Pagina 45: Luchtvochtigheidsinstellingen

    DOL 534 • DOL 539 4.3.4 Luchtvochtigheidsinstellingen 4.3.4.1 Adaptieve luchtvochtigheidsventilatie SKOV A/S adviseert om de luchtvochtigheidsregeling in te stellen op adaptieve regeling. Bij gebruik van adaptieve regeling is het mogelijk om de reactiesnelheid bij verandering van de omstandigheden af te stellen.
  • Pagina 46: Nh3

    DOL 534 • DOL 539 CO2-instelpunt Bovenste grens voor CO in de lucht. Wanneer het CO -gehalte in de lucht het Co2-instelpunt -instelpunt overschrijdt, verhoogt de functie de ventilatie. De computer verlaagt de minimumventilatie als het -niveau in de stal onder het CO -instelpunt is.
  • Pagina 47: Druk

    DOL 534 • DOL 539 Als de binnentemperatuur onder het verwarmingsinstelpunt daalt, zal de klimaatcomputer de NH -ventilatie ge- leidelijk verminderen. 4.6 Druk Deze paragraaf is alleen van toepassing op stallen met drukregeling. Met behulp van een druksensor kan de klimaatcomputer het drukniveau in de stal regelen. Op basis van de sensormetingen regelt de klimaatcomputer het openen van de kleppen;...
  • Pagina 48 DOL 534 • DOL 539 De warmteterugwinningseenheid heeft twee ventilatoren. Een ervan verwijdert warme, vochtige lucht uit de stal. De andere trekt frisse, voorverwarmde lucht de stal in. Koude lucht van buiten Gekoelde/vochtige lucht Buiten Luchtuitlaat Binnen Warme/vochtige lucht Luchtinlaat Voorverwarmde, droge lucht Figuur 16: Voorbeeld van het principe van de warmteterugwinningseenheid.
  • Pagina 49: Freerange

    DOL 534 • DOL 539 Instellen van de buitentemperatuur waarop de warmteterugwinningseenheid uit- Warmteterugwinnings- eenh. verlaten schakelt. Instellen van de buitentemperatuur waarbij de warmteterugwinningseenheid wordt Laat warmteterugwin- ingeschakeld. ningseenheid toe Warmteterugwinnings- Instellen van graden. Wanneer de buitentemperatuur dichter bij de ingestelde tem-...
  • Pagina 50 DOL 534 • DOL 539 Luchtuitlaat, afzuigeenheid Luchtinlaat, wandinlaat FreeRange-doorgang Figuur 18: FreeRange-ventilatie in een onderdruksysteem FreeRange met gelijke-drukventilatie wordt hoofdzakelijk gebruikt in gematigde gebieden. De stal wordt geventi- leerd door verse lucht die via dakinlaten met ventilatoren binnenkomt en via schoorstenen met geactiveerde ventilatoren naar buiten gaat.
  • Pagina 51: Doorgangen

    DOL 534 • DOL 539 Instellen van een offset ten opzichte van de rondecurve Offset temperatuur ven- FreeRange starttempera- tilatoren tuur ventilator De waarde wordt bij het starten van de ronde gereset. Temperatuurinstelpunt Weergave van de berekende binnentemperatuur waarbij de ventilatoren in de lucht- uitlaten worden gestart (Temperatuurinstelpunt + Offset ventilatortemperatuur).
  • Pagina 52: Wintertuin

    DOL 534 • DOL 539 In elk programma moet u het volgende instellen: • Aantal openingen/sluitingen per dag (1-4) • Openingstijd • Sluitingstijd Het programma toont de periode waarin de doorgangen open zijn. 4.8.2 Wintertuin Deze functie wordt gebruikt in combinatie met FreeRange-ventilatie en doorgangen. Zie ook de paragrafen FreeRange en Doorgangen [} 51].
  • Pagina 53: Ventilatie

    In de volgende paragrafen worden de functies en instelmogelijkheden van het ventilatiemenu beschreven. Met de zoekfunctie in het menu Instellingen kan naar functies worden gezocht. Zie paragraaf Zoeken in menu’s [} 23]. 4.9.1 Adaptieve ventilatieregeling SKOV A/S adviseert om de ventilatie in te stellen op adaptieve regeling. Gebruikershandleiding...
  • Pagina 54: Parkeren Van Ventilatoren

    DOL 534 • DOL 539 Bij gebruik van adaptieve regeling is het alleen mogelijk om de reactiesnelheid bij verandering van de omstan- digheden af te stellen. Alle andere regeling wordt automatisch uitgevoerd door de computer. Klimaat | Ventilatie | Huidig...
  • Pagina 55: Ventilatiestatus

    DOL 534 • DOL 539 Start bij buitentempera- Instellen van de buitentemperatuur die een verlaging van de minimumventilatie acti- veert. tuur Maximale verlaging bij Instellen van de buitentemperatuur zodat de minimumventilatie niet verder wordt verlaagd. buitentemperatuur Deze functie is een alternatief voor het verlagen van de minimumventilatie via een CO2-sensor. Als echter ook CO2-minimumventilatie wordt gebruikt, heeft dit voorrang zolang het CO2-niveau de ventilatiebehoefte bepaalt.
  • Pagina 56: Zonegestuurde Inlaat

    DOL 534 • DOL 539 De cyclustimer kan ook grafisch worden weergegeven als een kaart op een pagina, zie ook Pagina’s maken [} 18]. Klimaat | Ventilatie | Informatie Wanneer de computer de minimumventilatie met een cyclustimer regelt, openen en Cyclustimer minimum sluiten de kleppen afwisselend.
  • Pagina 57: Inlaat Anti-Ijs

    DOL 534 • DOL 539 4.9.6 Inlaat anti-ijs Deze paragraaf is alleen van toepassing op stallen met anti-ijs voor luchtinlaten. Anti-ijs is een functie die de regeling van de ventilatie bij lage buitentemperaturen verandert naar cyclustijd om ijsvorming in de luchtinlaten te voorkomen.
  • Pagina 58: Reiniging Spuitmond

    DOL 534 • DOL 539 Klimaat | Zijkoeling | Huidig Aflezing van de actuele koelingsbehoefte. Zijkoelingsbehoefte Deze aflezing wordt weergegeven wanneer de bevochtiging ook is verbonden met Vereiste incl. bevochtiging het relais voor het zijkoelingssysteem. De aflezing toont het percentage van de capaciteit van het zijkoelingssysteem dat momenteel actief is.
  • Pagina 59 DOL 534 • DOL 539 Een vroege start van de koeling is met name relevant in warme en droge gebieden. Wanneer u het ventilatieni- veau verhoogt, krijgt u warme buitenlucht in de stal. Een kleiner luchtvolume heeft koeling nodig als u de koeling in een eerder stadium activeert.
  • Pagina 60: Koelingsprioriteit

    DOL 534 • DOL 539 4.10.2.1.1 Koelingsprioriteit Het is mogelijk om de prioriteit te kiezen van het vroeg starten van de koeling: minimum, medium en maximum. Koelingspotentieel (°C) Bovenlimiet Onderlimiet Ventilatie (%) Maximumventilatie Minimum prioriteit Medium prioriteit Maximum prioriteit Figuur 25: Hoe hoger het koelingspotentieel, hoe hoger de prioriteit van het vroeg starten van de koeling.
  • Pagina 61: Tunnel

    DOL 534 • DOL 539 4.11 Tunnel Deze paragraaf is alleen van toepassing op stallen met tunnelventilatie. Tunnelventilatie wordt gebruikt bij hoge temperaturen. De lucht wordt binnengelaten via een tunnelopening aan de ene kant van de stal en de lucht wordt afgevoerd via een aantal wandventilatoren aan de andere kant van de stal.
  • Pagina 62 DOL 534 • DOL 539 De actuele luchtsnelheid is een berekende waarde (meter/sec). De klimaatcompu- ter berekent de actuele luchtsnelheid door de stal op basis van de doorsnede (m van de stal en de actuele capaciteit van de tunnelventilatoren. De actuele ventilatiebehoefte (alleen tunnel).
  • Pagina 63: Cyclustimer Bij Tunnelventilatie

    DOL 534 • DOL 539 Aflezing van het instelpunt voor de maximale lucntsnelheid (Max. luchtsnelheid) Gebruiker beperkte max. luchtsnelh van het ventilatiesysteem. Ventilatie door luchtvochtigheidsregeling. Vochtventilatie Weergave van de status van de lage/hoge modus van Dynamic Multistep. Tunneluitlaat Tunnelinlaat Weergave van de status van de luchtinlaten.
  • Pagina 64: Combi-Tunnelventilatie: Schakelen Tussen Zij- En Tunnelventilatie

    DOL 534 • DOL 539 • Om over te schakelen op tunnelventilatie bij een hogere binnentemperatuur, moet u de chillfactor verhogen. 4.11.3 Combi-tunnelventilatie: schakelen tussen zij- en tunnelventilatie Schakelen van zij- naar tunnelventilatie De computer schakelt automatisch over op tunnelventilatie wanneer aan de volgende voorwaarden wordt vol- daan: •...
  • Pagina 65: Adaptieve Tunnelkoeling

    DOL 534 • DOL 539 4.12.1 Adaptieve tunnelkoeling Af fabriek is de regeling ingesteld op adaptieve regeling. Dit betekent dat de stalcomputer de regeling voortdu- rend aanpast aan de actuele omstandigheden. De gebruiker hoeft dus minder handmatig instellingen te wijzigen...
  • Pagina 66: Tunnelkoeling Wordt Gestart Op Basis Van Een Aangepaste Luchtsnelheid

    DOL 534 • DOL 539 De tunnelkoeling wordt opnieuw gestart bij 3% onder de luchtvochtigheidslimiet. Daarnaast kunt u een luchtvochtigheidslimiet instellen voor zijkoeling. 4.12.3.2 Tunnelkoeling wordt gestart op basis van een aangepaste luchtsnelheid De functie maakt het mogelijk om de koeling te starten op een laag ventilatieniveau.
  • Pagina 67: Start Van Tunnelkoeling Op Basis Van Binnentemperatuur

    DOL 534 • DOL 539 Temperatuur (°C) Gemeten temperatuur Gevoelstemperatuur Luchtsnelheid (m/s) Max. luchtsnelheid Actuele luchtsnelheid start Laagste luchtsnelheid start Koeling (%) Max. koeling Min. koeling Figuur 30: De koeling wordt al gestart bij een lage luchtsnelheid om de vereiste binnentemperatuur te handhaven. Wanneer de koeling de temperatuur niet kan handhaven, wordt de luchtsnelheid weer verhoogd.
  • Pagina 68: Koelingspotentieel

    DOL 534 • DOL 539 4.12.5 Koelingspotentieel Het koelingspotentieel is een manier om te beschrijven hoeveel de luchttemperatuur kan worden verlaagd door koeling op waterbasis. Het koelingspotentieel voor koeling op waterbasis is afhankelijk van de luchtvochtigheid en de buitentempera- tuur.
  • Pagina 69: Regeling Via 24-Uurs Klok

