Functies van configuratiemenu
Menu "Beeld"
Kleurmodus
U kunt uit vijf verschillende instellingen kiezen om de kleurmodus aan te passen aan de beelden die
worden geprojecteerd of aan de projectieomgeving. spagina 18
Helderheid
Aanpassen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is ingesteld op "x.v.Color".
Pas dit aan als het uitgangssignaal van het aangesloten apparaat zwak is en de beelden te donker naar uw zin.
Contrast
Aanpassen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is ingesteld op "x.v.Color".
Hiermee past u het verschil tussen heldere en donkere gebieden aan.
Wanneer u het contrast verhoogt, hebben de beelden een hogere modulatiegraad.
Kleurverzadiging
Aanpassen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is ingesteld op "x.v.Color".
Hiermee past u de kleurintensiteit van de beelden aan.
*2
Tint
Aanpassen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is ingesteld op "x.v.Color".
Hiermee past u de tint van het beeld aan.
Scherpte
Hiermee past u de scherpte van het beeld aan.
Standaard
Het resultaat van de aanpassing wordt toegepast op het hele beeld.
Geavanceerd
Hiermee kunt u een specifiek gebied aanpassen. spagina 23
Abs. kleurtemperatuur
Aanpassen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is ingesteld op "x.v.Color".
Hiermee past u de algemene tint van de beelden aan. Als u een hogere waarde instelt, wordt het beeld wat
blauwer en bij een lagere waarde wat roder. De absolute kleurtemperatuur kan worden ingesteld op een
van 12 verschillende instellingen: van 5000K tot 10000K.
*2
Huidtint
Aanpassen is niet mogelijk als "Kleurmodus" is ingesteld op "x.v.Color".
Hiermee past u de huidtint aan van personen in de beelden. Als u een hogere waarde kiest, neemt de
groene toon toe en als u een lagere waarde kiest, neemt de rode toon toe.
Geavanceerd
Wanneer "Kleurmodus" op "x.v.Color" is ingesteld, zijn deze afstellingen niet mogelijk behalve voor
"Super-resolution".
*1
Gamma
Hiermee past u de gamma-instelling aan. U kunt een waarde selecteren, of aanpassingen uitvoeren
terwijl u een beeld of grafiek bekijkt. spagina 21
30
*1
*2
*2
*2
*2
*2
*1 De instellingen worden voor elke beeldbron en elk signaaltype apart opgeslagen.
*2 De instellingen worden voor elke beeldbron en elke kleurmodusinstelling apart opgeslagen.
Wordt niet getoond wanneer beeldsignalen van een computer worden ingevoerd.