BlueControl pluimvee
Buitentemperatuurlimiet
tunnel
Mogelijke maximale
luchtsnelheid
Menuknop |
Strategie | Klimaat |
Buitentemperatuurlimiet
tunnel
Minimale luchtsnelheid in
tunnel
Chill-factor
Maximale luchtsnelheid in
tunnel
Geaccepteerde ervaren
temperatuurdaling
Laatste dag dat tunnel is
geblokkeerd
4.4.4.1 Combi-tunnelventilatie: schakelen tussen zij- en tunnelventilatie
Schakelen van zij- naar tunnelventilatie
De computer schakelt automatisch over op tunnelventilatie wanneer aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
• Zijventilatie is maximaal.
• Zijkoeling is maximaal.
• De binnentemperatuur (tunneltemperatuur) is hoog genoeg om tunnelventilatie bij minimale luchtsnelheid
mogelijk te maken.
• De limiet voor de buitentemperatuur is overschreden.
Overschakelen van tunnel- naar zijventilatie
De computer schakelt automatisch over op zijventilatie wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
• De buitentemperatuur is meer dan 1 °C onder de buitentemperatuur die gold bij de overschakeling naar tun-
nelventilatie
• De gevoelstemperatuur is 1 °C onder het temperatuurinstelpunt en de luchtsnelheid is op het minimum.
4.4.5 Zacht koelen
De functie Zacht koelen wordt gebruikt met een recirculatie-eenheid in een LPV- of CT-ventilatiesysteem.
54
Instellen van een onderlimiet voor de buitentemperatuur voor het activeren van
tunnelventilatie.
Aflezen van de maximale luchtsnelheid van het systeem.
Ventilatie | Tunnel
Door een rondecurve in te stellen voor een onderlimiet voor de buitentemperatuur,
kan de tunnelventilatie geactiveerd worden.
Instellen van de rondecurve voor de laagste luchtsnelheid die aanvaardbaar is bij
tunnelventilatie.
Bij een lage luchtsnelheid is er een te groot temperatuurverschil tussen de ene
kant van de stal en de andere. Dit kan worden tegengegaan door een onderlimiet
voor de luchtsnelheid in te stellen.
De koeling die een dier van een bepaalde leeftijd en van een bepaald ras zou on-
dervinden bij 1,0 m/s. Zie ook de paragraaf Chillfactor en chilleffect [} 52].
Instellen van de hoogste aanvaardbare luchtsnelheid in de tunnelmodus.
Om te voorkomen dat kleine dieren te krachtig worden geventileerd, is het moge-
lijk een bovenlimiet in te stellen voor de luchtsnelheid in de stal, de
.
luchtsnelheid
Instellen hoeveel graden de waargenomen temperatuur onder het temperatuurin-
stelpunt moet liggen voordat van tunnel- naar zijventilatie wordt overgeschakeld.
Zie ook de paragraaf Combi-tunnelventilatie: schakelen tussen zij- en tunnelventi-
latie [} 54].
Instellen van het dagnummer. De ventilatie kan pas na deze dag worden omge-
schakeld naar tunnelventilatie, ongeacht alle andere klimaatparameters.
Deze functie is bedoeld voor combitunnelstallen waarin u, uit zorg voor kleine die-
ren, alleen na een bepaald dagnummer gebruik wilt maken van tunnelventilatie.
Maximale
Gebruikershandleiding