Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Mobiele Natte Opstelling; Elektrische Aansluiting; Aansluiting: Pomp Met Stekker - Wilo Rexa MINI3 Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

ON
OFF!
min. 450x450 mm
min. 18x18 "
Fig. 2: Inbouwmaten en schakelpunten
ON
Inschakelniveau
OFF
Uitschakelniveau
Vulpeil boven: Continu bedrijf (bedrijfssituatie onderge-
dompeld)
Vulpeil onder: Intermitterend bedrijf (bedrijfssituatie niet-
ondergedompeld)
De gebruikslocatie is voorbereid.
De persleiding is op de juiste manier geïnstalleerd.
1.
Draai de drukpijp in de persaansluiting van de pomp tot aan de
aanslag.
2.
Plaats de pomp op de opstelplaats.
VOORZICHTIG! Om inzakken bij een zachte ondergrond te
voorkomen, moet een harde grondplaat op de opstelplaats
worden gebruikt.
3.
Persleiding met de drukpijp verbinden (bijv. flexibel slangdeel).
4.
Aansluitkabel op de persleiding bevestigen en naar het stop-
contact of de stroomaansluiting installeren.
De pomp is geïnstalleerd.
5.2.2

Mobiele natte opstelling

Bij de mobiele natte opstelling wordt de pomp vrij op de opstel-
plaats geplaatst. Neem de volgende punten in acht en respecteer
ze:
Borg de pomp tegen omvallen en wegglijden.
Bevestig de drukslang vast op de slangaansluiting.
De gebruikslocatie is voorbereid
Drukslang aanwezig: Binnendiameter min. 1½"
Slangklem aanwezig: Binnendiameter 40 − 60 mm
(1,6 − 2,4 inch)
Slangaansluiting aanwezig: G 1½" (met buitendraad)
1.
Slangaansluiting inbouwen.
Slangaansluiting tot aan de aanslag in het drukstuk indraaien.
2.
Slang over de drukslang schuiven.
3.
Drukslang op de slangaansluiting op het drukstuk schuiven.
4.
Drukslang met de slangklem op de slangaansluiting bevesti-
gen.
5.
Plaats de pomp op de opstelplaats.
VOORZICHTIG! Om inzakken bij een zachte ondergrond te
voorkomen, moet een harde grondplaat op de opstelplaats
worden gebruikt.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Rexa MINI3 • Ed.03/2022-05
S1
S3
216 mm
8,5 "
6.
Installeer de drukslang en bevestig deze op de voorgeschreven
plaats (bijv. afvoer). VOORZICHTIG! Als de pomp in een volle
pompput wordt geplaatst, moet de pomp bij het dompelen
iets schuin worden gehouden. Hierdoor ontsnapt de lucht
uit de pomp!
7.
De aansluitkabel naar de contactdoos of de stroomaansluiting
installeren.
De pomp is geïnstalleerd.
5.3

Elektrische aansluiting

Netaansluiting met volgens de voorschriften geïnstalleerde
aardleiding.
De lekstroom-veiligheidsschakelaar (RCD) met 30 mA is geïn-
stalleerd.
Zekering netaansluiting: max. 16 A.
De informatie op het typeplaatje met betrekking tot de span-
ning (U) en frequentie (f) komen overeen met de gegevens van
de netaansluiting.
Sluit de pomp niet aan onder de volgende omstandigheden:
Aansluitkabel beschadigd
Laat de aansluitkabel door een elektromonteur of de service-
dienst vervangen.
Geïsoleerde omvormer
Geïsoleerde omvormers worden gebruikt in autonome voedin-
gen, zoals zonne-energievoeding en kunnen spanningspieken
opwekken. Spanningspieken kunnen de pomp beschadigen.
Meervoudig stopcontact
"Energiezuinige stekker"
De energietoevoer naar de pomp wordt verminderd en de pomp
kan oververhit raken.
Bedrijf op de besturing van de starter
De pomp is niet goedgekeurd voor bedrijf op een frequentie-
omvormer of de besturing van een soft starter.
Explosieve atmosferen
Sluit de pomp niet aan en gebruik deze niet in explosieve zones!
5.3.1

Aansluiting: Pomp met stekker

Contactdoos (type E of type F) voorzien van randaarde. Steek de
stekker in de contactdoos om de pomp aan te sluiten.
LET OP
Pomp is bedrijfsklaar of start!
Als de stekker in de contactdoos is gestoken, is de
pomp direct startklaar of start:
• Pomp zonder vlotterschakelaar: Pomp wordt di-
rect ingeschakeld!
• Pomp met vlotterschakelaar: De pomp is start-
klaar en wordt afhankelijk van het vulpeil inge-
schakeld!
Het wordt aanbevolen om de contactdoos in
en uit te schakelen met een aparte hoofd-
schakelaar!
nl
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave