nl
13
Bijlage
13.1
Bedrijf met frequentie-omvormer
44
Bijlage
LET OP
Afvoer via het huisvuil is verboden!
In de Europese Unie kan dit symbool op het product, de verpakking of op bijbeho-
rende documenten staan. Het betekent dat de betreffende elektrische en elektroni-
sche producten niet via het huisvuil afgevoerd mogen worden.
Voor een correcte behandeling, recycling en afvoer van de betreffende afgedankte pro-
ducten dienen de volgende punten in acht te worden genomen:
ƒ
Geef deze producten alleen af bij de daarvoor bedoelde, gecertificeerde inzamelpun-
ten.
ƒ
Neem de lokale voorschriften in acht!
Vraag naar informatie over de correcte afvoer bij de gemeente, de plaatselijke afvalver-
werkingsplaats of bij de verkoper van het product. Meer informatie over recycling onder
www.wilo‑recycling.com.
De motor kan in de standaarduitvoering (met inachtneming van IEC 60034-17) met de
frequentie-omvormer worden gevoed. Bij een nominale spanning van meer dan
415 V/50 Hz of 480 V/60 Hz wordt u verzocht om contact op te nemen met de service-
dienst. Het nominaal vermogen van de motor moet vanwege de extra verwarming door
harmonischen ca. 10 % boven het gevraagde vermogen van de pomp liggen. Bij fre-
quentie-omvormers die zijn voorzien van uitgangen met weinig harmonischen, kan de
vermogensreserve van 10 % eventueel worden teruggebracht. Het terugbrengen van
de harmonischen wordt bereikt met uitgangsfilters. De frequentie-omvormer en het
filter moeten op elkaar zijn afgestemd.
De dimensionering van de frequentie-omvormer geschiedt volgens de nominale stroom
van de motor. U dient erop te letten dat de pomp, met name in het onderste toerental-
bereik, stoot- en trillingsvrij werkt. De mechanische afdichtingen kunnen anders lek ra-
ken en worden beschadigd. Verder moet op de stroomsnelheid in de leiding gelet wor-
den. Als de stroomsnelheid te laag is, neemt het risico op afzetting van vaste stoffen in
de pomp en de aangesloten leiding toe. Wij adviseren om een minimumstroomsnelheid
van 0,7 m/s (2,3 ft/s) aan te houden bij een manometrische pompdruk van 0,4 bar
(6 psi).
Het is van groot belang dat de pomp over het gehele regelgebied zonder trillingen, re-
sonanties, pendelmomenten en overmatig lawaai werkt. Vanwege de stroomvoorzie-
ning met veel harmonischen is een verhoogd motorgeluid normaal.
Bij de parametrering van de frequentie-omvormer dient u op de instelling van de kwa-
dratische karakteristiek (U/f-karakteristiek) voor pompen en ventilatoren te letten! De
U/f-karakteristiek zorgt ervoor dat de uitgangsspanning bij frequenties lager dan de
nominale frequentie (50 Hz of 60 Hz) aan het gevraagde vermogen van de pomp wordt
aangepast. Nieuwere frequentie-omvormers bieden ook een automatische energie-op-
timalisatie; met deze automatische prestatie wordt hetzelfde effect bereikt. Voor de in-
stelling van de frequentie-omvormer dient u de inbouw- en bedieningsvoorschriften
van de frequentie-omvormer in acht te nemen.
Bij motoren die met frequentie-omvormer worden gevoed, kunnen afhankelijk van het
type en de installatieomstandigheden storingen van de bewaking van de motor optre-
den. De volgende maatregelen kunnen tot het terugbrengen of voorkomen van deze
storingen bijdragen:
ƒ
Grenswaarden van overspanningen en stijgingssnelheden conform IEC 60034-25
aanhouden. Eventueel moet u uitgangsfilters aanbrengen.
ƒ
Pulsfrequentie van de frequentie-omvormer varieert.
ƒ
Bij een storing van de interne bewaking van de afdichtingsruimte dient u externe
dubbelstaafelektroden te gebruiken.
De volgende constructiemaatregelen kunnen eveneens tot het terugbrengen of voor-
komen van storingen bijdragen:
ƒ
Gescheiden spanningskabel voor hoofd- een stuurleiding (afhankelijk van het mo-
torformaat).
ƒ
Houd bij het aanleggen voldoende afstand tussen hoofd- en stuurleiding aan.
ƒ
Gebruik van afgeschermde spanningskabels.
WILO SE 2019-02