    DOL 534 • DOL 539 4.13.1 Regeling via 24-uurs klok De circulatieventilator werkt volgens een ingestelde AAN/UIT-tijd en de tijdinstelling wanneer deze moet starten en stoppen. Klimaat | Circulatievent. Instellen van de actieve tijd van de circulatieventilator. Starttijd Stoptijd Instellen van de inactieve tijd van de circulatieventilator.
  • Pagina 70 DOL 534 • DOL 539 Selecteer regeling van de circulatieventilator. Regeling Eén temperatuur: De regelin vindt plaats volgens een offset op de binnentempera- tuur. Verschiltemperatuur: De regeling vindt plaats op basis van het temperatuurver- schil tussen de geselecteerde sensoren. Selectie van te gebruiken temperatuursensoren voor regeling van de circulatie- Selectie temperatuursen- ventilator.
  • Pagina 71 DOL 534 • DOL 539 Installatie met 0-10 V (variabel) Een 0-10 V gestuurde circulatieventilator kan worden geregeld op basis van een gemeten temperatuur in de stal. De ventilator varieert de snelheid afhankelijk van de temperatuur. Klimaat | Circulatieventilator | Variabele ventilatorinstellingen Instellen van het actieve ventilatiegebied waarin de circulatieventilator actief is.
  • Pagina 72: Regeling Via Warmtebron

    DOL 534 • DOL 539 Een 0-10 V geregelde circulatieventilator met omkeerrelais werkt zoals hierboven is beschreven, maar kan ook de draairichting van de circulatieventilator omkeren. Snelheid % Normaal Omgekeerd Temperatuur °C Temperatuurinstelpunt 20 °C Offset omgekeerde temperatuur Figuur 35: 0-10 V geregelde circulatieventilator met omkeerrelais Klimaat | Circulatievent.
  • Pagina 73 DOL 534 • DOL 539 Deze functie is alleen actief als verwarming vereist is. Stopvertraging Regeling: Met verwarming Verwarming Startvertraging Circulatieventilator Startvertraging Regeling: Na verwarmen AAN-tijd Tijd Figuur 36: Regeling met verwarming Gebruikershandleiding...
  • Pagina 74: Weerstation

    DOL 534 • DOL 539 4.14 Weerstation Deze paragraaf is alleen van toepassing op stallen met een weerstation. Het weerstation wordt gebruikt voor registratie van de windrichting en de windsnelheid. De gemiddelde waarden worden alleen weergegeven wanneer ze zijn geselecteerd in het menu...
  • Pagina 75: Beheer

    DOL 534 • DOL 539 5 Beheer 5.1 Stalgegevens 5.1.1 Stalstatus Actieve stal- Lege stal De computer heeft 2 verschillende werkingsstanden, een voor als er dieren in de stal zijn en een voor als de stal leeg is. Met dieren in de stal –...
  • Pagina 76: Instellingen

    Wijzigen van de stalstatus door een unieke code in te voeren die wordt weergege- Status wijzigen ven op het scherm. Instellen van het aantal dieren (alleen DOL 534). Aanwezige dieren Datum en tijd bijstellen Instelling van de huidige datum en tijd.
  • Pagina 77: Voorverwarming Per Dagnummer

    DOL 534 • DOL 539 5.1.2.1 Voorverwarming per dagnummer Stel het aantal mindagen in om Dagnummer te gebruiken voor voorverwarming van de stal. Stel de status in op Actieve stal. Stel Dagnummer in op het aantal benodigde voorverwarmings- dagen, bijvoorbeeld -3.
  • Pagina 78: Curves Instellen

    DOL 534 • DOL 539 De computer kan automatisch aanpassen aan de leeftijd van de dieren. Wanneer de stalcomputer is verbonden met een netwerk met het beheerprogramma FarmOnline Explorer, kunnen curves ook worden gewijzigd via FarmOnline. Afhankelijk van het type en de configuratie van de stalcomputer kunnen de volgende rondecurves beschikbaar zijn: •...
  • Pagina 79: Pauzefuncties

    DOL 534 • DOL 539 5.4 Pauzefuncties De pauzefuncties zijn enerzijds bedoeld om de activiteiten te vergemakkelijken die u in de stal moet uitvoeren om deze te reinigen en anderzijds om de luchtverversing en de temperatuur in de stal te waarborgen wanneer deze leeg is.
  • Pagina 80: Lege Stal

    DOL 534 • DOL 539 Programmavolgorde Met tijdregeling kan elke pauzefunctie zo worden ingesteld dat deze op een bepaald tijdstip wordt gestart. Het is dus mogelijk om een totale volgorde voor de pauzefuncties in te stellen. Inweken Inweken doordrenkt de stal met water om stof en vuil los te maken. Dit vermindert niet alleen de hoeveelheid stof tijdens de daaropvolgende reiniging, maar maakt de reiniging ook eenvoudiger.
  • Pagina 81: Instellingen

    DOL 534 • DOL 539 Wanneer de status is, worden alle alarmfuncties - behalve de temperatuurbewaking bij Lege stal lege stal - uitgeschakeld. Zie ook de paragraaf Temperatuurbewaking [} 82]. Wanneer de rondestatus is, schakelt de stalcomputer alle automatische regelingen uit...
  • Pagina 82: Temperatuurbewaking

    DOL 534 • DOL 539 Bij rondeproductie handhaaft de functie Voorverwarming bij stop een binnentemperatuur van bijvoorbeeld 4 °C tussen twee rondes. Houd er rekening mee dat de ventilatie uitgeschakeld moet zijn en dat het verwarmingssysteem ingeschakeld moet zijn. Binnentemperatuur...
  • Pagina 83: Ventilatieboost

    DOL 534 • DOL 539 5.5 Ventilatieboost Deze paragraaf is alleen van toepassing op stallen waarvoor ventilatieboost is geactiveerd in het me- Technisch | Installatie | Handmatige installatie | Beheer | Ventilatieboost Ventilatieboost is een functie om de luchtkwaliteit in de stal te verbeteren. De functie kan zowel CO2 en NH3 als de hoeveelheid stof in de lucht verminderen.
  • Pagina 84: Apparatuurstatus

    DOL 534 • DOL 539 Minimumventilatie Aanpassingsperiode Tijd Programma starten Programma stoppen Figuur 41: Geleidelijke aanpassing naar minimumventilatie. U moet de periodes van het dagprogramma instellen wanneer de functie actief moet zijn. Bovendien moet u aanpassen met het aantal graden waarmee de binnentemperatuur moet dalen en...
  • Pagina 85: Extra Sensoren

    DOL 534 • DOL 539 Beheer | Vangen In- en uitschakelen van de functie. (met schermbediening) Vangen Instellen van de datum en tijd waarop de gebruiker de functie kan activeren. Vangen gereed Weergave van het tijdstip waarop Vangen werd geactiveerd. Alleen zichtbaar wan- Vangen start neer de functie actief is.
  • Pagina 86: Verbruik

    DOL 534 • DOL 539 De klimaatcomputer registreert het CO2-, NH3- en O2-gehalte en de luchtvochtigheid in de stallucht, evenals de druk en de temperatuur. U kunt ook luchtsnelheids- en windrichtingssensoren aansluiten die de windrichting en de luchtsnelheid buiten de stal meten.
  • Pagina 87: Alarmen

    DOL 534 • DOL 539 6 Alarmen Alarmen werken alleen als de status Actieve stal De enige uitzonderingen zijn alarmtest en alarmen voor CAN-communicatie en temperatuurbe- waking voor Lege stal Wanneer zich een alarm voordoet, registreert de stalcomputer het type alarm en het tijdstip waarop het zich voordeed.
  • Pagina 88: Alarmtest

