6.4.3
Stationaire natte opstelling
4
3
2
1
Fig. 5: Natte opstelling, stationair
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Rexa PRO
Installatie en elektrische aansluiting
6. Bedrijfsstof vullen: draai de pomp zo, dat de opening naar boven wijst. Vul de be-
drijfsstof in de opening.
⇒ De opgegeven bedrijfsstofsoort en -hoeveelheid moeten worden aangehou-
den! Als een bedrijfsstof opnieuw wordt gebruikt, moet ook de hoeveelheid
worden gecontroleerd en indien van toepassing worden aangepast!
7. Sluitplug reinigen, van een nieuwe dichtingsring voorzien en er weer indraaien.
Max. aandraaimoment: 8 Nm (5,9 ft·lb)!
LET OP
Transportproblemen door te laag waterpeil
Het hydraulische systeem is zelfontluchtend. Kleinere luchtbuffers worden tijdens
het pompen opgelost. Wanneer het debiet van het medium te ver daalt, kan de
transportstroom worden onderbroken. Het toegestane minimumwaterniveau is ge-
lijk aan de bovenkant van het hydraulische huis!
Bij de natte opstelling wordt de pomp in het te transporteren medium geïnstalleerd.
Hiervoor moet in de pompput een inhanginrichting zijn geïnstalleerd. Het leidingsys-
teem op locatie wordt aan de perszijde van de inhanginrichting aangesloten, aan de
zuigzijde wordt de pomp aangesloten. Het aangesloten leidingsysteem moet zelfdra-
gend zijn. De inhanginrichting mag het leidingsysteem niet ondersteunen!
Instructies betreffende de niet-ondergedompelde modus
ƒ
Motor P 13: Het is toegestaan om de motor in de bedrijfssituatie 'niet-ondergedom-
peld' (S1, S2-30, S3 25 %*) boven water te halen.
ƒ
Motor P 17: Het is toegestaan om de motor kortstondig boven water te halen.
VOORZICHTIG! Om de motorwikkeling te beschermen tegen oververhitting moet
de motor zijn uitgerust met een temperatuurregeling! Als er maar één tempera-
tuurbegrenzing is geplaatst, mag de motor tijdens bedrijf niet boven water wor-
den gehaald.
* Als voorafgaand aan het opnieuw inschakelen de vereiste koeling van de motor is ge-
garandeerd, is de bedrijfssituatie S3 50 % toegestaan! De motor moet gedurende ten
minste 1 min volledig zijn ondergedompeld, om de vereiste koeling te garanderen!
Stappen
1
Inhanginrichting
2
Terugslagklep
3
Afsluitkraan
4
Geleidebuizen (niet inbegrepen)
5
Hijsmiddel
5
6
Bevestigingspunt voor hijsmiddel
Bedrijfssituatie niet-ondergedompeld: neem informatie op het typeplaatje in
S*
acht!
6
‡
De bedrijfsruimte/opstellingsplaats is voorbereid voor de installatie.
‡
De inhanginrichting en het leidingsysteem zijn geïnstalleerd.
S1
‡
De pomp is voorbereid voor het bedrijf aan de inhanginrichting.
1. Bevestig het hijsmiddel met een harp aan het bevestigingspunt op de pomp.
S*
2. Hijs de pomp op, draai deze boven de pompputopening en laat de geleideklauw
langzaam op de geleidebuis zakken.
3. Laat de pomp zakken totdat deze contact maakt met de inhanginrichting en auto-
matisch wordt gekoppeld. VOORZICHTIG! Houd de spanningskabels enigszins op
spanning tijdens het neerlaten van de pomp!
4. Maak het bevestigingsmiddel los van het hijsmiddel en borg het aan de pompput-
uitgang tegen vallen.
5. Laat de spanningskabels door een elektromonteur in de pompput installeren en op
een vakkundige wijze uit de pompput naar buiten voeren.
▶ De pomp is geïnstalleerd; nu kan de elektromonteur de elektrische voeding aan-
sluiten.
nl
21