ONDERHOUD
8.2.2.
Termijnen voor zware bedrijfsomstandigheden
Onder zware bedrijfsomstandigheden moeten de aangege-
ven onderhoudstermijnen overeenkomstig verkort worden.
Neem in dit geval contact op met de Wilo-servicedienst.
Bij het gebruik van het hydraulische systeem onder zware
omstandigheden adviseren wij u een onderhoudscontract af
te sluiten.
Van zware bedrijfsomstandigheden is sprake in de volgende
gevallen:
•
Bij een hoog aandeel vezelstoffen of zand in de vloeistof
•
Sterk corrosieve vloeistoffen
•
Sterk gasvormende vloeistoffen
•
Ongunstige bedrijfspunten
•
Bedrijfstoestanden met een waterslagrisico
8.2.3.
Aanbevolen onderhoudsmaatregelen om een
probleemloze werking te waarborgen
Wij raden aan regelmatig een controle uit te voeren van
het stroomverbruik en de bedrijfsspanning op alle fases. Bij
normaal bedrijf blijven deze waarden constant. Lichte schom-
melingen hangen af van de gesteldheid van de vloeistof. Aan
de hand van het stroomverbruik kunnen beschadigingen en/
of functiefouten van waaier, lager en/of motor vroegtijdig
opgemerkt en verholpen worden. Grote spanningsschom-
melingen belasten de motorwikkeling en kunnen tot uitval
van de motor leiden. Door een regelmatige controle kunnen
daarmee grotere gevolgschaden verregaand voorkomen en het
risico van een totale uitval gereduceerd worden. Ten aanzien
van een regelmatige controle adviseren wij de toepassing van
een bewaking op afstand. Neem hiervoor contact op met de
Wilo-servicedienst.
8.3.
Onderhoudswerkzaamheden
Voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden geldt het
volgende:
•
Schakel de motor spanningsvrij en beveilig deze tegen
onopzettelijke inschakeling.
•
Hydraulisch systeem laten afkoelen en grondig reinigen.
•
Zorg voor een goede staat van alle bedrijfsrelevante
onderdelen.
8.3.1.
Visuele controle van de coating en het huis op
slijtage
De coatings en de onderdelen van het huis mogen geen
beschadigingen vertonen. Als de coatings zichtbaar bescha-
digd zijn, dan moet u deze herstellen. Als er zichtbare schade
aan onderdelen van het huis is, overleg dan met de Wilo-
servicedienst.
8.3.2.
Functiecontrole van de optioneel verkrijgbare
staafelektrode voor de bewaking van de
afdichtingskamer
Om de staafelektrode te controleren moet het hydraulische
systeem zijn afgekoeld tot de omgevingstemperatuur en
moet de elektrische aansluitleiding van de staafelektrode in
de schakelkast worden afgeklemd. Met een ohmmeter wordt
dan de bewakingsinrichting gecontroleerd. De volgende
waarden moeten worden gemeten:
• De waarde moet naar "oneindig" gaan. Bij lage waar-
den zit er water in de olie. Neem ook de aanwijzingen
van het optioneel verkrijgbare relais in acht.
Neem bij grotere afwijkingen contact op met de Wilo-
servicedienst!
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-RexaBloc RE/Rexa BLOC
8.3.3.
Olie verversen van de afdichtingsruimte
De afdichtingsruimte heeft een afzonderlijke opening voor
het legen en vullen van de kamer.
WAARSCHUWING voor letsel door hete en/of
onder druk staande bedrijfsstoffen!
De olie is na het uitschakelen nog heet en
staat onder druk. Daardoor kan de sluitplug
eruit schieten en kan hete olie ontsnappen. Er
bestaat gevaar voor letsel resp. gevaar voor
verbranding! Laat de olie eerst afkoelen tot de
omgevingstemperatuur.
LET op
Bij verticale opstelling moet het aggregaat eerst
in een horizontale positie worden gebracht!
Fig. 4.: Sluitpluggen
D- Sluitplug aftapopening
D+ Sluitplug vulopening
1.
Als een reservoir onder het hydraulische systeem kan
worden geplaatst om de bedrijfsstof op te vangen, hoeft
het hydraulische systeem niet gedemonteerd te worden.
2.
Draai de sluitplug (D+) er voorzichtig en langzaam uit.
Let op: De bedrijfsstof kan onder druk staan! Daardoor kan
de plug eruit schieten.
3.
Plaats een geschikt reservoir onder de sluitplug (D-) om
de bedrijfsstof op te vangen.
4.
Draai de sluitplug (D-) er voorzichtig en langzaam uit
en tap de bedrijfsstof af. De bedrijfsstof moet volgens
de voorschriften in het hoofdstuk "Afvoeren" worden
afgevoerd.
5.
Reinig de sluitplug (D-), voorzie deze van een nieuwe
dichtingsring en draai de sluitplug er weer in.
6.
Vul de nieuwe bedrijfsstof via de opening van de
sluitplug (D+) bij. Neem de aanbevolen bedrijfsstof en
vulhoeveelheden in acht!
7.
Reinig de sluitplug (D+), voorzie deze van een nieuwe
dichtingsring en draai de sluitplug er weer in.
8.3.4.
Controle van de lekkagekamer op lekkage
De lekkagekamer is een gesloten kamer en neemt in geval
van storingen de lekkage van de afdichtingsruimte op. Als er
zich grotere hoeveelheden water in de lekkagekamer bevin-
den, overleg dan met de Wilo-servicedienst.
Fig. 5.: Sluitplug
L- Sluitplug aftapopening
1.
Als een reservoir onder het hydraulische systeem kan
worden geplaatst om de bedrijfsstof op te vangen, hoeft
het hydraulische systeem niet gedemonteerd te worden.
2.
Plaats een opvangbak onder de sluitplug (L-).
3.
Draai de sluitplug (L-) er voorzichtig en langzaam uit
en tap de bedrijfsstof af. De bedrijfsstof moet volgens
de voorschriften in het hoofdstuk "Afvoeren" worden
afgevoerd.
4.
Reinig de sluitplug (L-), voorzie deze van een nieuwe
dichtingsring en draai deze er weer in.
Nederlands
25