    DOL 534 • DOL 539 6.2 Alarmtest Regelmatige alarmtesten helpen om zeker te zijn dat de alarmen ook daadwerkelijk werken wanneer dat nodig is. Daarom moet u de alarmen elke week testen. Activeer om te beginnen met testen. Alarmtest Controleer of de alarmlamp knippert.
  • Pagina 89 DOL 534 • DOL 539 Alarm voor te lage temperatuur in verhouding tot de Onderlimiet temperatuur Streeftemperatuur Temperatuur Temperatuurbereik waarbinnen het alarm wordt Hoge temp. geactiveerd (met comfort) Temperatuurbereik waarbinnen het alarm wordt geactiveerd (zonder comfort) Ingestelde temp. Warmte temp.
  • Pagina 90: Rv-Alarm

    DOL 534 • DOL 539 Temperatuur Temperatuurbereik waarbinnen het alarm wordt geactiveerd Alarmlimiet Buitentemperatuur Bovenlimiet temperatuur Tijd Figuur 44: Zomertemperatuur bij 20 °C en 30 °C buiten 1. De alarmlimiet wordt niet lager dan de hoge temperatuurlimiet. 2. Onder 20 °C buiten is de alarmlimiet 8 °C, verspringend ten opzichte van de buitentemperatuur.
  • Pagina 91: Sensoralarm

    DOL 534 • DOL 539 Dit alarm geeft aan dat de ventilatorspanning niet is ingesteld in het menu In- Ontbrekende ventilatorin- stelling stallatie. Wanneer een 0-10 V uitvoerventilator is geselecteerd, moet een span- ningswaarde worden ingesteld die overeenkomt met de ventilator die op laag en vol toerental draait.
  • Pagina 92: Druksensor

    DOL 534 • DOL 539 6.4.7 Druksensor Alarminstellingen | Klimaat | Druksensor Met de functie Vertraging sensoralarm kunt u het alarmsignaal uitstellen, zodat Druksensor het alarm niet wordt geactiveerd door voorbijgaande veranderingen in het drukni- veau in de stal, bijv. bij het openen van een deur.
  • Pagina 93: Wintertuinalarmen

    DOL 534 • DOL 539 Alarminstellingen | Klimaat | Doorgangenalarm Het alarm bewaakt of de doorgangen binnen de ingestelde tijd worden geopend/ge- Max. tijd voor sluiten sloten. doorgangen Max. tijd voor openen doorgangen 6.4.13 Wintertuinalarmen Afhankelijk van de installatie van de functie geeft de computer een alarm wanneer de toegang tot de wintertuin niet opent en/of sluit zoals is vereist.
  • Pagina 94: Noodregeling

    DOL 534 • DOL 539 Laag alarm Mogelijke apparatuurstoring. De apparatuur kan per abuis zijn afgekoppeld. Alarm vanwege ontbrekend stroomverbruik. Bijvoorbeeld, MultiStep/stepless kan zijn geactiveerd met een te laag stroomverbruik als de noodstop bij de ventilator is geactiveerd. Hoge alarm De apparatuur vertoont tekenen van slijtage.
  • Pagina 95: Temperatuurgeregelde Noodopening

    DOL 534 • DOL 539 6.5.2 Temperatuurgeregelde noodopening Deze paragraaf is alleen van toepassing op stallen waar temperatuurgeregelde noodopening is geïnstalleerd. De temperatuurgeregelde noodopening wordt alleen geactiveerd als de binnentemperatuur hoger is dan de in- gestelde temperatuur voor noodopening ( ).
  • Pagina 96: Onderhoudsinstructies

    DOL 534 • DOL 539 7 Onderhoudsinstructies De stalcomputer heeft geen onderhoud nodig om goed te kunnen functioneren. U moet de alarmen elke week testen. Gebruik alleen originele reserveonderdelen. Houd er rekening mee dat de levensduur van de stalcomputer wordt verlengd als deze voortdurend aangesloten blijft, omdat deze dan droog en vrij van condensvorming blijft.
  • Pagina 100 SKOV A/S • Hedelund 4 • Glyngøre • DK-7870 Roslev Tel. +45 72 17 55 55 • www.skov.com • E-mail: skov@skov.dk...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dol 539

Inhoudsopgave