Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wilo Rexa PRO Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 46

Inhoudsopgave

Advertenties

nl
13.2.4.1 Bewaking motorruimte
13.2.4.2 Bewaking motorwikkeling
46
Bijlage
ƒ
Voer de elektrische aansluiting van de pomp altijd buiten de explosieve zone uit. In-
dien de aansluiting binnen de explosieve zone moet plaatsvinden, dient de aanslui-
ting in een voor explosie goedgekeurd huis (ontstekingsveiligheidstype conform
DIN EN 60079-0) te worden uitgevoerd! Bij niet-naleving bestaat er risico op dode-
lijk letsel door explosie! Laat de aansluiting altijd door een elektromonteur uitvoeren.
ƒ
Alle bewakingsinrichtingen buiten de "vonkoverslagbestendige zones" moeten wor-
den aangesloten via een intrinsiek veilige stroomkring (bijv. Ex-i relais XR-4...).
ƒ
De spanningstolerantie mag maximaal ±10 % bedragen.
Overzicht van de bewakingsinrichtingen:
Interne bewakingsinrichtingen
Motorruimte
Motorwikkeling: Temperatuurbegrenzing
(1-circuit-temperatuurbewaking)
Motorwikkeling: Temperatuurregeling
(2-circuit-temperatuurbewaking)
Externe bewakingsinrichtingen
Afdichtingsruimte
Legenda: - = niet aanwezig/mogelijk, o = optioneel, • = seriematig
Alle aanwezige bewakingsapparaten moeten altijd worden aangesloten!
De aansluiting wordt uitgevoerd zoals in hoofdstuk 'Elektrische aansluiting' is beschre-
ven.
GEVAAR
Explosiegevaar door oververhitting van de motor!
Als de temperatuurbegrenzing verkeerd wordt aangesloten, bestaat explosiegevaar
vanwege oververhitting van de motor! Sluit de temperatuurbegrenzer altijd met een
handmatige herinschakelingsblokkering aan. Dit betekent dat de 'ontgrendelings-
knop' met de hand moet worden ingedrukt!
De motor P 13 is uitgerust met een temperatuurbegrenzing (1-circuit-temperatuurbe-
waking). Optioneel kan de motor met een temperatuurregeling en -begrenzing (2-cir-
cuit-temperatuurbewaking) uitgerust zijn.
De motor P 17 is uitgerust met een temperatuurregeling en -begrenzing (2-circuit-
temperatuurbewaking).
Afhankelijk van de uitvoering van de thermische motorbewaking moet het bereiken van
de drempelwaarde tot de volgende activeringstoestand leiden:
ƒ
Temperatuurbegrenzing (1 temperatuurcircuit):
Bij het bereiken van de drempelwaarde moet een uitschakeling met herinschake-
lingsblokkering plaatsvinden!
ƒ
Temperatuurregeling en -begrenzing (2 temperatuurcircuits):
Bij het bereiken van de drempelwaarde voor de lage temperatuur kan een uitschake-
ling met automatische herinschakeling plaatsvinden. Bij het bereiken van de drem-
pelwaarde voor de hoge temperatuur moet een uitschakeling met herinschake-
lingsblokkering plaatsvinden!
VOORZICHTIG! Motorschade door oververhitting! Bij een automatische herin-
schakeling moeten de instructies met betrekking tot de schakelfrequentie en de
schakelpauzes worden opgevolgd!
Aansluiting van de thermische motorbewaking
ƒ
Sluit de bimetaalsensor aan via een relais. Hiervoor wordt het relais 'CM-MSS' aanbe-
volen. De drempelwaarde is reeds vooringesteld.
Aansluitwaarden: max. 250 V(AC), 2,5 A, cos φ = 1
ƒ
Sluit de PTC-sensor aan via een relais. Hiervoor wordt het relais 'CM-MSS' aanbevo-
len. De drempelwaarde is reeds vooringesteld.
P 13
P 17
o
o
o
o
o
WILO SE 2019-02

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave